De stad in Nederland

Studiekeuze iets met AK?
Sociaal
Fysisch
- Sociologie
- Antropologie
- internationale ontwikkelingsstudies
- Aardwetenschappen

Beide
- Planologie
- Milieukunde
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Studiekeuze iets met AK?
Sociaal
Fysisch
- Sociologie
- Antropologie
- internationale ontwikkelingsstudies
- Aardwetenschappen

Beide
- Planologie
- Milieukunde

Slide 1 - Tekstslide

Aardwetenschappen
  • Natuurwetenschappelijke opleiding
  • Systeem aarde
  • Toepassen van theorie op processen die gebeuren in / op de aarde
  • Combinatie van scheikunde/natuurkunde/wiskunde/aardrijkskunde
Wat ga ik dan precies leren? Bijvoorbeeld...
- Verleden, heden en toekomst van de planeet (klimaat, milieu)
- Klimaatverandering 
- Veiligheid bij natuurrampen
- Het waterprobleem in NL

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waar?
Universiteit Wageningen (soil, water and atmosphere)
Universiteit Utrecht
Vrije Universiteit Amsterdam 


HBO opties:
- Landscape and environment management 
- milieukunde
- land en water management 

Let op de toegangseisen!

Slide 4 - Tekstslide

Milieukunde 
  • Natuurwetenschappelijk + sociaalwetenschappelijk
  • Hoe kunnen we met 7 miljard mensen op aarde ons leefmilieu gezond houden? 
Wat ga ik dan precies leren? Bijvoorbeeld...
- Duurzaamheid
- Vervuiling
- Uitputting van natuurlijke hulpbronnen
- Klimaatverandering 

(Environmental sciences)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waar?
Universiteit Wageningen



HBO opties:
- Landscape and environment management 
- milieukunde

Let op de toegangseisen!

Slide 7 - Tekstslide

Planologie
  • Sociaalwetenschappelijk (én soms natuurwetenschappelijk)
    (Opleidingen verschillen hierin!)
  • Hoe richten wij de ruimte om ons heen goed in voor ieder? 
  • hoe mensen hun omgeving ervaren, inrichten en weer veranderen, en hoe die ruimte mogelijkheden en beperkingen geeft aan menselijk gedrag. 

Wordt soms gecombineerd met studie sociale geografie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Waar?
Universiteit Wageningen
Radboud Universiteit Nijmegen
Universiteit Utrecht 
Amsterdam


HBO Planologie

Slide 11 - Tekstslide

Sociologie
  • Bestudeert de maatschappij
  • Hoe leven mensen met elkaar samen?  
Wat ga ik dan precies leren? Bijvoorbeeld...
- Ongelijkheid
- Hoe wordt ons leven beïnvloed door social media?
- Racisme en discriminatie 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Waar?
Nijmegen
Amsterdam (2x)
Utrecht


Slide 14 - Tekstslide

Culturele Antropologie
  • culturele diversiteit van de mens
  • verschillende manieren waarop mensen hun idealen en normen uiten in gedrag
  • het vanzelfsprekende vreemd maken en het vreemde begrijpelijk. 
Wat ga ik dan precies leren? Bijvoorbeeld...
- Tradities van andere culturelen bestuderen
- Ongelijkheid, discriminatie, koloniale verleden
- genderverhoudingen
- politieke economie, eerlijke handel
- milieu, duurzaamheid
 
Vaak gecombineerd met ontwikkelingsstudies 
Probleem van (on)eerlijke verdeling en (on)gelijke kansen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Waar?
Nijmegen
Amsterdam (2x)
Utrecht
Leiden 

Wageningen: alleen internationale ontwikkelingsstudies zonder antropologie 


Slide 17 - Tekstslide

Studiekeuze
Sociaal
Fysisch
- Sociologie
- Antropologie
- internationale ontwikkelingsstudies
- Aardwetenschappen

Beide
- Planologie
- Milieukunde

Slide 18 - Tekstslide

Weekplenda
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Interne systeem aarde 

Exogene processen
Externe systeem aarde

Kringlopen
Landschaps-
zones

Middellandse
Zeegebied
Overstroming
rivieren + ijsselmeer


Kust 
 
Beleid Water

Regionale problematiek
Stad
Herhalings-
week
Systeem Aarde
Leefomgeving NL
SO
SO

Slide 19 - Tekstslide

Vraagstukken van stedelijke ontwikkeling Randstad

Slide 20 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Nakijken examenvragen Ruimte voor de Rivier
  • Verder met de stad in NL

Slide 21 - Tekstslide

Terugblik
Schrijf nummer 1 t/m 9 op en schrijf erachter welke maatregel van ruimte voor de rivier wordt afgebeeld. (Je mag je samenvatting gebruiken)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

1) Opgave 1: De Maas van bron tot monding



A =
B =
C =

Slide 24 - Tekstslide

2) 
Hoogveengebied kan het water goed vasthouden, dus er zal minder water in Nederland afgevoerd worden. 
Dit is een goed antwoord, hoe kunnen we het nog beter maken?


Slide 25 - Tekstslide

3) 
Bij Mook is het land een beetje opgestuwd waardoor de Maas niet naar het noorden kan stromen maar naar het westen gaat.

 Door de Beerse Overlaat was het regiem lager doordat er minder schommelingen waren in het waterafvoer.

Dit kwam doordat er water in de Beerse Overlaat tijdelijk opgeslagen kon worden. De Beerse Overlaat diende dus als een opbergplaats waar water tijdelijk opgeborgen kon worden.  
Dit is een goed antwoord, hoe kunnen we het nog beter maken?


