Leskaart 2: cultuurtesten & diversiteit in de klas

School als mini samenleving
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1,3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

School als mini samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden jullie van de
presentaties
over culturen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Diversiteit
Betekent grote verscheidenheid​

bijvoorbeeld in:​

  • Afkomst​
  • Leeftijd​ 
  • Sekse​
  • Nationaliteit​
  • Religie​
  • taalgebruik





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur
De cultuur die in een gebied door de grootste groep mensen wordt gedeeld.

Subcultuur
Een cultuur die verschilt van de dominante cultuur maar die niet in strijd is met de dominante cultuur.

Tegencultuur
Een subcultuur waarvan de normen, waarden en gewoonten botsen met de dominante cultuur.


Dominante cultuur
De cultuur die in een land door de meeste mensen wordt gedeeld.


Subcultuur
Een cultuur die verschilt van de dominante cultuur maar die niet in strijd is met de dominante cultuur.


Tegencultuur
Een subcultuur waarvan de normen, waarden en gewoonten botsen met de dominante cultuur.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van een traditie

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel % van de Nederlanders is ergens anders geboren?
A
50%
B
25%
C
10%
D
33%

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom komen mensen vanuit een ander land naar Nederland?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Theorie van Pinto en Maslov (F en G cultuur)
G

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Factoren betreft de 
F- en G-Cultuur
Volgens Pinto zijn er vier factoren die bepalen 
of je meer tot een F-cultuur of meer tot een 
G-cultuur hoort:

  • economische factor
  • religieuze factor
  • sociale omgevingsfactor
  • individuele factor









Slide 10 - Tekstslide

Factoren
Volgens Pinto zijn er vier factoren die bepalen of je meer tot een F-cultuur of meer tot een G-cultuur hoort:
  • economische factor
In een arm land is het groepsgevoel sterker omdat je de groep nodig hebt om te overleven.
  • religieuze factor
Een religie heeft vaak strakke regels. Ben je religieus dan moet je je ook aan deze regels houden.
  • sociale factor
De sociale omgeving waar je woont en werkt bepaalt voor een deel de regels waar je je aan moet houden.
  • individuele factor
Ieder mens is anders: houd je van structuur of meer van chaos en verrassingen?
F-en de G-Culturen 
Veel verschilen tussen mensen zijn volgens 
David Pinto te verklaren als je kijkt naar de manier waarop ze omgaan met regels. 

Een cultuur kan je rangschikken op schaal

Aan de ene kant van de schaal staat de 
F-cultuur aan de andere kant de G-cultuur 

Culturen zijn nooit helemaal F of G, een cultuur 
zit er altijd middenin. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg F- en G-Cultuur 
De ene cultuur heeft meer kenmerken van de F cultuur, de andere van de G-Cutuur. 

F-Cultuur = Fijnmazig 
Cultuur met een veel, strakke en gedetaileerde (gedrags)regels.  

G-Cultuur = Grofmazig 
Cultuur met losse en globale regels

M-cultuur: mix
Dit is een mixvorm tussen de F- en G-cultuur.

Slide 12 - Tekstslide


F-cultuur: fijnmazig
Een cultuur met een veel, strakke en gedetailleerde (gedrag)regels. 
Voor bijna elke situatie bestaan er regels die nageleefd moeten worden. De groep is het belangrijkste. Alle keuzes die gemaakt worden zijn dan ook in het belang van de groep. Dit noem je ook wel een traditionele cultuur. 

Enkele kenmerken die hierbij horen: 
  • Veel respect en aanzien voor ouderen, Samen eten is belangrijk, 
  • Afspraken zijn flexibel 
  • De eer van de familie is heel belangrijk.
G-cultuur: Grofmazig 
Een cultuur met weinig, losse en globale regels. Er zijn wel regels maar iedereen is vrij om deze aan te passen naar de eigen situatie. Het individu is het belangrijkste. Alle keuzes die gemaakt worden zijn vooral in het belang van de persoon zelf. Het individu is het belangrijkst; je moet doen wat jou gelukkig maakt. Dit noem je ook wel een moderne cultuur. 

Enkele kenmerken die hierbij horen:
  • leven vanuit de eigen innerlijke normen en waarden
  • ouderdom wordt vaak als negatief gezien, 
  • afspraak is afspraak 
  • onverwachte gasten zijn vaak minder welkom en krijgen geen maaltijd aangeboden.
M cultuur is een mixvorm tussen de F-en G-cultuur.


Piramide van Pinto

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maslow/Pinto

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke cultuur valt Nederland en onder welke cultuur vind jij jezelf vallen?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuurverschillen
                                    Maslow                               Pinto






G - cultuur                                      F-cultuur

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik-cultuur







G-cultuur
Wij-cultuur







F-cultuur

Slide 18 - Tekstslide

 ‘In dit model is vragen stellen essentieel. Niet veronderstellen, maar vragen stellen. Je zult verbaasd zijn over de antwoorden, omdat we vaak invullen voor een ander. Soms zijn de eerste twee stappen al voldoende om tot een oplossing te komen, maar soms is het ook nodig om grenzen te stelen. Begrijpen en accepteren zijn twee verschillende dingen
Hoe zie je de F en G cultuur terug in je eigen cultuur?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Vul individueel voor de volgende les:
F- en G cultuurtest in en plaats de uitslag in 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken F- en G-cultuurtest
1) Wat wil je in je leven bereiken? Wat is je doel?
2) Wat voor leefstijl heb je? Waar ben je vooral op gericht?
3) Welke sociale relaties zijn voor jou het belangrijkst? En hoe belangrijk is het voor jou om helemaal je eigen gang te kunnen gaan?
4) Beschrijf jouw groep mensen. 
5) Voel je je helemaal thuis in je groep mensen, of voel je je vaak ‘anders’?
6) Hoe hou je in de omgang rekening met mensen uit andere groepen? Hoe sluit jij aan bij anderen?






timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Waar denk je aan
bij diversiteit?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Uitslag mentalitytest

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vinden jullie onze groep divers?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dus: we zijn een diverse klas?
En waaraan zie je dat vooral?
timer
2:00

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gespreksvragen
  • Met welke persoon in de uitzending voel je je het sterkst verwant en met welke het minst? 
  • Wat raakte je tijdens het kijken van de uitzending? 
  • Wat viel je op in het gedrag van de meisjes? 
  • Wat was herkenbaar? En wat helemaal niet? 
  • Als je één van de meiden zou mogen spreken, wat zou je dan willen vragen of zeggen?  




Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ver zijn jullie met de voorbereiding van de presentaties?
A
Wij moeten nog beginnen
B
Al wel begonnen maar nog veel doen
C
Wij zijn bijna klaar
D
Klaar!

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Presentaties
Voor de vakantie nog 2 lessen
Dan gaan we de  presentaties 
"Dit is mijn leefwereld" van leskaart 3 doen.


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les
Vragen?
Succes met afmaken van de presentatie 
"Dit is mijn leefwereld"

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies