M2 + herhaling M1

Even herhalen
afronding Module 1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Even herhalen
afronding Module 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de letterlijke vertaling van anatomie?

Slide 2 - Open vraag

Wat is het verschil tussen anatomie en fysiologie?

Slide 3 - Open vraag

De hartslag (aantal slagen per minuut) =
A
anatomie
B
fysiologie

Slide 4 - Quizvraag

De werking van de lever =
A
anatomie
B
fysiologie

Slide 5 - Quizvraag

De arts voelt aan de huid van de patiënt. Dit noemen we
A
inspectie
B
palpatie
C
ausculatie
D
percussie

Slide 6 - Quizvraag

Als de arts met een stethoscoop luistert heet dit:

Slide 7 - Open vraag

Om te zien hoe goed de vaten in het onderbeen functioneren krijgt de patiënt een
A
CT scan
B
MRI scan
C
Röntgenfoto
D
Dopplersonografie

Slide 8 - Quizvraag

Iemand lijkt epilepsie te hebben. Welk onderzoek wordt uitgevoerd? Schrijf het woord volledig uit

Slide 9 - Open vraag

Hoe noemen we de wereldwijde 'vaktaal' binnen de anatomie?

Slide 10 - Open vraag

De slagader korten we af met
A
a.
B
A.
C
v.
D
V.

Slide 11 - Quizvraag

Opdracht
Maak de opdrachten uit je boek bij 1.1 en 1.2

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je
over een cel?

Slide 13 - Woordweb

M2 Bouw van de cel
Leerdoelen  van module 2:
- je kunt de processen van diffusie en osmose beschrijven en herkennen
- je kunt de rol van osmose en diffusie in het menselijk lichaam toelichten

Slide 14 - Tekstslide

Lesstof:
Bouw van de cel, celkern met DNA
Transport in - en uit de cel
celstofwisseling tot energie in de cel (rest niet)
Dus 2.1 t/m deel 2.3

Slide 15 - Tekstslide

2.1 Bouw van de cel
Cel:
gevuld met celplasma (=cytoplasma) dit is vocht met daarin kleine structuren die elk een eigen taak hebben
Structuur = organel
Behalve organel ook veel opgeloste stoffen in 
cel
Celmembraan = vlies om de cel

Slide 16 - Tekstslide

Celkern
Elke cel heeft 1 celkern:
- stuurt stofwisseling aan
- bevat informatie over alle erfelijke eigenschappen
Zonder celkern gaat cel snel dood

Slide 17 - Tekstslide

Celkern met DNA
Lees het stukje over celkern en intermezzo over DNA
Vertel in eigen woorden na

Slide 18 - Tekstslide

Celmembraan
Celmembraan is buitenste grenslaag van de cel
Zorgt ervoor dat de inhoud niet 'wegloopt'
Celmembraan is doorlaatbaar voor sommige stoffen: eiwitten, suikers, vetten en zouten. Daardoor kan er een evenwicht binnen en buiten de cel ontstaan

Slide 19 - Tekstslide