In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
6.2 breking
Slide 1 - Tekstslide
Breking
De vrouw op de foto is aan het pootjebaden. Je ziet haar voeten op een andere plaats dan je ze zou zien als er geen water was geweest. Waar merk je vaker dat je iets op een andere plaats
ziet dan waar het is.
Slide 2 - Tekstslide
Breking
Lichtstralen knikken als ze een doorschijnende stof ingaan of uitgaan.
Dat knikken van lichtstralen noem je breking.
Slide 3 - Tekstslide
Breking hangt af van:
De knik (breking)is niet altijd even groot.
1. Hoe schuiner de lichtstraal
invalt hoe sterker de breking.
Lichtstralen die recht invallen breken niet.
Slide 4 - Tekstslide
Breking hangt af van:
De knik (breking)is niet altijd even groot
2. Breking hangt af van de kleur, violet licht breekt
sterker dan rood licht.
.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Breking hangt af van:
De knik (breking)is niet altijd even groot
3. De ene stof breekt lichtstralen meer dan de andere.
.
Glas breekt lichtstralen meer dan water.
glas
water
Slide 7 - Tekstslide
Van welk van de onderstaande factoren hangt breking NIET af
A
Inval van de lichtstraal
B
Kleur
C
Normaal
D
De stof
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
Breking van lucht naar glas en van glas naar lucht.
De normaal is de hulplijn die loodrecht op een oppervlak staan.
Lichtstralen breken zowel als ze een doorschijnende
stof ingaan en als ze een doorschijnende stof uitgaan .
Slide 10 - Tekstslide
Breking van lucht naar glas
Een lichtstraal van lucht naar glas breekt naar de normaal toe. De brekingshoek is kleiner dan de invalshoek.
.
Slide 11 - Tekstslide
Breking van glas naar lucht
Een lichtstraal van glas naar lucht breekt van de normaal af. De brekingshoek is groter dan de invalshoek.
Slide 12 - Tekstslide
Toepassing van breking: lenzen
De as door het midden van de lens loopt noem je de optische as.
Het punt waar de lichtstralen in één punt samenkomen noem je het brandpunt (F)
Slide 13 - Tekstslide
Toepassing van breking: lenzen
Met een bolle lens kun je vuur maken.
De lens heeft een convergerende werking .
De lichtstralen gaan naar één punt.
Bolle lenzen noem je positieve lenzen.
Slide 14 - Tekstslide
Toepassing van breking: lenzen
Holle lenzen hebben een divergerende werking.
De lichtstralen gaan uit elkaar.
Holle lenzen noem je negatieve lenzen.
Slide 15 - Tekstslide
Een lichtstraal die loodrecht op een doorzichtig oppervlak invalt gaat in de stof
A
van de normaal af
B
naar de normaal toe
C
rechtdoor
D
wordt teruggekaatst
Slide 16 - Quizvraag
lucht --> glas Hoe verloopt de lichtstraal
A
Breking naar de normaal toe
B
Breking van de normaal af
Slide 17 - Quizvraag
glas --> lucht Hoe verloopt de lichtstraal
A
Breking naar de normaal toe
B
Breking van de normaal af
Slide 18 - Quizvraag
Wat voor soort lens is dit:
A
Een holle, positieve lens
B
Een bolle, positieve lens
C
Een holle, negatieve lens
D
Een holle, positieve lens
Slide 19 - Quizvraag
Wat voor soort lens is dit:
A
Een holle, positieve lens
B
Een bolle, positieve lens
C
Een bolle, negatieve lens
D
Een holle, negatieve lens
Slide 20 - Quizvraag
Hoe noemen we punt F
A
Breekpunt
B
Snijpunt
C
Brandpunt
D
Lichtpunt
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de hoek van inval ?
Dit is de hoek tussen de invallende lichtstraal en
A
het grensvlak
B
de normaal
C
de invallende lichtstraal
D
de brekende lichtstraal
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de normaal (bij lichtbreking) ?
A
Een gewone lijn
B
Een lijn die loodrecht op het grensvlak staat.
C
Een lijn die loodrecht op de invallende lichtstraal staat
D
Een lijn die loodrecht op de brekende lichtstraal staat
Slide 23 - Quizvraag
Wanneer vindt er breking plaats naar de Normaal toe?
A
Bij de overgang van ijs naar water.
B
Bij de overgang tussen glas en water.
C
Bij de overgang van glas naar lucht.
D
Bij de overgang van lucht naar glas.
Slide 24 - Quizvraag
Een lichtstraal breekt van de normaal af. De lichtstraal gaat ...