De vrouw op de foto is aan het pootjebaden. Je ziet haar voeten op een andere plaats dan je ze zou zien als er geen water was geweest. Waar merk je vaker dat je iets op een andere plaats
ziet dan waar het is.
Slide 2 - Tekstslide
Breking
Lichtstralen knikken als ze een doorschijnende stof ingaan of uitgaan.
Dat knikken van lichtstralen noem je breking.
Slide 3 - Tekstslide
Breking hangt af van:
De knik (breking)is niet altijd even groot
3. De ene stof breekt lichtstralen meer dan de andere.
.
Glas breekt lichtstralen meer dan water.
glas
water
Slide 4 - Tekstslide
Breking van lucht naar glas en van glas naar lucht.
De normaal is de hulplijn die loodrecht op een oppervlak staan.
Lichtstralen breken zowel als ze een doorschijnende
stof ingaan en als ze een doorschijnende stof uitgaan .
Slide 5 - Tekstslide
Breking hangt af van:
De knik (breking)is niet altijd even groot.
1. Hoe schuiner de lichtstraal
invalt hoe sterker de breking.
Lichtstralen die recht invallen breken niet.
Slide 6 - Tekstslide
Breking
Doordat lichtstralen breken, zie je een vis op een andere plaats dan waar hij werkelijk is.
Slide 7 - Tekstslide
Breking van lucht naar glas
Een lichtstraal van lucht naar glas breekt naar de normaal toe. De brekingshoek is kleiner dan de invalshoek.
.
Slide 8 - Tekstslide
Breking van glas naar lucht
Een lichtstraal van glas naar lucht breekt van de normaal af. De brekingshoek is groter dan de invalshoek.
Slide 9 - Tekstslide
Positieve en negatieve lenzen
positieve: bolle lenzen --> werken convergerend
negatieve: holle lenzen --> werken divergerend
Slide 10 - Tekstslide
Toepassing van breking: lenzen
De as door het midden van de lens loopt noem je de optische as.
Het punt waar de lichtstralen in één punt samenkomen noem je het brandpunt (F)