In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 1 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Gaswisseling en uitscheiding
12.1 Gaswisseling 12.2 Longventilatie 12.3 De lever 12.4 De nieren 12.5 De huid
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Leerdoelen
Wat is watervergiftiging?
Video uitleg watervergiftiging --> 3 minuten
Video nieren --> 2,5 minuten
Uitleg basisstof 12.4 --> nieren
Opdrachten maken
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de bouw, werking en functies van de nieren en urinewegen beschrijven.
Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu min of meer constant wordt gehouden door de nieren.
Slide 4 - Tekstslide
Uitscheiding
Cellen hebben een constant intern milieu nodig.
Verstoring van deze balans (homeostase) door:
Teveel/te weinig opname van zouten en water
--> Bloeddruk, osmotische waarde, bloedvolume en bloeddruk
Productie afvalstoffen:
--> CO2 (verlaagt pH weefselvloeistof)
--> Ureum (giftig)
Slide 5 - Tekstslide
Wat scheiden we uit?
(Stikstofhoudende) producten:
NH3-/NH4+ (ammonium, ammoniak), gal, CO2, zouten en water
Waar:
--> lever, nieren, huid, longen
Waarom:
Deze stoffen zijn giftig voor het lichaam /bedreigen de homeostase.
Slide 6 - Tekstslide
Watervergiftiging
Zo nu en dan hoor je in het nieuws dat er iemand is overleden aan watervergiftiging.
Hoe kan dat?
Wat gebeurt er in je lichaam?
Slide 7 - Tekstslide
Waardoor ontstaat watervergiftiging?
Watervergiftiging is te veel water en te weinig zout in je lichaam.
Teveel water in korte periode
3 á 4 liter per uur
0,7 tot 1 liter in de nieren
Niet meer te verwerken door nieren
Slide 8 - Tekstslide
Waardoor ontstaat watervergiftiging?
Bij watervergiftiging is de hoeveelheid water te groot in vergelijking met natrium (zout), door de lage hoeveelheid natrium stroomt het water de hersencellen in. Hierdoor zwellen de hersencellen op, en omdat het schedel niet rekt bouwt er druk op. Dit kan lijden tot infarcten coma’s en uiteindelijk de dood.
Slide 9 - Tekstslide
Symptomen watervergiftiging
Opzwellende handen en voeten
Misselijkheid/overgeven
Hoofdpijn
Spierpijn
Krampen
Slapeloosheid/verwarring
Ernstige gevallen: epileptische aanvallen of bewusteloosheid
Slide 10 - Tekstslide
XTC
Door XTC krijg je dorst en ga je
zweten, hierdoor gaan mensen meer drinken.
Dit wordt snel teveel.
XTC stimuleert het vrijkomen van
het antidiuretisch hormoon (ADH). Dit hormoon zorgt ervoor je niet
kunt plassen. Het water blijft dan in je lichaam..
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Nieren: uitscheidingsorganen
Functie:
Uitscheiding van stofwisselingsproducten (bv afvalstoffen die vrijkomen bij het maken van stoffen (bouwstoffen van stikstofhoudende producent: eiwitten)
Uitscheiding van lichaamsvreemde stoffen (bv medicijnen)
Osmoregulatie:
Regeling waterbalans (OSMOSE)
Regeling zoutbalans (mineralen) (ACTIEF TRANSPORT --> kost ATP)
Regeling pH
Slide 13 - Tekstslide
Bouw van de nier
Nierschors, niermerg, nierbekken
nierslagader en nierader
urineleider
1 miljoen niereenheden (nefronen)
Bijnier = hormoonklier die bovenop elke nier ligt.
Slide 14 - Tekstslide
Bouw van de nieren
In de nierschors en -merg wordt urine gevormd, in het nierbekken wordt urine verzameld. BiNaS 85A
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
De werking in het nefron
Stap 1: Ultrafiltratie
Water en kleine stoffen uit het bloed gefilterd (botte bijl methode).
Stap 2: Terugresorptie
Terughalen water / bruikbare stoffen
Stap 3: Excretie
Afvalstoffen en onbruikbare stoffen d.m.v. actief transport in de voorurine gepompt.
