Marktonderzoek

Marktonderzoek
Doelen:
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Marktonderzoek
Doelen:

Slide 1 - Tekstslide

Richten op bedrijven of op consumenten? 

Slide 2 - Tekstslide

Noem 2 vb van: B2B

Slide 3 - Woordweb

Noem 2 vb van: B2C

Slide 4 - Woordweb

Noem 2 vb van: C2C

Slide 5 - Woordweb

Noem 2 vb van: C2B

Slide 6 - Woordweb

Marktonderzoek
Dit is systematisch onderzoek naar de afzetmogelijkheden v.e. bepaald product in een gebied (tijdens een bepaalde periode)

Deskresearch: onderzoeker gebruikt materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is verzameld.
Fieldresearch: onderzoeker gaat op zoek naar informatie die nog niet aanwezig is. Een enquete is een voorbeeld hiervan.

Marktonderzoek geeft inzicht in het marktaandeel.

Slide 7 - Tekstslide

Marktonderzoek
Een marktonderzoek kan:
1. kwantitatief of 
2. kwalitatief zijn.

Ad.1: Harde cijfers, geeft bv. inzicht in het marktaandeel.
Ad.2: Interpretaties over bv. ervaringen, gedachten, meningen en gevoelens

Slide 8 - Tekstslide

Marktonderzoek
Belangrijk zijn de 
 
  • marktgrootte en het 
  • marktaandeel

Het marktaandeel is te berekenen op basis van afzet en op basis van omzet.

Slide 9 - Tekstslide

Marktonderzoek
Het vijfkrachtenmodel van Porter: Een model om de aantrekkelijkheid in de markt te bepalen:x§

Slide 10 - Tekstslide

Marktonderzoek
SWOT-analyse en vijf krachten model van Porter:

Slide 11 - Tekstslide

I. Een beleggingskantoor beschikt over hoog opgeleide professionals. Dit biedt kansen voor het beleggingskantoor.

II. Amsterdam stelt een milieuzone in voor scooters en brommers. In de bebouwde kom zijn deze voertuigen niet meer toegestaan. Dit vormt een zwakte voor de producenten van deze voertuigen.
A
Beide beweringen zijn juist
B
Bewering I is juist en bewering II is onjuist
C
Bewering I in onjuist en bewering II is juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 12 - Quizvraag

I. Door toepassing van het vijfkrachtenmodel van Porter krijgt een potentiële ondernemer inzicht in de macro-economische omgeving van de onderneming.

II. De vijfkrachten uit het model van Porter zijn de macht van leveranciers, de macht van afnemers, de mate waarin substituten verkrijgbaar zijn, de dreiging van nieuwe concurrenten en de interne bedrijfstakconcurrentie
A
Beide beweringen zijn juist
B
Bewering I is juist bewering II is onjuist
C
Bewering I is onjuist bewering II is juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 13 - Quizvraag