LIHR Recht P1 - H3

Recht P1 - Hoofdstuk 3
Legal, Insurance & HR Services Specialist
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
RechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Recht P1 - Hoofdstuk 3
Legal, Insurance & HR Services Specialist

Slide 1 - Tekstslide

Recht periode 1
> Zie de planner ‘Klas 1 Recht’ op Itslearning


Lesweek 1 t/m 6: Theorielessen + opdrachten (H1 t/m 3 van het Basisboek Juridisch 2022).

Lesweek 7 en 8: Portfolio-opdracht ‘Rechtbank’.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 3: De overheid
Leerdoelen van dit hoofdstuk:
- Je kunt de drie overheidstaken benoemen.
- Je kunt de drie lagen van de overheid benoemen.
- Je kunt de vier Europese instellingen opsommen.


Slide 3 - Tekstslide

Inleiding
We spreken altijd van ‘de overheid’, maar eigenlijk hebben we meerdere overheden in Nederland. 

De overheid bestaat uit drie lagen: 
1. de centrale overheid (ook wel Rijksoverheid genoemd), en

Lokale overheden, zoals:
2. provincies 
3. gemeenten.

Er zijn ook overheidsinstanties die een bepaalde taak uitvoeren, zoals waterschappen, 
de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).

Slide 4 - Tekstslide

De taken van de overheid
Eerder spraken we al over de machtenscheiding in Nederland, die beschrijft hoe de taken van de overheid niet allemaal in handen liggen van dezelfde personen, zodat machtsmisbruik zoveel mogelijk voorkomen wordt. 

De drie taken van de overheid zijn:

1. De wetgevende taak
2. De bestuurlijke taak
3. De rechtsprekende taak.

Let op: er is geen vaste volgorde of iets dergelijks, het één is niet per se belangrijker dan het ander.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Is de onderstaande stelling juist of onjuist?

" De onafhankelijke rechters zijn de wetgevende macht."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Wetgevende taak
In de eerste plaats is het de taak van de overheid om wetten te maken: de wetgevende taakIn de wetten staat het recht: de rechtsregels die voor iedereen gelden. Denk aan het Wetboek van Strafrecht (WvS) of de Werkloosheidswet (WW).

Belangrijk om te onthouden: 
Wie maakt de formele wetten (de wetten uit je wettenbundel) in NL?
De formele wetgever: Regering + Staten-Generaal samen (!).
> Regering = Koning + Ministers
> Staten-Generaal = Eerste en Tweede Kamer

Slide 8 - Tekstslide

Bestuurlijke taak
Daarnaast is het de taak van de overheid – meer specifiek de regering – om te besturen. 

Deze bestuurlijke taak wordt ook wel de uitvoerende taak genoemd. 
Hiermee zorgt de overheid voor een goede gang van zaken in het land en wordt de samenleving geordend.

Een belangrijk onderdeel van de bestuurlijke taak is het uitvoeren van wetten.

Snap je nu waarom de letter ‘U’ in ‘DUO’ zit?

Slide 9 - Tekstslide

Rechtsprekende taak
Tot slot heeft de overheid een rechtsprekende taak

De rechtspraak is opgedragen aan onafhankelijke rechters (de ‘rechterlijke macht’), zie artikel 112 van de Grondwet. 

De rechter beslist uiteindelijk wat er gebeurt als 
mensen een verschil van mening hebben over 
het recht of als een rechtsregel wordt overtreden 
of niet nageleefd.

Slide 10 - Tekstslide

Rechters worden door de overheid 'voor het leven' benoemd.
In welk artikel van de Grondwet staat dit?
Vul enkel een getal in.

Tip: het staat in hoofdstuk 6 van de GW

Slide 11 - Open vraag

Geen zuivere machtenscheiding
In Nederland is er dus geen zuivere machtenscheiding. Waarom?

De drie machten zijn niet strikt gescheiden, omdat de regering zowel in de wetgevende als de bestuurlijke/uitvoerende macht zit. In een ideale wereld zou dit niet het geval zijn, zodat de drie machten écht verdeeld zijn over andere groepen mensen.

Slide 12 - Tekstslide

Landelijke overheid
De Staten-Generaal en de regering zijn de twee belangrijkste overheidsorganen van de landelijke overheid.

Hoe zat het ook alweer? 
Beantwoord de volgende twee vragen.
 

Slide 13 - Tekstslide

Wie behoort tot de Staten-Generaal?

