2.1 PV in de tegenwoordige tijd en 2.2 PV in de verleden tijd


Nederlands
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Taalverzorging- 1 Grammatica
HOOFDSTUK 2 Werkwoordspelling

2.1 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
2.2 Persoonsvorm in de verleden tijd
2.3 Voltooid deelwoord
2.4 Engelse werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd juist.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe goed ben je in werkwoordspelling?
0100

Slide 4 - Poll

De persoonsvorm is altijd een werkwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Zoek de persoonsvorm(en):
De sectretaresse noteert de afspraken die de directeur maakt.

Slide 6 - Open vraag

De pv in de t.t.
Je hoort of je een -t moet schrijven door het werkwoord te vervangen door een vorm van lopen.

Loop je?
Vind je?

Loopt je vriend?
Vindt je vriend?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wij stellen het op prijs als je zijn toets zo spoedig mogelijk beoordeel_ .
A
beoordeeld
B
beoordeelt
C
beoordeeldt

Slide 9 - Quizvraag

De student studeer_ hard voor zijn diploma.
A
studeert
B
studeerd
C
studeerdt

Slide 10 - Quizvraag

Vin_ je het een probleem om die toets nog even uit te stellen?
A
vind
B
vindt
C
vint

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag 2.1
Gramm. 2.1: opdracht 2, 3 en 5


KLAAR?
Maak online de extra opdracht1

timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Taalverzorging- 1 Grammatica
HOOFDSTUK 2 Werkwoordspelling

2.1 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
2.2 Persoonsvorm in de verleden tijd
2.3 Voltooid deelwoord
2.4 Engelse werkwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoel
Je spelt de persoonsvorm in de verleden tijd correct.

Slide 17 - Tekstslide

De p.v. in de v.t. 
  • Sterke werkwoorden
De klinker verandert in de verleden tijd.

De directie vindt het een goed voorstel.
De directie vond het een goed voorstel.

Verleden tijd: nooit -dt!



Slide 18 - Tekstslide

De p.v. in de v.t. 







't sexy-fokschaap
  • Ik heb de hele dag geklust --> klussen: 's' hoort bij 't sexy-fokschaap, dus geklust
  • Ik heb op de deur gebonsd --> bonzen: 'z' hoort NIET bij 
        't sexy-fokschaap, dus gebonsd





Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de verleden tijd van het werkwoord verven?
ik ...
A
ik verfte
B
ik verfde

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van zweven?
Hij zweef....
A
zweefde
B
zweefte

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van raden.
Hij raad...
A
raade
B
raden
C
raadde
D
raadt

Slide 23 - Quizvraag

De verleden tijd van mixen is?
A
mixde
B
mixte

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag 2.2 PV in verleden tijd
Stuur een e-mail naar je docent waarin je jezelf voorstelt. 
Vertel ook waarom je voor deze opleiding hebt gekozen.

Gebruik ten minste 2 persoonsvormen in tegenwoordige tijd en 2 persoonsvormen in verleden tijd. 


KLAAR?
Gramm 2.2: opdracht 1, 2, 3

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag 2.1 en 2.2 PV in t.t. en v.t.
Maak in je boek: 
Gramm. 2.1: PV in de tegenwoordige tijd
opdracht 2, 3 en 5

Gramm 2.2: PV in de verleden tijd
opdracht 1, 2, 3

Klaar? maak online van 2.1 de extra opdracht 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Exit ticket
Pak een klein blaadje en vul in:

Ik .... (vinden) dat jij de opdracht goed ... (beantwoorden).


Slide 34 - Tekstslide

tot de volgende les

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide