mhv1 schrijven - kaart succescriteria

mhv1 - kaart succescriteria 
Nederlands - periode 3 - schrijven
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

mhv1 - kaart succescriteria 
Nederlands - periode 3 - schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Lezen in je leesboek.
- Kaart succescriteria maken.
- SO spelling bekijken.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Ik heb mijn eigen kaart gemaakt met daarop de succescriteria voor een zakelijke e-mail.
  2. Ik heb mijn SO spelling bekeken.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Kaart succescriteria - zakelijke e-mail
- Vorige week hebben jullie samen 'succescriteria' opgesteld voor een zakelijke e-mail. 
- Je gaat die succescriteria op een kaart schrijven, zodat je steeds weet waar de zakelijke e-mail aan moet voldoen.
- De kaart stop je in je schrift of boek.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Zakelijke e-mail versturen - succescriteria
 -aanhef (Geachte heer/mevrouw; beste mevrouw De Jong)
- afsluiting (Met vriendelijke groet, naam)
- witregels (tussen aanhef, alinea's en afsluiting)
- formeel taalgebruik (o.a. 'u')
- correct gebruik van hoofdletters 
- correct gebruik van leestekens
- correct gebruik van (werkwoord)spelling
- correct begrensde zinnen
- correct gebruik van voegwoorden
- correct gebruik van verwijswoorden die, deze, dit, dat
- correct gebruik van persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.
- correct gebruik van verwijswoorden hen/hun, dat/wat, waarmee/met wie
            conventies

                 spelling


           formuleren

Slide 7 - Tekstslide

SO spelling inzien

Slide 8 - Tekstslide

- Eerst bekijken we samen een nieuwsbericht (filmpje).
- Daarna maak je een opdracht.

Slide 9 - Tekstslide

Neem de tekst over in je schrift. Plaats komma's, punten, vraagtekens, uitroeptekens, dubbele punten en hoofdletters.




heftig levensverhaal van twee vriendinnen verfilmd

de één was heel erg ziek de ander moest het land uit dat is het verhaal van de vriendinnen maartje en derakshan het gebeurde 20 jaar geleden nu is alles te zien in een film

het is een heftig verhaal derakshan moest toen van de regering terug naar afghanistan het land waar ze geboren was haar vriendin maartje was zo ziek dat ze snel zou overlijden daarom stuurde ze de minister een brief waarin ze vroeg of derakshan in haar plaats mocht blijven



timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Uitwisselen:
1. Wissel je schrift uit met degene naast je en vergelijk jullie teksten.
2. Wat hebben jullie hetzelfde gedaan?
3. Wat verschilt?


verrassing flow wint oscar

en de prijs voor de beste animatiefilm van 2024 gaat naar flow en dat is best opvallend want veel mensen dachten dat inside out 2 de prijs zou winnen flow gaat over een kat die wakker wordt in een wereld overspoeld met water samen met andere dieren moet de kat overleven op een zeilboot

filmkenners zijn best verbaasd dat flow heeft gewonnen dat komt bijvoorbeeld doordat de film best goedkoop was om te maken de films inside out 2 en de andere kanshebber wild robot kostten 190 en 75 miljoen om te maken terwijl flow 3,5 miljoen euro kostte natuurlijk nog steeds veel geld maar lang niet zoveel als die andere films.



Slide 11 - Tekstslide

Nakijken en bespreken:
1. Bekijk hiernaast hoe de tekst er met leestekens en hoofdletters uit zou zien. 
2. Kijk je tekst na.
3. Vragen of twijfels?

Verrassing! Flow wint Oscar

En de prijs voor de beste animatiefilm van 2024 gaat naar...Flow! En dat is best opvallend, want veel mensen dachten dat Inside Out 2 de prijs zou winnen.
Flow gaat over een kat die wakker wordt in een wereld overspoeld met water. Samen met andere dieren moet de kat overleven op een zeilboot.

Filmkenners zijn best verbaasd dat Flow heeft gewonnen. Dat komt bijvoorbeeld doordat de film best goedkoop was om te maken.De films Inside Out 2 en de andere kanshebber Wild Robot, kostten 190 en 75 miljoen om te maken. Terwijl Flow 3,5 miljoen euro kostte. Natuurlijk nog steeds veel geld, maar lang niet zoveel als die andere films.





Slide 12 - Tekstslide

Zinnen correct begrenzen
Dit mag niet:
- Nina en Won gaan altijd met de tent op vakantie. Want hun ouders kamperen graag. (voor het voegwoord hoort een komma):
- Nina en Won gaan kamperen, en met hun ouders uiteten. (voor het voegwoord 'en' mag je nooit een komma schrijven)
Dit kan wel (het voegwoord staat vooraan. Let op de komma tussen de twee persoonsvormen):
- Omdat hun ouders graag kamperen, gaan Nina en Won altijd met de tent op vakantie.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
1. Ga naar blz. 230 in je boek.
2. Maak opdrachten 1, 2 en 4.
3. Klaar? Lezen in je leesboek.

Je mag samenwerken.
Je werkt op fluistertoon.
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Bespreken / nakijken
1. Ga naar blz. 230 in je boek.
2. Maak opdrachten 1, 2 en 4.

Slide 15 - Tekstslide

Check - leerdoelen
  1. Ik kan zinnen correct begrenzen door punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's te gebruiken. 
  2. Ik kan uitleggen wat een voegwoord is.

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer gebruik je in een zin géén komma?
A
Voor een voegwoord
B
Na een voegwoord
C
Tussen twee persoonsvormen

Slide 17 - Quizvraag

Voor welk voegwoord zet je géén komma?
A
En
B
Zodat
C
Maar
D
Terwijl

Slide 18 - Quizvraag

Neem onderstaande tekst over. Voeg hoofdletters en leestekens toe waar nodig: hijgend werp ik een blik op mijn horloge huh nu al half 9 ik ga over mijn stuur hangen en trap zo hard ik kan met knalrode wangen en een verwilderde haardos scheur ik nét het schoolplein van de csb op als de bel gaat oeps weer te laat

Slide 19 - Open vraag

Morgen
- Succescriteria opschrijven (neem je eigen kleurpotloden mee)
- SO spelling uit periode 2 bekijken. 

Slide 20 - Tekstslide

Zakelijke e-mail versturen - succescriteria
 -aanhef (Geachte heer/mevrouw; beste mevrouw De Jong)
- afsluiting (Met vriendelijke groet, naam)
- witregels (tussen aanhef, alinea's en afsluiting)
- formeel taalgebruik (o.a. 'u')
- correct gebruik van hoofdletters 
- correct gebruik van leestekens
- correct gebruik van (werkwoord)spelling
- correct begrensde zinnen
- correct gebruik van voegwoorden
- correct gebruik van verwijswoorden die, deze, dit, dat
- correct gebruik van persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.
- correct gebruik van verwijswoorden hen/hun, dat/wat, waarmee/met wie

Slide 21 - Tekstslide