Slide 14 - Open vraag

Waar bestaat de regering uit?

Slide 15 - Open vraag

Landelijke overheid: Staten-Generaal
De Staten-Generaal heeft twee taken:
1 .Het controleren van de regering;
2. Wetten maken (samen met de regering).

1. Controle van de regering
De Eerste en Tweede Kamer controleren het beleid (plannen en doelen) van de regering. Kamerleden stellen vragen aan de verantwoordelijke minister over het beleid en de uitvoering daarvan. De ministers zijn verplicht om antwoord te geven op de gestelde vragen (zie artikel 68 Gw).

2. Wetten maken
De Eerste en de Tweede Kamer zijn medeverantwoordelijk voor de wetgeving in ons land. Ze maken samen met de regering nieuwe wetten. Meestal doet de regering een wetsvoorstel en stuurt dit door naar de Kamers. Het wetsvoorstel wordt pas een wet als beide Kamers met het wetsvoorstel instemmen.



Slide 16 - Tekstslide

Landelijke overheid: regering
De regering heeft óók twee taken:
1. De wetgevende taak;
2. De bestuurlijke taak.

1. Wetgevende taak
Zoals je inmiddels weet worden wetten in Nederland gemaakt door de regering en Staten-Generaal samen. In de praktijk neemt de regering het initiatief voor een nieuwe wet:
> De minister bereidt het wetsvoorstel voor op het ministerie. De Tweede Kamer stemt over de voorgestelde nieuwe wet of vraagt de minister het wetsvoorstel aan te passen aan de wensen van de Tweede Kamer, artikel 84 van de Grondwet.

2. Bestuurlijke taak
De regering zorgt voor een goede gang van zaken in het land. Zij zorgt bijvoorbeeld voor veiligheid, toegang tot werk, een beter klimaat en meer huizen. Een nieuwe regering legt de plannen en doelen vast in het coalitieakkoord, dit zijn de afspraken en plannen van de politieke partijen die samen de regering vormen.


Slide 17 - Tekstslide

Provinciale en gemeentelijke overheid
Iedere provincie en gemeente heeft haar eigen overheid. 

Deze overheden hebben bevoegdheden die ze zelfstandig kunnen uitoefenen. Dit is verder beschreven in de Provinciewet en de Gemeentewet.


 

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel provincies heeft Nederland?
A
10
B
12
C
14
D
16

Slide 19 - Quizvraag

De provinciale overheid
Het bestuur van iedere provincie bestaat uit drie organen:

- Provinciale Staten
- Gedeputeerde Staten
- De commissaris van de Koning

Slide 20 - Tekstslide

Provinciale Staten
De inwoners van een provincie kiezen de leden van de Provinciale Staten. Zij vertegenwoordigen de gehele bevolking van de provincie (volksvertegenwoordiging). 

Zij controleren het beleid van Gedeputeerde Staten en zijn verantwoordelijk voor het vaststellen van wetgeving.

Wetgeving die is gemaakt door Provinciale Staten noem je provinciale verordeningen.


Slide 21 - Tekstslide

Gedeputeerde Staten
De Gedeputeerde Staten besturen de provincie en maken het beleid. Qua taak kun je ze vergelijken met de regering. 

De leden van de Gedeputeerde Staten worden benoemd door de Provinciale Staten.


Let op, het is ‘ge-de-pu-teerd’, niet ‘gedupeerd’.

Slide 22 - Tekstslide

De commissaris van de Koning
De commissaris van de Koning is voorzitter van Provinciale Staten en van Gedeputeerde Staten en wordt benoemd door de regering. 

De commissaris heeft naast ceremoniële taken ook taken op het gebied van veiligheid, openbare orde en klachtenafhandeling.

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel gemeenten heeft Nederland?
A
150
B
275
C
380
D
510

Slide 24 - Quizvraag

Gemeentelijke overheid
Iedere gemeente bestaat uit drie organen:
- Gemeenteraad
- College (van burgemeester & wethouders)
- Burgemeester

Slide 25 - Tekstslide

Gemeenteraad
De inwoners van de gemeente kiezen de gemeenteraad. De gemeenteraad (ook wel ‘raad’ genoemd in de wet) vertegenwoordigt de gehele bevolking van de gemeente en:

1. controleert het beleid van het college.
2. stelt wetgeving vast. 

Wetgeving op gemeentelijk niveau noem je gemeentelijke verordeningenDe bekendste gemeentelijke verordening van iedere gemeente is de ‘Algemene Plaatselijke Verordening’ (APV). In een APV staan algemene regels voor die gemeente. Denk hierbij aan het toezicht op horecagelegenheden, het organiseren van evenementen en het gebruik van vuurwerk. 

Slide 26 - Tekstslide

College van B&W
Het college bestaat uit de burgemeester en de wethouders en wordt meestal college van B&W genoemd: het College van Burgemeester & wethouders. 

Het college voert het dagelijkse bestuur van de gemeente en maakt het beleid

Qua taak kun je het college vergelijken met de regering, maar dan op lokaal niveau (in plaats van centraal).

Slide 27 - Tekstslide

Burgemeester
De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad en van het college van B&W. De regering benoemt de burgemeester. 

De burgemeester zorgt voor een goede samenwerking met andere gemeenten, vertegenwoordigt de gemeente naar buiten toe en is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde.

Slide 28 - Tekstslide

Burgemeester van Breda
(Paul Depla)
Burgemeester van Roosendaal
(Han van Midden)

Slide 29 - Sleepvraag

Autonomie en medebewind
Provincies en gemeenten zijn overheden die voor een deel zelf kunnen beslissen (autonomie) wat ze doen en welke regels ze maken, maar voor een ander deel ook mee moeten helpen (medebewind) bij het uitvoeren van landelijk beleid en wetgeving van de centrale overheid.

Slide 30 - Tekstslide

Autonomie
Autonomie is een ander woord voor zelfstandigheid. Hier betekent het dat lokale overheden zoals de provincies en de gemeenten eigen beslissingen kunnen nemen over hun beleid

Een gemeente kan zelf bepalen tot hoe laat de cafés 
en clubs open mogen blijven of vanaf hoe laat het vuilnis 
aan de straat mag worden gezet. 

Een provincie of gemeente kan op het eigen grondgebied zelfstandig beleid maken en in verordeningen vastleggen, voor zover dit niet strijdig is met de landelijke wet- en regelgeving.


Slide 31 - Tekstslide

Medebewind
Provincies en gemeenten hebben ook taken waarbij er géén sprake is van autonomie. De lokale overheden zijn verplicht landelijke wetgeving uit te voeren: er is dus geen ruimte om eigen beleid te maken. Dit wordt medebewind genoemd.


Voorbeeld: de Participatiewet
Deze wet is gemaakt door de regering en Staten-Generaal. Het idee van deze wet is om hulp te bieden aan iedereen die kan werken, maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt. In de Participatiewet wordt aan de colleges van alle gemeenten de opdracht gegeven om mensen te helpen bij het vinden van werk. De colleges van de gemeenten voeren de opdracht van de Participatiewet dus uit in het kader van medebewind.

Slide 32 - Tekstslide

Basis in de wet
Artikel 124 Grondwet

1. Voor provincies en gemeenten wordt de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake hun huishouding aan hun besturen overgelaten.
2. Regeling en bestuur kunnen van de besturen van provincies en gemeenten worden gevorderd bij of krachtens de wet.

Slide 33 - Tekstslide

Weet je het nog?
Is dit een formele wet,
een provinciale verordening
of een gemeentelijke
verordening?
A
formele wet
B
provinciale verordening
C
gemeentelijke verordening

Slide 34 - Quizvraag

De Europese instellingen
Sinds 1993 bestaat de Europese samenwerking zoals die vandaag nog bestaat: de Europese Unie (EU). Deze bestaat nu uit 27 staten, maar het begon ooit met 6 landen.

Slide 35 - Tekstslide

Van EGKS naar EEG, naar EU
In 1951, vijf jaar na het eind van de Tweede Wereldoorlog, richtten Frankrijk, Italië, (toen nog) West-Duitsland, België, Luxemburg en Nederland de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) op. De EGKS bleek een groot succes en de samenwerkende landen breidden hun samenwerking uit tot alle goederen en diensten van hun economieën

In 1957 vormden ze één gemeenschappelijke economie ofwel één gemeenschappelijke markt. Zo groeide de EGKS uit tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG)

Toen steeds meer lidstaten zich aansloten werd het uiteindelijk de Europese Unie (EU).

Slide 36 - Tekstslide

Stelling:
Dit is de vlag van de EU.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Video

Verdragen
De EGKS, EEG en EU zijn voorbeelden van samenwerkingsrelaties tussen staten. Deze staten maken afspraken over hun samenwerking in een verdrag: een contract tussen staten. 

