rekenles liters

rekenles liters
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

rekenles liters

Slide 1 - Tekstslide

blok 8, week 3, les 12
Doel: alle litermaten in elkaar omzetten.
Deze sommen gaan over het omrekenen van de inhoud.
Het lijkt op het meten van de lengte, maar nu meet je hoeveel ergens in kan, de inhoud dus.
1 meter =  10 decimeter = 100 centimeter = 1000 millimeter
1 liter      = 10 deciliter      = 100 centiliter     = 1000 milliliter                                            

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Er past 1 liter in deze maatbeker.
1 liter = 1000 milliliter
1 liter = 100 centiliter
1 liter = 10 deciliter

Slide 4 - Tekstslide

Hier staat de tabel naast elkaar.

Schrijf je antwoord in je rekenschrift.


30

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik de tabel
3l = ..... dl

Slide 6 - Open vraag

Gebruik de tabel
750ml= ..... cl

Slide 7 - Open vraag

9 dl= ... ml
Hoeveel sprongen?

Slide 8 - Open vraag

10 cl= ..... l
Een lastige!

Slide 9 - Open vraag

zelfstandig werken
verlengde instructie 1g

zelfstandig werken 1m

we werken tot 9:30 aan rekenen
Heb je niveau 5 gehaald ga dan aan je weektaak werken. 

Slide 10 - Tekstslide

is het lesdoel behaald?
Lesdoel: alle litermaten in elkaar omzetten.

we doen een quiz!!

Slide 11 - Tekstslide

4dl is hoeveel cl
A
400
B
4000
C
4
D
40

Slide 12 - Quizvraag

7ml is hoeveel L
A
0,7
B
70
C
0,007
D
0,07

Slide 13 - Quizvraag

50cl is hoeveel L
A
5
B
0,5
C
500
D
0,005

Slide 14 - Quizvraag

spelling

Slide 15 - Tekstslide

telwoord wat is dat?

Slide 16 - Open vraag

hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 17 - Open vraag

hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 18 - Open vraag

wat zijn voegwoorden?

Slide 19 - Open vraag

wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 20 - Open vraag

wat zijn werkwoorden?

Slide 21 - Open vraag

werkboek
maak opdracht 1 t/m 3 (opdracht 4 is niet verplicht)

ben je klaar lever dan niet je schrift in maar leg hem op de hoek van je tafel.
klaar?
werken aan je werkpakket of als je rekenen nog niet af had rekenen. spellingboekje

Slide 22 - Tekstslide