6.12 herhaling voltooid deelwoord

Taalverzorging Spelling - Voltooid deelwoord
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Taalverzorging Spelling - Voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je het voltooid deelwoord goed gebruiken in een zin. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al
over het voltooid deelwoord?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is een vorm van een werkwoord. 
Er moet ook altijd (een vorm van) zijn, worden of hebben in de zin staan.



Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zinnen?

Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Wat is een voltooid deelwoord?

In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm van de werkwoorden:
  1. hebben
  2. zijn 
  3. worden

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld voltooid deelwoord - sterk werkwoord:
  • gelopen
  • geslapen
  • bedrogen
  • Voorbeeld voltooid deelwoord - zwak werkwoord:
  • gemaakt
  • gegooid
  • verhuisd
Voltooid deelwoord

Slide 7 - Tekstslide

Klopt deze spelling?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe schrijf je een voltooid deelwoord?
Kijk naar de verleden tijd van het werkwoord.
Maak het werkwoord langer, dan hoor je wat je schrijft. 
pakte- gepakt
bloosde- gebloosd
knipte- geknipt
reisde- gereisd

Slide 9 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben ,zijn of  worden.
- Het voltooid deelwoord staat vaak aan het eind van een zin.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- ,ver-.
- Als er  al ge-,be ver- in het werkwoord staat dan geen ge ervoor!!!!

Slide 10 - Tekstslide

’T EX KOFSCHIP
Je bepaalt aan de hand van ’T EX KOFSCHIP of je zwakke werkwoorden met een – d of –t op het eind moet schrijven bij het voltooid deelwoord. 

Slide 11 - Tekstslide

’T EX KOFSCHIP
Als de laatste letter van de stam WEL in ’t ex kofschip staat, schrijf je het voltooid deelwoord op het eind met een -t
Als de laatste letter van de stam NIET in ’t ex kofschip staat, schrijf je het voltooid deelwoord op het eind met een -d.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een voltooid deelwoord?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Persoonsvorm

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?
A
bedoelt
B
bedoeld
C
zeg
D
sprak

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
ge-be-her-ver-ont woorden
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 15 - Quizvraag

Een voltooid deelwoord ...
A
staat altijd aan het begin van een zin
B
staat vaak in het midden van een zin
C
staat meestal aan het eind van een zin

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?
A
loop
B
liep
C
gelopen

Slide 17 - Quizvraag

Bij het voltooid deelwoord gebruik je vaak...
A
stam +t
B
't ex kofschip

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

gebeuren
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

knutselen
A
geknutselt
B
geknutseld

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van

chillen
A
gechild
B
gechilt

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

vrezen
A
Gevreest
B
Gevreesd
C
Gevrozen
D
Vrezend

Slide 22 - Quizvraag

voltooid deelwoord van:

wachten
A
wachtet
B
gewist
C
gewacht
D
wachtte

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

proeven
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

verduren
A
geduurd
B
verduurd
C
geverduurd

Slide 25 - Quizvraag

Is dit het juiste voltooid deelwoord?

gereden
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

draven
A
gedraven
B
gedraft
C
gedraafd
D
gedraaft

Slide 27 - Quizvraag

Van een werkwoord een voltooid deelwoord maken.

Welk voltooid deelwoord is juist bij het werkwoord HEBBEN
A
gehad
B
gehebben
C
gehat
D
gehebt

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

interviewen
A
geinterviewd
B
geïnterviewd
C
geinterviewt
D
geïnterviewt

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

dwalen
A
bedwaald
B
verdwaalt
C
verdwaald
D
gedwaald

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

belonen
A
Beloond
B
Beloont
C
Belonen
D
Belonend

Slide 31 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

bereiken
A
bereikt
B
bereikd

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

denken
A
bedacht
B
gedenkt
C
denkte
D
gedacht

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

jagen
A
gejaagt
B
gejaagd

Slide 34 - Quizvraag

Een voltooid deelwoord begint altijd met ge.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Ik begrijp hoe ik een voltooid deelwoord in de zin kan gebruiken en kan het toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

voltooid deelwoordenspel
  • Maak groepjes van 4 

Slide 37 - Tekstslide