Les 5 - Laagland

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Aan het eind van deze les:
  • kun je de historische context van de jaren 50 en 60 in grote lijnen beschrijven.
  • kun je de literaire ontwikkelingen in de jaren 50 en 60 beschrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Bespreken leerdoelen 10 t/m 20
  • Laagland Module 7, par. 3.3 en 3.4
  • Uitwerken leerdoelen 21 t/m 28
  • Verder lezen in Bezonken rood.

Slide 3 - Tekstslide

Module 7
Twintigste eeuw: de jaren 50 en 60
Leerdoelen 10 t/m 20

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
10. Je kunt uitleggen of het tijdschrift Forum ( zie ook bl 232) te zien is als een voortzetting van het vooroorlogse gedachtegoed of als een non-conformistisch tijdschrift. 
Non-conformistisch tijdschrift -> vrijzinnig, sceptische twijfelachtige houding, individualisme als zelfverdediging tegen het collectieve en de massa, veel aandacht voor het innerlijk

11. Je kunt uitleggen waarom de WOII voor een duidelijke scheidslijn zorgde in de literatuur. 
Het wereldbeeld van veel dichters en schrijvers die na de oorlog debuteerden was duidelijk anders dan dat van de vooroorlogse generatie -> tegendraads en non-conformistisch

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
12. Bekijk het filmpje Leven voor de literatuur van de schooltv. 
A. Geef de reacties weer op het werk van Jan Cremer. 
     Een smerig, fascistisch boek en de uitgeverij De Bezige Bij werd ook zwaar bekritiseerd.
B. Geef de namen van vier andere schrijvers die er niet voor schuwden seks op te nemen in hun werk. 
Jan Wolkers, Gerard Reve, Hugo Claus, Remco Campert
C. Beschrijf op welke manieren schrijvers als W.F. Hermans, Gerard Reve en Gerrit Komrij in de publiciteit kwamen. 
Ze werden aangeklaagd voor uitspraken/handelingen van de personages in hun werken.





Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
D. Schets de ontwikkeling van het boek rond 1960.
Bestsellers, hoge oplagen, veel aandacht voor boeken/de boekenkast, schrijvers komen signeren in boekenwinkels, marketing en pr rondom boek en schrijver. 
E. Noem twee bestsellers
Hersenschimmen - J. Bernlef
Ik, Jan Cremer - Jan Cremer
De avonden - Gerard Reve









Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
13. Je kunt uitleggen wat de kritiek was op de personages in het werk van de schrijvers Gerard Reve, W.F. Hermans en Hugo Claus (en Jan Cremer en Jan Wolkers). 
-De avonden van Gerard Reve -> Frits is geobsedeerd door zijn lichaam en zijn (vermeende) kaalheid. Hij is angstig en vervreemd van het leven dat hij als een sleur ervaart (wereldbeeld te negatief)
-Ik heb altijd gelijk  van Willem Frederik Hermans -> personage beledigt katholieken
-De Metsiers van Hugo Claus -> Ana pleegt abortus, heeft een wat bijzondere omgang met haar halfbroer Bennie -> werd als incest beschouwd







Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
14.  Je kunt aangeven door welke drie oorzaken de vernieuwende literatuur zo goed ontvangen werd door het jonge publiek. Misschien kun je zelf nog een vierde bedenken.
-vanaf de jaren 60 meer leerlingen naar het vo -> literatuuronderwijs
-door welvaartsmaatschappij konden jongeren boeken kopen
-opkomst van relatief goedkope boeken: de paperback
- Vierde: de jeugd identificeerde zich meer met de wereld in de boeken dan met die van hun ouders/heersende klasse.








Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
15. Je weet in welke – grofweg- twee categorieën oorlogsliteratuur zich laat indelen.








Verzetsliteratuur
Verwerkingsliteratuur
anti-Duitse houding
jodenvervolging, kampervaringen, het verzet, psychologische doorwerking van het oorlogsverleden
lezer troosten, steun bieden
confrontatie met de problematiek van individuele of collectieve herinneringen aan WOII
schrijver en publiek hadden zelfde beeld van de werkelijkheid
enkele romans staan kritisch t.o. de heersende opvattingen over WOII

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
16. Open de linkjes met het gedicht van De achttien dooden en die over het Oranjehotel. Leg het verband uit tussen het gedicht en het Oranjehotel.
Het Oranjehotel was een gevangenis tijdens de WOII waar de Duitsers o.a. verzetsmensen in opsloten. Ruim 2500 van hen werden gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte. Het gedicht van Jan Campert is een ode aan hen.
17. Je kent de vijf kenmerken van het pessimistische wereldbeeld van de naoorlogs literatuur. 
1) proza gaat over eenzaamheid, levensangst en desillusie, 2) werkelijkheid wordt voorgesteld als beklemmend en beangstigend of als chaos vol onduidelijkheden, 3) duidelijke ethische of morele maatstaven lijken verdwenen, 4) traditionele waarden als liefde en huiselijkheid ontbreken, 5) soms rechtstreeks kritiek op maatschappij









Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
18. Je kent de zes kenmerken van de antiheld. 
1) niet in staat richting te geven aan zijn eigen leven: slachtoffer van toevallige samenloop van omstandigheden, 2)  wordt geconfronteerd met illusies, (zelf)bedrog en liefdeloosheid en is eenzaam, 3) bij de antiheld overheerst angst, wanhoop, leegte, ontgoocheling, vertwijfeling en walging, 4) veel aandacht voor lichamelijkheid en verval, 5) kent geen idealisme of gemeenschapszin, 6) getypeerd door wat de doen en laten, ze zijn duidelijk tegengeluid tegen optimisme van de wederopbouw











Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
19. Je kunt uitleggen dat De avonden, De tranen der acacia’s, De donkere kamer van Damokles, Nooit meer slapen werken waren met een pessimistisch wereldbeeld met een antiheld als hoofdpersoon.
De avonden: hoofdpersoon is geobsedeerd door lichamelijk verval, heeft geen idealen, is angstig en vervreemd, ervaart leven als sleur
De tranen der acacia's: beschrijving van het falende verzet, desillusie en eenzaamheid hoofdpersoon
De donkere kamer van Damokles: hoofdpersoon is verwart, ontmoet (of verzint) alter ego, denkt zelf dat hij een held is, maar kan zijn succes niet bewijzen, totale wanhoop en ontreddering
Nooit meer slapen: hoofdpersoon is niet in staat tot communiceren, wereld vol chaos










Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
20  Je kunt uitleggen wat het opvallende is in de verhaalstijl van De Metsiers, Menuet en Het stenen bruidsbed. 
Willen weergave van de naoorlogse werkelijkheid zijn, schrijvers maken gebruik van het realisme-effect -> beschrijving eigen tijd of de direct daaraan voorafgegane Tweede Wereldoorlog.

Ook in verband te brengen met het modernisme: het draait in deze romans om de subjectieve waarneming en reflecties van de hoofdpersonen, de teksten beschouwen de werkelijkheid als chaos.









Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Module 7
Twintigste eeuw: de jaren 50 en 60
Paragraaf 3 Literaire ontwikkelingen

Slide 16 - Tekstslide

Beweging van Vijftig
-De Vijftigers met Campert, Kouwenaar en Lucebert wilden de dichtkunst vernieuwen: traditionele dichtvormen werden losgelaten, geen eindrijm of regelmatige versvormen. 
-Het geloof in het onmogelijke, het omgekeerde van de normale, feitelijke werkelijkheid; je moest je kunnen uitdrukken zoals jij dat wilde ->
dit leidde tot autonome taalbouwsels: herhaling van woorden, klanken, weglaten interpunctie, beeldspraak, associaties.

Slide 17 - Tekstslide

Beweging van Vijftig
-De Vijftigers wilden experimenteel zijn -> dichter werkt niet vanuit een vooropgesteld idee of gevoel, maar zoekt door middel van taal naar wat er gevonden en verwoord kan worden.

-> gedicht is dus geen verwoording van een gedachte die al bestond voor het schrijven, maar de gedachte ontstaat tijdens het schrijven.

Slide 18 - Tekstslide

CREDO

Slide 19 - Tekstslide

Neorealisten
De vijftigers braken door in de jaren 50 en al gauw kwam er een reactie op hun werk -> neorealisme

Neorealisten wilden een brug slaan tussen de hoge en de lage cultuur. De dichter beschouwde de totale werkelijkheid als materiaal, zaken die voorheen  niets met poëzie te maken hadden, werden in het domein van de literatuur gehaald. Alles was geschikt voor een gedicht: kassabon, briefje, landbouwmachine, ...

Slide 20 - Tekstslide

Neorealisten
Gebruik van ready mades -> bij een literaire ready made wordt bestaand tekstmateriaal geheel of gedeeltelijk in een literair werk opgenomen: een stuk tekst uit de krant, reclamefolder, boek of gesprek wordt in een gedicht weergegeven

Slide 21 - Tekstslide

C.B. Vaandrager
C.B. Vaandrager geeft in dit gedicht een vrouw genaamd Tanja de keuze uit vertrektijden van de trein naar Amsterdam. 

Het is goed mogelijk dat Vaandrager deze tijden heeft overgeschreven uit het spoorboekje van de Nederlandse Spoorwegen. Hij maakte vaak gebruik van kant-en-klare teksten uit reclamefolders en andere media voor zijn eigen werk.

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
Bekijken ppt dia 19 t/m 22 + lezen Laagland blz 271 t/m 274

Uitwerken leerdoel 21 t/m 28

Klaar? -> verder lezen in Bezonken rood

Slide 23 - Tekstslide