Par. 6.1 Op zoek naar Indië

Par. 6.1: Ontdekkingsreizen
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Par. 6.1: Ontdekkingsreizen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Waarom gingen Europeanen op ontdekkingsreis en welke gebieden ontdekten ze?

Slide 2 - Tekstslide

Anders denken over het leven en de dood
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)

  • Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Venus van Milo
 130 v. Chr
David van Michelangelo 
1501-1504

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken van de Renaissance-kunst (1)
  • Wedergeboorte van de Griekse- en Romeinse kunst/cultuur
  • Realistisch
  • Veel details
  • Perspectief (weergeven van diepte)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide


Nieuwe contacten

Steden in Noord-Italië gingen handelen met Azië en het Midden-Oosten. Gevolgen: kennismaking met nieuwe culturen, kennis en wetenschap uit de Oudheid (Grieken en de Romeinen).

Slide 9 - Tekstslide

Renaissance
  • Betekent: wedergeboorte van de Griekse en Romeinse kunst en cultuur

  • Periode tussen ongeveer 1450-1600

  • Ontstaat in Italië

Slide 10 - Tekstslide

Waarom in Italië? (2)
  • Rijke Italianen willen kunst (van zichzelf)

  • Kunstenaars krijgen daarom veel geld

  • Kunst wordt daardoor steeds beter

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waarom in Italië? (1)
  • Veel overblijfselen uit de Romeinse tijd

  • Door handel: meer geld en contacten met andere culturen (Afrika, Midden-Oosten, Azië)

  • Genieten van luxe spullen

Slide 13 - Tekstslide

Specerijen
  • Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, 'medicijn'.

  • Groeit alleen in Zuidoost-Azië.

  • Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.

Slide 14 - Tekstslide



Tussenhandel (zijderoute): de producten uit Indië werd steeds doorverkocht. Door deze tussenhandel werden de producten erg duur. De Europese handelaren wilden zelf de specerijen halen uit Indië (om winst te maken).

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Maak vraag 
1, 2, 4 blz. 197-198

Slide 19 - Tekstslide

Europese landen willen zelf winst maken
  • Vasco da Gama maakt als eerste Europeaan de zeereis naar India (1498)

  • Ze bouwden forten langs de route om hun macht langs de kunsten van Afrika en Azië te behouden.

  • Portugezen houden deze weg naar  India strikt geheim

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

1

Slide 23 - Video

De reis van Columbus
  • Spaanse koning en koningin wilde ook een zeeroute naar Indië vinden, want dat levert geld op. Ze sponsorde Columbus.
  • Columbus dacht dat de wereld rond was (Toscanelli).
  • Hij bereikte Amerika, maar dacht dat Indië was.
  • Andere ontdekkingsreizigers volgden de zeeroute. 
  • De gebieden die ontdekt werden, kwamen in handen van de Spaanse koning.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

De Portugezen
Bartholomeus Diaz - 1488
Vasco Da Gama - 1498

Slide 26 - Tekstslide

1498: Vasco da Gama bereikt Indië

Slide 27 - Tekstslide

De reis van Vasco da Gama
- 1498 succesvol
- Portugees Vasco da Gama
- vaart om Afrika heen naar Indië.
- Bouwen onderweg forten voor beveiliging en bevoorrading.

Slide 28 - Tekstslide

De reis van Willem Barentsz
  • Nederlanders willen ook een eigen route naar Indië vinden!

  • Wat ligt achter het ijs van Scandinavië? 

  • Noordelijke route naar Indië.

Slide 29 - Tekstslide

Nova Zembla
  • In 1596 werd het schip van Barentsz verbijzeld door het ijs.
  • Barentsz en zijn mannen bouwden een huis aan de kunst van Nova Zembla, waar ze de winter doorbrachten.
  • Barentsz overleefde te terugtocht niet, maar liet een dagboek achter.

Slide 30 - Tekstslide

Eerste Nederlanders in Azië
  • Cornelis de Houtman (spion) komt in 1596 als eerste Nederlander in Oost-Indië aan

  • Opbrengst net voldoende om de kosten eruit te krijgen, vooral door verkeerde ruilmiddelen.

  • Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop is bewezen

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Zelf maken
Vraag 7 tm 12 blz. 199-201
timer
15:00

Slide 34 - Tekstslide

Waarom in Italië? (1)
  • Veel overblijfselen uit de Romeinse tijd

  • Door handel: meer geld en contacten met andere culturen (Afrika, Midden-Oosten, Azië)

  • Genieten van luxe spullen

Slide 35 - Tekstslide

Renaissance
  • Betekent: wedergeboorte van de Griekse en Romeinse kunst en cultuur

  • Periode tussen ongeveer 1450-1600

  • Ontstaat in Italië

Slide 36 - Tekstslide

Waarom in Italië? (2)
  • Rijke Italianen willen kunst (van zichzelf)

  • Kunstenaars krijgen daarom veel geld

  • Kunst wordt daardoor steeds beter

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Anders denken over het leven en de dood
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)

  • Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Venus van Milo
 130 v. Chr
David van Michelangelo 
1501-1504

Slide 42 - Tekstslide

Kenmerken van de Renaissance-kunst (1)
  • Wedergeboorte van de Griekse- en Romeinse kunst/cultuur
  • Realistisch
  • Veel details
  • Perspectief (weergeven van diepte)

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide