Basisstof 3 Het voortplantingsstelsel van een vrouw

Thema 5
Relaties en Seksualiteit
BS 1 Je verandert
BS 2 Het voortplantingsstelsel van een man
BS 3 Het voortplantingsstelsel van een vrouw
BS 4 Menstruatie
BS 5 Relaties
BS 6 Zwangerschap en Geboorte
BS 7 Veilig vrijen
BS 8 Chlamydia en hiv
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 5
Relaties en Seksualiteit
BS 1 Je verandert
BS 2 Het voortplantingsstelsel van een man
BS 3 Het voortplantingsstelsel van een vrouw
BS 4 Menstruatie
BS 5 Relaties
BS 6 Zwangerschap en Geboorte
BS 7 Veilig vrijen
BS 8 Chlamydia en hiv

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling (1)
In de vorige les hebben we gekeken naar de uitwendige (die je kunt zien) en inwendige (van binnen) geslachtsorganen van de man.
In de afbeelding hiernaast zie je de onderdelen nog eens en in je boek kun je die natuurlijk ook vinden. We herhalen ze in de volgende slides nog even.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling (2)
Op ongeveer je 13e jaar gaan je teelballen zaadcellen maken. Die zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen. Ze verlaten het mannelijk lichaam samen met vocht uit de zaadblaasjes (voeding en vocht) en prostaat (alleen vocht). Dit noem je een zaadlozing en het fijne gevoel klaarkomen of een orgasme.

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling (3)
Om zaadcellen in de vrouw in te brengen, zul je geslachtsgemeen-schap gaan  hebben en moet de penis wel in erectie zijn, de zwellichamen (soort sponzen) in de penis vullen zich met bloed. Het gevoeligste deel van de penis is de eikel, daaromheen zit een voorhuid (behalve als je bent besneden).

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling (4)
Een zaadlozing geeft de man een lekker gevoel en noem je klaarkomen of orgasme. 
Een man kan een zaadlozing krijgen op verschillende manieren: 
- geslachtsgemeenschap (op en neer bewegen van de penis in de vagina)
- zelfbevreding of masturbatie
- 's nachts vanzelf (natte droom)

Slide 5 - Tekstslide

3. De vrouw
Op bladzijde 39 van je boek zie de uitwendige geslachtsorganen van de vrouw (afbeelding 15). 
In de afbeelding hiernaast de inwendige geslachtsorganen (afbeelding 16 in je boek).
Omdat een vrouw zich kan voortplanten, gaan we wat meer informatie bekijken deze les.

Slide 6 - Tekstslide

Filmpje
Je gaat zo een filmpje kijken over tepels. We weten allemaal dat vrouwen tepels hebben omdat ze er hun baby borstvoeding mee kunnen geven. Maar waarom hebben mannen eigenlijk tepels...?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Waarom hebben mannen nu tepels?
A
Omdat het mooi staat
B
Omdat alle baby's in de buik tepels krijgen
C
Omdat ze niet in de weg zitten
D
Om ook borstvoeding te geven

Slide 9 - Quizvraag

Eicellen (1)
Vanaf de puberteit maken jongens en mannen  elke dag zaadcellen aan, tot op hoge leeftijd blijven ze dit doen.
Een vrouw wordt met haar eicellen geboren,  maar ze ontwikkelen zich pas vanaf de puberteit.

Slide 10 - Tekstslide

Eicellen (2)
Eicellen ontwikkelen zich in de eierstokken, vanaf de puberteit tot een vrouw ongeveer 50 jaar oud is. Er komen dan minder eicellen tot ontwikkeling tot dit zelfs stopt. Dit duurt een paar jaar en noem je de 'overgang'.

Slide 11 - Tekstslide

Eicellen (3)
Er komt eens per 4 weken (ongeveer) een eicel vrij uit de eierstok, dit noem je de eisprong of ovulatie. Meestal doen de eierstokken dit om de beurt, de eileiders vervoeren de eicellen richting baarmoeder.

Slide 12 - Tekstslide

Bevruchting (1)
In het volgende filmpje kun je zien hoe na de eisprong, de bevruchting in de eileider plaats vindt. 
Bij de bevruchting versmelt de kern van de zaadcel met de kern van de eicel.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Bevruchting (2)
Bij bevruchting dringt de kop van de zaadcel in de eicel, zie nummer 2 in de afbeelding. Zoals je in nummer 3 kunt zien, vormt de buitenste laag van de eicel een ondoordringbare laag en kunnen andere zaadcellen de eicel niet meer binnendringen.

Slide 15 - Tekstslide

Vruchtbare periode (1)
In de afbeelding hieronder zie je de maandelijkse cyclus van een vrouw. De eerste 5 dagen vind de menstruatie plaats (basisstof 4, roodroze dagen). Vervolgens op dag 14 vind de eisprong plaats. Een vrouw is dus ongeveer 5 dagen per maand vruchtbaar (zie de groene dagen in de tabel).

Slide 16 - Tekstslide

Vruchtbare periode (2)
Na de eisprong (ovulatie) blijft de eicel ongeveer 12 tot 24 uur in leven (daarna sterft de eicel af in een eileider en wordt opgenomen in het bloed). Zaadcellen kunnen in het vrouwelijk lichaam ongeveer 3 dagen in leven blijven. De vruchtbare periode is dus 3 dagen voor ovulatie tot één of twee dagen na de ovulatie.

Slide 17 - Tekstslide

Innesteling

Slide 18 - Tekstslide

Innesteling
De eicel wordt bevrucht in de eileider, zie je in de afbeelding hiernaast. Daarna begint de bevruchte eicel zich te delen en wordt vervoerd naar de baarmoeder. Aan de binnenkant van de baarmoeder zit het baarmoederslijmvlies, waar het klompje cellen zich in vastzet. Dit noem je innesteling.

Slide 19 - Tekstslide

Eerste delingen van de bevruchte eicel
Deze afbeelding staat ook in je boek, hier kun je zien hoe de bevruchte eicel zich steeds verder deelt in meer en meer cellen, tot een embryo. In basisstof 6 leer je hier meer  over, en in de volgende afbeelding zie je hoe een klompje zich in 9 maanden ontwikkeld tot een kindje.

Slide 20 - Tekstslide

Innesteling
De eicel wordt bevrucht in de eileider, zie je in de afbeelding hiernaast. Daarna begint de bevruchte eicel zich te delen en wordt vervoerd naar de baarmoeder. Aan de binnenkant van de baarmoeder zit het baarmoederslijmvlies, waar het klompje cellen zich in vastzet. Dit noem je innesteling.

Slide 21 - Tekstslide

Uitwendige voortplantingsorganen (1)
In de afbeelding hierna, zie je hoe een meisje/vrouw er van buiten uitziet. 
Aan de buitenkant beschermen de buitenste en binnenste schaamlippen de ingang van de vagina. Voor de vagina ligt de urinebuis (plasgaatje) en helemaal aan de voorkant een klein bobbeltje: de clitoris.

Slide 22 - Tekstslide

Uitwendige voortplantingsorganen (2)
Bij de meeste vrouwen is de clitoris en niet de vagina gevoelig voor seksuele prikkels. 
Een meisje of vrouw kan een orgasme krijgen door het prikkelen van de clitoris, doet ze dit zelf dan noem je dat 'vingeren'.

Slide 23 - Tekstslide

Uitwendige voortplantingsorganen (2)
Wanneer een meisje opgewonden is, zal de seks makkelijker verlopen. Dit komt omdat de wand van de binnenste schaamlippen dan een slijm maken die zorgen dat de penis makkelijk in de vagina kan komen.
Alle maten penissen passen in de vagina, want er kan zelfs een kindje uitkomen!

Slide 24 - Tekstslide

Maagdenvlies
Aan de binnenkant van de vagina zit slijmvlies en aan het begin zit een klein randje. Dit noem je het maagdenvlies. Dit heeft veel verschillende vormen en er zit soms zelfs niets. Heel soms bloedt een meisje een beetje als dit iets inscheurt maar meestal gebeurt er niets.

Slide 25 - Tekstslide

Hygiëne
Net als tussen de eikel en de voorhuid van de man, kunnen ook tussen de schaamlippen bacteriën groeien.
Elke dag wassen met water is daar goed voor, je hebt meestal geen lactacyd of zoiets nodig.

Slide 26 - Tekstslide

Besnijdenis
Net zoals bij de man de voorhuid kan worden verwijderd, worden er in sommige Afrikaanse landen meisjes besneden. Bij jongens is dit niet erg, maar bij meisjes wel!!
In het plaatje hiernaast zie je wat er allemaal weggesneden kan worden: schaamlippen, clitoris en soms wordt zelfs bijna alles dichtgemaakt.
Mannen weten zo dat een meisje nog maagd is (geen seks heeft gehad). Meisjes hebben geen fijne seks meer. In Nederland is dit verboden!

