• Mutatie: een verandering van het genotype.
– Bij een mutatie is het DNA in een cel veranderd.
– Een mutant is een organisme waarbij een mutatie zichtbaar is.
• Door mutaties en geslachtelijke voortplanting ontstaat variatie in genotypen.
• Mutagene invloeden veroorzaken mutaties.
– Radioactieve straling, röntgenstraling, uv-straling, sigarettenrook en asbest zijn mutagene invloeden.
• Door mutaties kan een kankergezwel ontstaan.
– Door sommige mutaties gaan cellen zich snel delen.
– Er ontstaat een kankergezwel (tumor).
– Als je ziek wordt van een kankergezwel, heb je kanker.
– Uitzaaiing: cellen van een kankergezwel raken los waardoor overal in het lichaam kankergezwellen ontstaan.