De plek van de ontkenning
ne/n' staat altijd voor de persoonsvorm en de rest van de ontkenning staat erachter.
Je ne suis jamais malade.
Je n'ai jamais été malade
Je ne veux jamais être malade.
!!Let op! Il y a (er is/er zijn) maak je ontkennend door er il n'y a pas van te maken