Word order brugklas

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

WORD ORDER

CHECK YOUR OWN LETTER

What you need 

today:

-Book

-Letter (home work)

-Coloured pens

Planning today

• Introduction to Word Order
• See grammar 6 in book (page 116)
• Lesson Up exercises
• Check your own letter for punctuation
• Example letter
• Check your own letter
• More exercise in your book: page 117 and 118

Word order

Complete exercise 54 on page 116

and check Grammar 6

Wie

Doet

Wat

Waar

Wanneer

We

eat

dinner

in the kitchen

every day

Wie

Doet

Wat

Waar

Wanneer

I

play

football

in the park

On Sunday

Which ones are examples of adjectives?

1. run, play, sing, go
2. I, you, he, she, we, they
3. red, big, nice, cute
4. first, second, third

Remember

Verb: Werkwoord

Noun: Zelfstandig naamwoord

Adjective: Bijvoegelijk naamwoord - beschrijfwoord

Verb

Noun

Adjective

read

book

interesting

sing

beautiful

song

bird

go

amazing

Wie

Doet

Wat

Waar

Wanneer

My amazing teacher

speaks

4 European languages

Put your phones away

And get out your letters

Check your letter

• PUNCTUATION
• Hoofdletters
•         Begin van een zin
•         Namen (inclusief dagen van de week en maanden)
•         I (ik in het Engels)
• Vraagtekens
• Punten en komma's

Overleg nu met je partner wat het onderwerp is in elke zin.

You can now also indicate the verb, place and time.

Het onderwerp en het werkwoord staan meestal naast elkaar

Now you are going to do the same thing with your own letter

Two groups

Who does what where when?

Gebruik 5 kleurtjes om de verschillende delen van de zin aan te geven in je eigen brief.

Het kan zijn dat er woorden zijn in je brief die geen kleur krijgen.

Daarna: Oefening 55 + 56 op blz 117

Ga verder met blz 118 en 119 als je nog tijd hebt