Lidstaat: staat die meedoet aan de samenwerking en het verdrag heeft ondertekend. De gedachte is dat bepaalde zaken nu eenmaal beter en efficiënter met alle lidstaten samen opgelost kunnen worden dan als staat afzonderlijk, denk aan grenscontroles, veiligheid en milieu.

Met het ondertekenen van een EU-verdrag en andere Europese verdragen verplicht Nederland zich aan een groot aantal afspraken te houden. Iedere lidstaat, en dus ook Nederland, geeft iets van de eigen zeggenschap over een bepaald onderwerp aan organisaties (Europese instellingen) die door het verdrag zijn ingesteld. Deze instellingen voeren een een deel van de wetgevende, bestuurlijke en rechtsprekende overheidstaak uit.


Slide 39 - Tekstslide

Europese instellingen
De Europese Unie kent verschillende instanties. Zo hebben we:

- de Europese Raad
- de Raad van Ministers
- de Europese Commissie
- het Europees Parlement
- de Europese Rekenkamer
- het Hof van Justitie


Slide 40 - Tekstslide

Europese Raad
Een vergadering van de Europese Raad wordt ook wel een Europese top genoemd. De Europese Raad bestaat namelijk uit de staatshoofden en regeringsleiders van alle lidstaten van de EU. Namens Nederland is de minister-president aanwezig. Tijdens een Europese top worden op hoofdlijnen afspraken gemaakt over het Europees beleid.






                De staatshoofden en regeringsleiders tijdens een Europese top in 2021

Slide 41 - Tekstslide

Raad van Ministers
Tijdens de vergaderingen van de Raad van Ministers staat steeds een bepaald onderwerp centraal. De lidstaten van de EU sturen dan de minister naar de vergadering die verantwoordelijk is voor dat onderwerp. Zo vormen de ministers van Financiën van alle lidstaten de Raad van Ministers wanneer er financiële zaken op de agenda staan. De Raad van Ministers heeft een rol bij het maken van Europese wetgeving en bij het opstellen van de begroting.



Slide 42 - Tekstslide

Europese Commissie
De Europese Commissie oefent het dagelijks bestuur van de EU uit en maakt wetsvoorstellen voor Europese wetgeving

Iedere lidstaat levert één Eurocommissaris die zich bezighoudt met een eigen beleidsterrein. Zo is de Nederlander Frans Timmermans klimaat-Eurocommissaris. Hij heeft plannen gemaakt om te zorgen dat in 2050 de Europese Unie klimaatneutraal is. Hij maakt deel uit van de huidige Europese Commissie.



Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Europees Parlement
Het Europees Parlement is de Europese volksvertegenwoordiging van de ruim 450 miljoen Europese burgers en telt 705 leden (2020). 

De inwoners van de 27 lidstaten van de EU (wij allemaal dus!) kiezen deze leden rechtstreeks. Nederland is met 29 leden vertegenwoordigd in het Europees Parlement.


Taken:
> Het Europees Parlement bespreekt voornamelijk wetsvoorstellen van de Europese Commissie.
> Het bepaalt samen met de Raad van Ministers of een wetsvoorstel ook daadwerkelijk wordt aangenomen. 
> Ook controleert het Europees Parlement het beleid van de EU.
> Het bepaalt de begroting (samen met de Raad van Ministers).

Slide 45 - Tekstslide

Europese Rekenkamer & HvJ
Europese Rekenkamer
In de EU gaan miljarden euro's om. De Europese Rekenkamer controleert of de EU het geld heeft uitgegeven zoals afgesproken en of de inkomsten ook kloppen.


Hof van Justitie
Bij verschil van mening over (de uitleg van) EU-wetgeving kunnen burgers, bedrijven, lidstaten en zelfs andere Europese instellingen naar het Hof van Justitie. De uitspraken van het Hof zorgen ervoor dat Europese wetgeving op dezelfde manier wordt toegepast bij het oplossen van meningsverschillen in alle EU landen.


Slide 46 - Tekstslide

In welke stad is het
Hof van Justitie gevestigd?
A
Luxemburg
B
Den Haag
C
Berlijn
D
Wenen

Slide 47 - Quizvraag

Opdrachten
De opdrachten die horen bij hoofstuk 2:



Opdracht 1 t/m 13

Slide 48 - Tekstslide

EINDE

Slide 49 - Tekstslide