30e cours-4 fevrier 2022


Wat is de vertaling van:
ne....pas?
A
niet
B
niets
C
geen
D
nooit
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Wat is de vertaling van:
ne....pas?
A
niet
B
niets
C
geen
D
nooit

Slide 1 - Quizvraag

Wat betekent 'ne ..... jamais'?
A
niet
B
niemand
C
geen
D
nooit

Slide 2 - Quizvraag

Wat staat er altijd tussen ne ... pas
A
werkwoord (persoonsvorm)
B
bezittelijk voornaamwoord
C
helemaal niks

Slide 3 - Quizvraag

ne .... pas encore
A
niet
B
niets
C
nog niet
D
niemand

Slide 4 - Quizvraag

ne...plus
A
geen
B
niets
C
niet
D
niet meer

Slide 5 - Quizvraag

Ne...…… rien betekent
A
niets
B
nog niet
C
nooit
D
niet meer

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We verstoren de les niet bewust (bijvoorbeeld propjes gooien of schreeuwen door de klas)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer is iemand een held?

Slide 10 - Woordweb

Wie is voor jou echt een held en waarom?

Slide 11 - Open vraag

Hoe vind je de persoonsvorm in een Franse zin?
A
het is het eerste woordje in de zin
B
het is het eerste werkwoord in de zin
C
het is het laatste woord in de zin

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Je parle français.
A
je
B
parle
C
français

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in een zin?
A
de persoon die het doet
B
het eerste werkwoord
C
het antwoord op de vraag: wie of wat?

Slide 14 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Ne komt voor de persoonsvorm en pas komt direct achter de persoonsvorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Nous habitons à Pijnacker
A
Nous
B
habitons
C
à Pijnacker

Slide 16 - Quizvraag

Stelling: Een persoonsvorm is altijd een werkwoordsvorm.
A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat klopt niet

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Maintenant, je joue au foot.
A
Maintenant
B
je
C
joue
D
au foot

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
J'habite á Paris.
A
j'
B
á
C
habite
D
Paris

Slide 19 - Quizvraag

De ontkenning

Slide 20 - Tekstslide

De ontkenning
Ontkenning in het Nederlands is: Niet of geen. 

In het Frans bestaat de ontkenning uit 2 woorden:
ne ........ pas

Slide 21 - Tekstslide


De ontkenning

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

ne ....... pas
Waar staat ne...pas?

ne staat voor de persoonsvorm en pas staat erachter.

Slide 24 - Tekstslide

Elle parle anglais (ne..pas)
Zet ne.. pas om de juiste plaats.

Slide 25 - Open vraag

maak ontkennend met ne.... pas;
je suis malade

Slide 26 - Open vraag

Remplis: ne .... pas
Je .... aime .... la viande....

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Nu tijd voor...:
1. Kahoot
2. Verder werken aan poster en/of keuzeopdracht
klaar? 
Dan ga je werken aan opdrachten 30b,30c,30e, 31a,31b,31c (blz.72-74 WB en blz.32 TB)
klaar?
Let op: Opdrachten zijn huiswerk voor donderdag 10 februari en de keuzeopdracht moet vrijdag 11 februari af en ingeleverd zijn

Slide 30 - Tekstslide