Les 7 H3.3 Moleculaire stoffen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

H3.3 Moleculaire stoffen

Leg klaar: scheikunde schrift en laptop,

log in in Lessonup

Uit welke deeltjes zijn
moleculaire stoffen opgebouwd?

startvraag

1. metaalatomen, zij vormen moleculen
2. niet-metaalatomen, zij vormen moleculen
3. metaalatomen en niet-metaalatomen, zij vormen ionen
4. metaalatomen en niet-metaalatomen, zij vormen moleculen

Aan het soort atomen herken je welk soort stof het is

In welke fase geleiden
moleculaire stoffen stroom?

startvraag

1. in geen enkele fase
2. alleen in vloeibare fase (gesmolten)
3. alleen vloeibaar en opgelost in water
4. in alle fasen

moleculaire stoffen geleiden nooit stroom

... dus er zijn geen elektronen die vrij kunnen bewegen

... dus er zijn geen andere geladen deeltjes die kunnen bewegen

Als er in moleculaire stoffen geen lading is:

1. hoe blijven de moleculen dan bij elkaar?

2. hoe blijven de atomen in een molecuul dan bij elkaar?

Leerdoelen: 

• Hoe blijven moleculen bij elkaar?
• Hoe blijven atomen bij elkaar?
• structuurformules tekenen met behulp van atoombindingen
• covalentie van atomen afleiden uit het periodiek systeem

1. Hoe blijven de moleculen in een stof bij elkaar?

Moleculen trekken elkaar aan.
Wanneer laten moleculen elkaar los?

1. bij ontleden
2. bij verbranden
3. bij verdampen

Ken je de faseovergangen nog?

verdampen

condenseren

stollen

smelten

rijpen

vervluchtigen

/ sublimeren

Doe nu je laptop dicht en je schrift open.

herhaling:

Bindingen tussen moleculen = vanderWaalsbindingen

- wordt verbroken bij fase- overgang

- is sterker als de moleculen een groter oppervlak hebben en zwaarder zijn >> dan heeft de stof een hoger smelt/kookpunt

wèl vanderWaalsbinding tussen moleculen aanwezig

géén vanderWaalsbinding tussen moleculen aanwezig

NOTEER

2. Hoe blijven de atomen in een molecuul bij elkaar?

atomen

moleculen 

= groepje atomen

niet-metaalatomen laten hun elektronenwolken overlappen: ze vormen een gemeenschappelijk elektronenpaar

Bindingen in moleculen = atoombindingen of covalente bindingen

- geef je aan met een streepje

- wordt verbroken en gevormd bij chemische reacties

- dan gaat het molecuul kapot en worden nieuwe moleculen gevormd

NOTEER

Covalentie = het aantal atoombindingen dat een atoom kan maken.  

Noteer

4	3	2	1
			H
C	N	O	F
Si	P	S	Cl
			Br
			I

De covalentie van een atoom kan je ook afleiden uit het periodiek systeem:

  

Tel het aantal stappen tot de edelgassen

4  3   2   1

1

Structuurformules

- laat zien uit welke atomen een molecuul bestaat

- laat zien uit hoeveel atomen een molecuul bestaat

- laat zien op welke manier de atomen aan elkaar vast zitten: je tekent de atoombindingen

1 streepje = 1 atoombinding

2 streepjes = 

2 atoombindingen

Noteer

We tekenen de structuurformules van:

waterstof, H2

water, H2O

ammoniak, NH3

zuurstof, O2

stikstof, N2

en nu zelf: CO2

Zoek de covalentie op in het periodiek systeem. Elk atoom moet het juiste aantal "streepjes" (bindingen) hebben!

Leerdoelencheck: kun je...

- fase-overgangen en kook/smeltpunt verklaren met vanderWaalsbindingen?

- uitleggen hoe een atoombinding wordt gevormd en wanneer deze verbroken wordt?

- structuurformules tekenen met de covalentie uit het Periodiek Systeem?

Huiswerk voor volgende les

leren: blauw gedrukte begrippen van H3.3

maken: opgave 1 tot en met 4

donderdag 13-4  Practicum over H3.3 Moleculaire stoffen

Lees H3.3 (niet de plusstof).

Leer tabel 1 met covalenties

Oefen op NOVA online H3.3 Flitskaarten en Test jezelf