Historisch onderzoek doen

Historisch onderzoek doen 



Leven in het veen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Historisch onderzoek doen 



Leven in het veen

Slide 1 - Tekstslide

We gaan terug naar 1900
Halverwege de 19e eeuw werd in de Drentse veengebieden veel turf afgegraven. Turf werd gebruikt als brandstof.


Er werkten veel mensen in het veen. Mannen konden aan de slag als veenarbeider of turfschipper. Hun vrouw en kinderen moesten meewerken

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over leven van een Veenarbeider?

Slide 3 - Woordweb

Doelen van deze les
- Aan het eind van deze les weet je wat turf is en waarvoor het gebruikt werd.
- Aan het eind van deze les weet je wat voor werkzaamheden de veenarbeider deden.
- Aan het einde van deze les weet je hoe mensen in het Veen vroeger woonden. 
- Aan het einde van deze les heb je nagedacht over de verschillen tussen het leven in het Veen en de tijd van nu. 

Slide 4 - Tekstslide

Op wat voor een soort grond ligt Klazienaveen?

Op wat voor een soort grond woon jij?

Slide 5 - Tekstslide

Veenbazen beheerden een stuk veengrond van veegrondeigenaren. Ze hadden veenarbeiders in dienst, die uit de veengrond rechthoekige blokken staken; turven. 

De gedroogde turven werden per schip vervoert door heel Nederland en gebruikt als brandstof om te koken en huizen te verwarmen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Als veen droog is, brandt het goed. Dat ontdekten mensen lang geleden. Ze gebruikten veen, omdat ze weinig hout hadden. 

Stukken gedroogd veen noemen we turf. Turf als brandstof was erg belangrijk, daarom werd het ook wel "bruin goud" genoemd. Hiermee werden huizen verwarmd en de turf werd gebruikt om te koken.

Slide 8 - Tekstslide

Kinderen van veenarbeiders gezinnen
Het leven zag er heel anders uit dan dat van kinderen tegenwoordig.
Kinderen hadden belangrijke taken in de huishouding en de verzorging van jonge kinderen. 

Vanaf 12 jaar gingen meisjes en jongens werken als veenarbeider. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat denk jij dat kinderen vroeger in het huishouden deden?

Slide 11 - Open vraag

Wat doe jij in het huishouden?

Slide 12 - Open vraag

Kinderarbeid
Pas in 1901 kwam er een wet dat kinderen tot 12 jaar verplicht naar school moesten. Voor die tijd werkten veel kinderen met hun ouders mee. Kinderen moesten bijvoorbeeld de natte turven draaien of de gedroogde turven opstapelen. Het geld dat ze hier mee verdienden, konen hun ouders goed gebruiken.
 
Ook mevrouw Geesje Cremer uit Dalerend moest als jong meisje in het veen werken. Ze vertelt dat ze vanaf haar 13de zes dagen in de week van zes uur 's ochtends tot zes uur 's avonds turf stapelde. Hiermee verdiende ze 1 gulden en een kwartje (dit is 0,57 euro) per week. Een volwassen veenarbeider, die evenveel uren werkte, verdiende ongeveer negen gulden in de week

Slide 13 - Tekstslide

Er ontstaan dorpen
Op de plekken waar veen afgegraven werd, ontstonden veendorpen, zoals Dalerend, Dalerpeel, Dalerveen, Geesbrug, De Krim en Schoonoord. De veenarbeiders wilden dicht bij hun werk wonen, daarom bouwden ze huizen bij het veen.
De eerste veendorpjes waren klein, met weinig voorzieningen. De kinderen uit de veendorpen moesten soms wel een uur lopen naar de dichtstbijzijnde school. Later kregen de veendorpen eigen voorzieningen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Het turfgraven werd gedaan tussen maart en juni. Het proces waarbij turven uit veengrond gestoken werden, noemt men ook wel vervenen. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 

Stap 1: Kies Klazienaveen of je eigen woonplaats

Stap 2: Zoek uit
- Hoe woonden mensen vroeger & hoe wonen mensen nu?

- Hoe zagen de scholen er vroeger uit? Hoe zien scholen er nu uit?
- Welk werk deden mensen vroeger? 

- Welk werk doen mensen nu?
Maak een top 5 lijstje van de beroepen die jij het leukste vindt en vertel hier iets over

Stap 3: Maak van deze informatie een presentatie of collage 

Slide 17 - Tekstslide

Extra
Verhaal over het leven in het Veen in onderstaande dia's

Slide 18 - Tekstslide

Men begon bij het vervenen altijd eerst met het graven van een kanaal. Doordat het overtollige water via de kanalen afgevoerd kon worden werd de veengrond veel droger.

Slide 19 - Tekstslide

Eerst moest de bovenste laag van de veengrond afgegraven worden. Deze laag werd de bonklaag genoemd. Die bonklaag werd afgegraven en bewaard. Dit noemt men bonken. Dit bonken gebeurde vooral in de wintermaanden.

Slide 20 - Tekstslide

Met een schep met een breed vlak; de stikker, werd de veengrond op lengte en dikte gestoken. Het blok turf dat hierdoor ontstond, werd met een houten oplegger (of opschot genoemd) uit de veengrond geschept. 

Slide 21 - Tekstslide

Daarna werden de turven met de oplegger op een kruiwagen, de slagkrooie, geslingerd. 
De krooier bracht de kruiwagen met turven van de veenput naar het zetveld.

Slide 22 - Tekstslide

Op het zetveld moesten de vrouwen en kinderen de turf zo opstapelen, dat ze goed konden drogen.

Slide 23 - Tekstslide

Als de turf voldoende gedroogd was, brachten de vullers de turven naar het schip die het verder vervoerde. De vullers liepen weer terug naar de turfbult om de kruiwagen te vullen.

Slide 24 - Tekstslide

Op het turfschip waren vier mensen die de turf opstapelden. Dit moest heel precies gebeuren, omdat er onder het varen niets af mocht vallen.

Slide 25 - Tekstslide

Een andere soort turf was baggerturf. Deze man draagt "trippen". Klompen met een plankje eronder. Op deze manier zakt hij niet in de veengrond. 

Slide 26 - Tekstslide

Na de Eerste Wereldoorlog (na 1918) werden voor het maken van turf machines gebruikt. Deze turf heette persturf. De werking van zo'n persturfmachine is te vergelijken met een gehaktmolen.

Slide 27 - Tekstslide