voorbereiding CE

Nederlands

Voorbereiding Centraal Examen

deel 1

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Voorbereiding Centraal Examen

deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
  • Wat houdt het CE in?
  • Een aantal (luister-kijk)vragen oefenen
  • wegblokkades Arjen Lubach
  • een opdracht over drogredenen

Slide 2 - Tekstslide

Centraal examen
- maak je op de computer
- duurt 90 minuten
- je krijgt 1 cijfer
- dit telt voor 50% van je cijfer voor Nederlands


Slide 3 - Tekstslide

Wat houdt het CE in?
Twee taalvaardigheden
- Lezen
- Kijken en Luisteren (en vragen lezen)
- ongeveer 8 onderdelen
- leesteksten en kijk-/luisterteksten

Slide 4 - Tekstslide

Vragen over
- Tekstdoel
- Hoofd en bijzaken
- De opbouw van een tekst
- Samenhang in een tekst
- Feiten en meningen, standpunten, argumenteren
- Drogredenen herkennen
- informatie toepassen
- betrouwbaarheid van een tekst
Een tekst samenvatten

Slide 5 - Tekstslide

Tekstdoel

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van de schrijver? De lezer informeren over...
A
het nut van een nationale begroeting
B
zijn eigen ervaringen met mensen groeten
C
de verschillende manieren van groeten

Slide 7 - Quizvraag

De opbouw van een tekst

Slide 8 - Tekstslide

Hoe begint de schrijver de tekst?
A
hij geeft een aantal nuttige tips
B
Hij maakt een probleem duidelijk
C
Hij noemt een aantal persoonlijke ervaringen

Slide 9 - Quizvraag

Een tekst samenvatten

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de beste samenvatting van deze alinea?
A
Bouwvakker doen tegenwoordig minder fysiek werk
B
Er zijn verschillende oorzaken voor het overgewicht
C
Het werk van bouwvakkers is zwaar

Slide 11 - Quizvraag

blokkeren van de weg
teksstructuur, standpunt, argumenten....

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Kijk in het schema van tekststructuren. Hoe zou je de inleiding van het filmpje typeren?
A
stelling-standpunt
B
Verschijnsel
C
Probleem
D
onderwerp

Slide 14 - Quizvraag

vervolg wegblokkades

Wat is nu het standpunt van Arjen Lubach in het vervolgstukje

en

Hoe wordt het slot vormgegeven als je kijkt naar de verschillende tekststructuren, wat past er dan het beste bij?

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Wat is nou zijn stelling?
A
Je mag jouw belang niet groter maken dan die van anderen
B
Er zijn teveel protesten over het milieu
C
Activisten krijgen teveel aandacht
D
wegblokkades krijgen teveel media-aandacht

Slide 17 - Quizvraag

Welk onderdeel uit de teksstructuren past het best bij het slot?
A
samenvatting
B
afweging en conclusie
C
de beste oplossing
D
herhaling stelling

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn drogredenen?

Slide 19 - Open vraag

Zonder het klimaat kunnen we niet leven... we moeten wel de weg blokkeren
A
dit is een drogreden
B
dit is een goed argument
C
Dit is objectief gezien juist
D
dit is wel erg subjectief

Slide 20 - Quizvraag

Drogreden

Een drogreden (schijnreden, onjuiste redenatie) is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt.


Slide 21 - Tekstslide

Onjuiste argumenten


Soms bewust gebruikt (Tweede Kamer)

Je moet er 8 kennen:


1.onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
2.cirkelredenering
3.verkeerde vergelijking
4.(overhaaste) generalisatie




Slide 22 - Tekstslide

Onjuiste argumenten


5. ontduiken van de bewijslast
6. verkeerd autoriteitsargument
7. beroep op traditie
8. persoonlijke aanval






Slide 23 - Tekstslide

Drogredenen

Waarom moet je dit weten? Of beter gezegd; waarom moet je drogredenen kunnen herkennen?


Om inhoudelijk sterk over te komen.

Niet zomaar iets roepen zonder na te denken.

Om andermans argumentatiefouten te kunnen doorzien (en dus ook in teksten.


Slide 24 - Tekstslide

Opdracht

Je maakt groepjes van drie studenten.

Je kiest een van de acht drogredenen.

Je maakt een korte presentatie over deze drogreden.

Deze presentatie presenteer je de volgende les aan de klas.

Je mag alles gebruiken, PowerPoint, LessonUp, Kahoot.it

zolang je maar de drogreden eerst goed uitlegt, een voorbeeld geeft door middel van tekst, beeld en of geluid...

Slide 25 - Tekstslide