Bij zinsdelen, delen we de zin op in verschillende onderdelen.
Stappenplan om de zinsdelen te vinden:
Stap 1: Zet een streep voor en achter de zin.
Stap 2: Zet een streep voor en achter de pv. Alles voor de pv is één zinsdeel!
Stap 3: Zet een streep voor en achter de andere werkwoorden (+ aan of te).
Stap 4: Zet een streep voor en achter het onderwerp.
Stap 5: Maak nieuwe zinnen met de woorden achter de persoonsvorm. Zet de persoonsvorm in de nieuwe zin altijd op de tweede plaats.
Stap 6: Losse woorden moeten altijd apart tussen strepen (ook, wel, altijd).