Stap 4: Uitscheiding
Stap 4: uitscheiding
Slide 18 - Tekstslide
Stap 1: Ultrafiltratie
De nierslagader vertakt zich in een kluwen van haarvaten = de glomerulus.
Diameter afvoerende slagadertjes is kleiner dan die van de aanvoerende slagadertjes --> bloeddruk glomerulus hoog --> bloedplasma in Kapsel van Bowman geperst.
Slide 19 - Tekstslide
Glomerulus
Door de hoge bloeddruk in deze haarvaatjes wordt continu bloedplasma, maar ook kleine moleculen naar buiten geperst.
Hierdoor ontstaat voorurine.
De voorurine bevat nu nog: water, glucose, aminozuren, zouten, afvalstoffen: o.a. ureum
In de glomerulus vindt ultrafiltratie plaats.
Slide 20 - Tekstslide
Kapsel van Bowman
Vanuit glomerulus naar het kapsel van Bowman (uitgeperst vocht met van alles erin), naar een buizenstelsel --> nierbuisje.
Voorurine bevat geen: grote bloedeiwitten, bloedcellen, bloedplaatjes
Slide 22 - Tekstslide
Stap 2: Terugresorptie
In het eerste gekronkelde buisje wordt de voedingsstoffen en water weer teruggehaald en weer teruggebracht in het bloed.
De voorurine bevat nu nog: water, glucose, aminozuren, zouten, afvalstoffen: o.a. ureum
Terugresorptie van nuttige stoffen van voorurine via weefselvloeistof naar het bloed.
100% terugresorptie van glucose door actief transport
Slide 23 - Tekstslide
Stap 2: Terugresorptie
In het dalende deel van de Lis van Henle wordt water weer teruggebracht in de weefselvloeistof.
Wand is permeabel voor water, maar niet voor zouten --> voorurine geconcentreerd. (osmotische waarde voorurine stijgt)
Slide 24 - Tekstslide
Stap 2: Terugresorptie
In de stijgende Lis van Henle worden zouten (ionen) weer teruggebracht in de weefselvloeistof. (Osmotische waarde voorurine daalt)
Wand is niet permeabel voor water, wel voor zouten.
--> Actief transport, dus kost ATP
Slide 25 - Tekstslide
Stap 3: Excretie
In het 2e gekronkelde buisje wordt de osmotische waarde en de pH geregeld door:
Regulering van NaCL, en K+
Regulering pH d.m.v. afgifte H+ en terugresorptie HCO3-
Slide 26 - Tekstslide
Stap 3: Excretie
In het 2e gekronkelde buisje wordt de osmotische waarde en de pH geregeld door:
Terugresorptie water door ADH
Regulering van NaCL, en K+
Regulering pH d.m.v. afgifte H+ en terugresorptie HCO3-
Slide 27 - Tekstslide
Verzamelbuis en ADH
In de verzamelbuis wordt alles gefinetuned: o.i.v. hormoon ADH (hypofyse)--> membranen worden meer permeabel voor water --> terugresorberen --> minder urineproductie.
Afhankelijk van de osmotische waarde... gemonitord in de hypothalamus…
Slide 28 - Tekstslide
Waterhuishouding (door negatieve terugkoppeling)
Slide 29 - Tekstslide
Hoeveelheid water
Hangt af van de regeling door het hormoon ADH.
ADH wordt gemaakt bij een te laag bloedvolume.
ADH stimuleert transport van extra waterkanalen naar het celmembraan.
Afgifte van ureum verhoogt de osmotische waarde in het niermerg, water volgt door osmose.
ADH neemt toe -> extra opname water uit voorurine dus minder water in urine
Slide 30 - Tekstslide
Stap 4: uitscheiding
Urine naar nierbekken
Definitieve urine bevat water met ureum, ammonium, andere ionen en diverse andere stoffen afhankelijk van de aanvoer uit het bloed.
Slide 31 - Tekstslide
Om te onthouden
Bloeddruk veroorzaakt de persing van het bloedplasma door de glomerulus (de haarvaatjes)
Bedenk dat de relatie van de osmotische waarde van het bloed samenhangt met de productie van het hormoon ADH (leg uit…)