3.7 + extra

3.7 + extra
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.7 + extra

Slide 1 - Tekstslide

Vroeger
Zelfreinigend vermogen = Het afbreken van vervuiling door de natuur zelf.
Organische vervuiling = Verontreiniging van bodem of water door restanten van levende wezens.

Slide 2 - Tekstslide

Nu
Chemische vervuiling = Verontreiniging van bodem of water door stoffen die er van nature niet in thuis horen.

Slide 3 - Tekstslide

Thermische vervuiling = Verontreiniging door opwarming.

Slide 4 - Tekstslide

Zelfreinigend vermogen betekent...
A
Dat de mens een grote taak heeft de natuur schoon te houden
B
Dat de natuur zelf een bepaalde hoeveelheid vervuiling opruimt
C
Dat er veel resten van chemicaliën in de natuur komen.
D
Dat de mens de natuur te veel vervuilt

Slide 5 - Quizvraag

Wat is thermische vervuiling?
A
Vervuiling met stoffen die afkomstig zijn uit planten en dieren
B
Vervuiling met niet-organische stoffen, zoals olie en verf
C
Vervuiling met warm water
D
Het zouter worden van grond- of oppervlakte water

Slide 6 - Quizvraag

Wat is organische vervuiling?
A
Vervuiling met stoffen die afkomstig zijn uit planten en dieren
B
Vervuiling met niet-organische stoffen, zoals olie en verf
C
Vervuiling met warm water
D
Het zouter worden van grond- of oppervlakte water

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Na industriële revolutie -> aansluiting woningen op riolering
1970 - verbetering zuiveringsinstallaties
1980 - Preventie & beheer > maatregelen achteraf

Slide 9 - Tekstslide

Wat voor effect had het aansluitingen van woningen op riolering in NL?
A
Stijging van sterftecijfer
B
Daling van geboortecijfer
C
Stijging van geboortecijfer
D
Daling van sterftecijfer

Slide 10 - Quizvraag

De hoeveelheid water op aarde verandert
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel % van al het water op de aarde is zoet water?
A
2,5%
B
12,5%
C
25%
D
48%

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel van die 2,5% zoet water kunnen wij gebruiken/toegankelijk
A
Alles
B
75%
C
50%
D
1%

Slide 13 - Quizvraag

3 manieren om water op te delen:
  • Zoet / zout water
  • Oppervlakte water / grondwater
  • Water in vaste vorm

Slide 14 - Tekstslide

Wat is nuttige neerslag?
A
Neerslag die in water valt.
B
Neerslag die te weinig is.
C
Het verschil tussen neerslag en verdamping.
D
Water dat in de bodem zakt.

Slide 15 - Quizvraag

Bij een wateroorlog is sprake van...
A
territoriale integriteit
B
territoriale soevereiniteit

Slide 16 - Quizvraag

Territoriale soevereiniteit = De totale zeggenschap van een staat over alles wat zich in die staat bevindt (dus ook het water)
Territoriale integriteit = De opvatting dat niemand zonder toestemming van anderen mag ingrijpen in natuurlijke ecosystemen.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van
economisch water tekort?
A
Te weinig water aanwezig in de ondergrond
B
Te weinig neerslag
C
Te weinig geld om waterpompen te maken
D
Te weinig geld voor irrigatie

Slide 18 - Quizvraag

Waterstress
Tekort aan water: waterstress
Fysieke waterstress: er is te weinig water voor mensen
Economische waterstress: er zijn geen pompen/leidingen om het water te brengen

Slide 19 - Tekstslide

Wat is geen manier hoe een gebied aan water kan komen?
A
Virtueel water
B
Fossiel water
C
Aanvoer uit andere gebieden
D
Druppelirrigatie

Slide 20 - Quizvraag

Winterbed
Buitendijks
Zomerbed
Binnendijks
Uiterwaarde
Zomerdijk
winterdijk

Slide 21 - Sleepvraag