Didactiek 3.6 reflecteren

Didactiek 3.6
Hoofdstuk 7: Communicatie en reflectie
Paragraaf 7.2: Ken jezelf: reflecteren

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Didactiek 3.6
Hoofdstuk 7: Communicatie en reflectie
Paragraaf 7.2: Ken jezelf: reflecteren

Slide 1 - Tekstslide

Terugkoppeling voorgaande les 
Hoe kun je de taalontwikkeling stimuleren van
jouw doelgroep op stage? 

Wat heb je.. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 
Paragraaf 7.2 

  • De student weet wat reflecteren betekent.
  • De student kan benoemen wat goed ging en wat fout ging bij een                    activiteit op de stage.
  • De student maakt kennis met 2 modellen van reflecteren: reflectiemodel    Korthagen en STARRT methode.

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling van de afgelopen weken

Slide 5 - Tekstslide

Wat is 'spelontwikkeling?'.
A
Een spelletje spelen
B
Evenwicht oefenen
C
Stappen die kinderen maken in het spelen

Slide 6 - Quizvraag

Receptieve woordenschat
A
Woorden die je kent maar nog niet gebruikt
B
bewust worden van geschreven taal

Slide 7 - Quizvraag

Begrijpen dat geschreven taal een verhaal kan vertellen noemen we:
A
Mondelinge taal
B
Ontluikende geletterdheid
C
Beginnende geletterdheid
D
Betrokkenheid

Slide 8 - Quizvraag

Noem twee reflectiemodellen

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Reflecteren 
=Terugkijken op een situatie


Vanuit verschillende invalshoeken
Je leert wat je anders kan doen
Je leert wat je juist heel goed hebt gedaan!

Slide 11 - Tekstslide

Voorgaande periode hebben jullie ook al een aantal keer gereflecteerd, wat vonden jullie hier moeilijk aan?

Slide 12 - Open vraag

Reflectiemodel van Korthagen
STARR- methode 

Slide 13 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht 
Kies een van de 2 reflectiemodellen
  • Teken op een groot A3 vel een van de reflectiemodellen over.
  • Bedenk voor jezelf een situatie vanuit je stage waar je over wilt reflecteren.
  • Schrijf iedere stap in je reflectie uit.
  • Bespreek daarna je reflectie met je buurman / buurvrouw

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Bespreek je reflectie 
  • Bespreek je reflectieverslag met je buurman / buurvrouw:
  • Vertel wat je ervan hebt geleerd.
  • Welke kwaliteiten je van jezelf hebt leren kennen.
  • Wat je in een volgende situatie anders zou doen. 

Slide 15 - Tekstslide

Eindopdracht 3.5
  • Beschrijf wat je lastig vindt aan het reflecteren.
  • Upload een foto van je reflectieverslag.
  • Geef een korte beschrijving van wat je besproken hebt met je     buurman/buurvrouw. 
  • Beschrijf waarom je gekozen reflectiemodel je helpt bij het        reflecteren. 

Slide 16 - Tekstslide

Volgende week gaan we het hebben over.. 
Feedback .
afsluiten dossier.

Slide 17 - Tekstslide