5.3 Variatie in Genotypen

Terugblik!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Terugblik!

Slide 1 - Tekstslide


Wat is juist?
A
1 celkern 2 genen
B
1 cel 2 chromosomen
C
3 DNA 4 gen
D
3 Chromosomen 4 DNA

Slide 2 - Quizvraag

Chantal heeft een hond. Een spiercel van deze hond bevat 78 chromosomen.
Hoeveel chromosomen heeft deze hond in een levercel?
A
39
B
78
C
156
D
36

Slide 3 - Quizvraag

Vader met 46 chromosomen
Moeder met 46 chromosomen
Hoe krijg jij 46 chromosomen?
A
23 van vader en 23 van moeder
B
Elke keer anders, als het er maar 46 zijn
C
46 van moeder
D
46 van vader

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een paar chromosomen?
A
4
B
6
C
2
D
8

Slide 5 - Quizvraag

De volgende cellen zijn geslachtcellen
A
Eicel
B
Hersencel
C
Spermacel
D
Zaadbalcel

Slide 6 - Quizvraag

Welk chromosoom vormt een paar met chromosoom 1?
A
2
B
3
C
4

Slide 7 - Quizvraag

Zet in de juiste volgorde van klein naar groot:
A
cel - chromosoom - DNA - gen
B
gen - chromosoom - DNA - cel
C
gen - chromosoom -cel - DNA
D
gen - DNA - chromosoom - cel

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen hebben wij?
A
22
B
23
C
44
D
46

Slide 9 - Quizvraag

Het genotype van iemand ontstaat
A
bij de geboorte
B
bij de bevruchting
C
tijdens het leven
D
in de eicel

Slide 10 - Quizvraag

het fenotype van iemand ontstaat
A
bij de geboorte
B
bij de bevruchting
C
tijdens het leven
D
bij de bevruchting en tijdens het leven

Slide 11 - Quizvraag

Erfelijkheid en evolutie
basisstof 3 Variatie in Genotypen

Slide 12 - Tekstslide

Doel van de les
4 Je kunt omschrijven dat door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
5 Je kunt omschrijven wat een mutatie is.


In een lichaamscel komen chromosomen in paren voor. Een geslachtscel bevat enkelvoudige chromosomen. Welke dat zijn, hangt af van het toeval.

Slide 13 - Tekstslide

Chromosomenparen & Genenparen
Je hebt chromosomen in paren. 1 van je vader en 1 van je moeder. 
Maar dus ook genenparen; 
Het gen van de vader en het gen van de moeder vormen samen een genenpaar.

Slide 14 - Tekstslide

Genenpaar
Het gen van de vader en het gen van de moeder vormen samen het genenpaar. Ieder genenpaar is verantwoordelijk voor 1 erfelijke eigenschap. Bijvoorbeeld: oogkleur.

Slide 15 - Tekstslide

Verschillende informatie

Je vader en je moeder hebben niet dezelfde eigenschappen. Je vader kan bijvoorbeeld steil haar hebben, en je moeder krullend haar. Bij de bevruchting komt de helft van de chromosomen van je moeder en de helft van de chromosomen van je vader. De chromosomen van een paar kunnen daardoor verschillende informatie bevatten. Eén chromosoom bevat bijvoorbeeld de informatie voor steil haar, het andere voor krullend haar. 

Slide 16 - Tekstslide

Kinderen krijgen van elke erfelijke eigenschap één keer de informatie van hun moeder en één keer de informatie van hun vader. Soms is de eigenschap van de moeder te zien en soms die van de vader. Je kunt dan de kleur ogen van je moeder hebben en de kleur haar van je vader. Hierdoor lijken kinderen op hun moeder en hun vader. 

Slide 17 - Tekstslide

Variatie in genotypen
Kinderen van dezelfde ouders lijken soms op elkaar, maar ze hebben ook verschillen. Eén kind heeft bijvoorbeeld de kleur ogen van de vader, het andere kind heeft de kleur ogen van de moeder. Ieder mens heeft een andere combinatie van erfelijke informatie. Hierdoor is geen mens precies gelijk. Dit noem je variatie in genotypen. Bij geslachtelijke voortplanting ontstaat variatie in genotypen.

Slide 18 - Tekstslide

Mutaties
  • Chromosomen bestaan uit DNA
  • DNA kan beschadigt raken bv bij celdeling of door straling
  • de informatie voor erfelijke eigenschappen kan veranderd zijn
  • Dit noemen we een mutatie
  • als een mutatie zichtbaar is in het fenotype noemen we zo een organisme een mutant

Slide 19 - Tekstslide

Effect van Mutaties
Als deze mutaties in lichaamscellen voorkomen dan hebben ze alleen invloed op het organisme waarin de mutatie optreed
Als deze mutatie in geslachtcellen voorkomt dan zullen de nakomelingen de mutaties ook dragen. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Mutagene invloeden - mutageen

Slide 22 - Tekstslide

Kanker
Mutaties die invloed hebben op celdeling. 
De cel gaat zich ongeremd delen. 
Er ontstaat een gezwel. 
Als deze kwaadaardig is kunnen kankercellen  in het bloed terecht komen - uitzaaien. 

Slide 23 - Tekstslide

Kankerverwekkend
Mutagene invloeden zijn ook kankerverwekkend. Door te zonnen wordt je huid bruin. Dit komt door de uv-straling in zonlicht. Uv-straling is mutageen. Als je vaak en lang zont, krijgt je huid veel uv-straling. Daardoor heb je meer kans op huidkanker. Stoffen in sigarettenrook vergroten de kans op longkanker.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Aan het werk! Bio!
Wat? 5.3 Chromosomen en genen- opdrachten 1 t/m 10.
Opdracht 7 maak je in je mapje

Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 

Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Waar bestaan chromosomen uit?
A
Celplasma
B
DNA

Slide 28 - Quizvraag