Slide 27 - Tekstslide

Vrouwelijk geslachtsorgaan
In het filmpje op de volgende slide wordt nog even doorgenomen welke onderdelen we hebben behandeld, die je op de afbeelding hiernaast ziet.
Ten slotte staat er het huiswerk, nog een aantal Lessonup opdrachten en de samenvatting.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Huiswerk
- Lees in je tekstboek bladzijde 39 t/m 43. (M:  144 t/m 147 van boek 2a)
- Maak opdracht 12 t/m 14 in je werkboek, of de opdrachten in de ELO van Biologie en Verzorging voor Jou. (M: 9 t/m 11)
- Stuur een foto van jouw gemaakte werk.
Maak nog eerst de volgende opdrachtjes in Lessonup en lees eventueel de samenvatting door.

Slide 30 - Tekstslide

Vragen
De volgende vragen zijn sleepvragen over de geslachtsorganen van de vrouw.
Daarna komt er nog een meerkeuze vraag over over een filmpje over menstruatie.

Slide 31 - Tekstslide

Koppel de woorden aan de cijfers 
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Vagina
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Baarmoeder

Slide 32 - Sleepvraag

Koppel de woorden aan de cijfers 
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Buitenste schaamlip
Maagdenvlies
Anus
Vagina
Binnenste schaamlip
Clitoris
Urinebuis

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Video

Waaruit bestaat menstruatievocht?
A
Baarmoederslijmvlies, slijm en bloed
B
Baarmoederslijmvlies en de "dode" eicel
C
Heel veel bloed
D
Nog meer bloed

Slide 35 - Quizvraag

Samenvatting
De delen van het voortplantingsstelsel van de vrouw zijn:
- Eierstokken: hierin vindt de ontwikkeling van de eicellen (vanaf de puberteit tot aan de overgang op ongeveer 50-jarige leeftijd) plaats.
- Eileiders: vervoeren eicellen.
- Baarmoeder: hierin groeit het ongeboren kindje. De baarmoeder heeft een dikke gespierde wand die met slijmvlies is bedekt.

Slide 36 - Tekstslide

Samenvatting
- Vagina: Hierin komt sperma bij geslachtsgemeenschap. Bij menstruatie worden stukjes baarmoederslijmvlies, slijm en bloed via de vagina verwijderd. Via de geboorte komt het kind via de vagina ter wereld.
- Binnenste schaamlippen: produceren slijm waardoor de toegang tot de vagina glad wordt.
- Buitenste schaamlippen liggen om binnenste heen .

Slide 37 - Tekstslide

Samenvatting
- Clitoris: vangt prikkels op die kunnen leiden tot een organsme.
- Maagdenvlies: een randje weefsel aan het begin van de vagina.
- Meisjesbesnijdenis: verwijderen van schaamlippen en/of clitoris. Meisjesbesnijdenis is verminking en daarom verboden.

Slide 38 - Tekstslide

Samenvatting
Wat is ovulatie, bevruchting en innesteling:
- Ovulatie (eisprong): het vrijkomen van een eicel uit een eierstok. 
Een (onbevruchte) eicel blijft na de ovulatie 12 tot 24 uur in leven. 
Daarna sterft de eicel af in een eileider. De resten worden opgenomen in het bloed. 
- Zaadcellen blijven na een zaadlozing in het lichaam van een vrouw ongeveer 3 dagen in leven. Ze bewegen via de baarmoeder naar de eileiders.

Slide 39 - Tekstslide

Samenvatting
- Bevruchting: het versmelten van de kern van een zaadcel met de kern van een eicel.
Bevruchting vindt plaats in een eileider. 
Bevruchting is mogelijk wanneer geslachtsgemeenschap heeft plaatsgevonden in de vruchtbare periode (van ongeveer 3 dagen vóór de ovulatie tot één dag na de ovulatie).
Een eicel kan door 1 zaadcel worden bevrucht. De buitenste laag van de eicel wordt ondoordringbaar nadat de kop van een zaadcel is binnengedrongen.

Slide 40 - Tekstslide

Samenvatting
- Een bevruchte eicel deelt zich een aantal keren. Het klompje cellen dat zo ontstaat, wordt naar de baarmoeder vervoerd. 
- Innesteling: het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies.

Slide 41 - Tekstslide