2D - 30 november 2020
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Sleepvraag
Waarom is het slim om geld te sparen?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Hoe noem je dit geldoverzicht?
A
Budget
B
Salarisstrookje
C
Begroting
D
Armoede
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel salaris krijgt de persoon op zijn rekening?
A
€181,67
B
€78,56
C
€168,18
D
€15,40
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel belasting gaat eraf?
A
Niets
B
€100,50
C
€15,40
D
€2,30
Slide 7 - Quizvraag
Krijgt deze persoon het salaris per week of per maand?
A
Per week
B
Per maand
Slide 8 - Quizvraag
Met welk woord staat de belasting aangegeven?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is belasting?
A
Een geldlening
B
Geld betalen aan de overheid
C
Geld betalen aan armen
D
Een betalingsachterstand
Slide 11 - Quizvraag
Hoe betaal je belasting?
A
Er komt iemand aan de deur om het te halen
B
Wanneer je wilt kun je het overmaken
C
Het gaat van je salaris af
D
Bij het gemeentehuis pinnen
Slide 12 - Quizvraag
Wat wordt er met belastinggeld gedaan? Geef antwoord met een plaatje
Slide 13 - Open vraag
Welk woord past bij dit plaatje?
A
Loonheffing
B
Accijns
C
Rente
D
Salarisstrookje
Slide 14 - Quizvraag
Waarom moet je over sommige producten meer belasting betalen (accijns)?
Slide 15 - Open vraag
Rente
Schuld
Belasting
Slide 16 - Sleepvraag
Leg uit waarom geld lenen geld kan kosten
Slide 17 - Open vraag
Een abonnement op je mobiele telefoon is een lening
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Door geld te lenen krijg je een schuld
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heet het wanneer je extra geld moet betalen bij een lening?
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Welk probleem wordt besproken in de video?
Slide 22 - Open vraag
Wat kun je het beste doen wanneer je een schuld hebt?
Slide 23 - Open vraag
Welk woord moet er op de lijn komen te staan?
Ik heb voor een nieuwe auto gespaard. Mijn ________ is €5000,-.
Ik heb voor een nieuwe auto gespaard. Mijn ________ is €5000,-.
A
Schuld
B
Belasting
C
Rente
D
Budget
Slide 24 - Quizvraag
In de eerste les over geld hebben jullie een budgetplan gemaakt. Wat staat hier in?
Slide 25 - Open vraag
Einde van de les. Welk onderdeel vind je nog moeilijk?