Slide 26 - Tekstslide

4) Samen antwoord formuleren
1) De Maas mond uit in de zee
2) Op de zee is er een storm
3) Het volkerak meer is een opbergplek - waterstand wordt laag gehouden

Waarom is het belangrijk dat het volkerak laag wordt gehouden? 

Slide 27 - Tekstslide

5) Opgave 2: Ruimte voor de rivier bij Nijmegen

2 opties

Slide 28 - Tekstslide

6) 
  1. Noodoverloopgebied = polder die onder water gezet kan worden bij extreem hoge waterstanden in de rivier (uiterste redmiddel)


  2. Afgraven uiterwaarden bij Lent = meer water afvoeren in het winterbed

Slide 29 - Tekstslide

7) 
Wat zijn criteria voor een goede plek voor een noodoverloopgebied?

Slide 30 - Tekstslide

8) 
Ooijpolder
Uiterwaarden

Slide 31 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Nakijken examenvragen Ruimte voor de Rivier
  • Verder met de stad in NL

Slide 32 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:



  • Ik ken de ligging en kenmerken van de Randstad, mainports, 
  • Ik ken het verschil tussen sectoraal en regionaal beleid.
  • Ik kan uitleggen van de criteria van ruimtelijke ordening zijn.
  • Ik kan het Nederlandse beleid tot de jaren ’90 en daarna omschrijven.

Slide 33 - Tekstslide

Vraagstukken van Stedelijke gebieden
25% grondgebied NL
50% van bevolking

Amsterdam + Rotterdam zijn 


Politiek, economisch en cultureel hart van NL
Mainports
Hoofdknooppunt in mondiaal vervoernetwerk, waar intercontinentaal vervoer aansluit op continentale, nationale en regionale vervoersystemen. 

Slide 34 - Tekstslide

Beleid
  • Overheid bepaald hoe ruimte gebruikt wordt
    (ruimtelijke ordening)

  • Sectoraal = één sector  (bijv. landbouw)
  • Regionaal = één regio 
     

Slide 35 - Tekstslide

Beleid
Drie criteria voor ruimtelijke ordening:

  1. woningbehoefte 
  2. NL mag niet helemaal vol gebouwd worden
  3. voldoende infrastructuur 

Slide 36 - Tekstslide

Fases beleid
Jaren 60, 70 en 80
Vanaf 1993
- focus op groeikernen,
- veel inkomsten trokken weg:  suburbanisatie (van stad naar omringende platteland)

- jonge gezinnen namen af in de stad (vergrijzing)

- files door suburbanisatie
- Vinex-locaties = suburbanisatie aan rand van de stad, om fileprobleem te verhelpen

- meer draagvlak voor voorzieningen in de stad 

Slide 37 - Tekstslide

Opdracht
We maken samen de poster compleet met 
alle informatie over de verschillende wijken. 

Gebruik hiervoor paragraaf 3.1 van je boek en het internet

Jullie verdelen zelf de taken!

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht
  1. Historische binnenstad 
  2. 19e eeuwse arbeiders- of industriewijk 
  3. Vooroorlogse stadswijk 
  4. Naoorlogse wijk 
  5. Groeikern 
  6. Vinex
Tip: gebruik paragraaf 3.1

Slide 39 - Tekstslide

Waar zou jij het liefst willen wonen?
Buurtprofiel:
  • Woningkenmerken
  • Bewonerskenmerken

Sociale veiligheid in woonomgeving
  • objectieve veiligheid
  • subjectieve veiligheid

Slide 40 - Tekstslide

Waar zou jij het liefst willen wonen?
  • historische binnenstad
  • 19e eeuwse arbeiderswijken
  • vooroorlogse stadswijken
  • naoorlogse wijken
  • groeikern
  • vinex-locatie  

Slide 41 - Tekstslide

Wat kan je doen om een wijk te verbeteren?
Sociale vlak
Fysieke vlak
sociale cohesie verbeteren door buurtvoorzieningen
openbare ruimte overzichtelijker, toegankelijker en veiliger maken

Slide 42 - Tekstslide

Hoe verbetert de overheid een wijk? 
Stadsvernieuwing
het verbeteren van de kwaliteit van woningen door sloop, opknappen en/of nieuwbouw. Fysiek opknappen.
Herstructurering
woningen diverser maken: dus voor verschillende groepen mensen. Hier verandert de bevolkingssamenstelling.
Gentrificatie
na herstructurering kan gentrificatie komen. 
Wat zijn voor- en nadelen van gentrificatie? 

Slide 43 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:



  • Ik ken de ligging en kenmerken van de Randstad, mainports.
  • Ik ken het verschil tussen sectoraal en regionaal beleid.
  • Ik kan uitleggen van de criteria van ruimtelijke ordening zijn.
  • Ik kan het Nederlandse beleid tot de jaren ’90 en daarna omschrijven.

Slide 44 - Tekstslide

1. Wat hoort bij de  randstad?
2. welke steden zijn de mainports?
3. Wat is het verschil tussen sectoraal en regionaal beleid?
4. Wat zijn de 3 criteria van ruimtelijke ordening?
5. Grootste verschil in beleid?

Slide 45 - Tekstslide

Huiswerk
Lees samenvatting pagina 68 tot 74

Volgende les:
- laatste stukje stof: trends 
-  start SO over heel leefomgeving NL


Slide 46 - Tekstslide

Woordenboek
Vul je persoonlijke woordenboek aan met de 
woorden die je nog niet kent:
Noordvleugel
Zuidvleugel
Mainports
Groene hart
Stedelijk netwerk
Reikwijdte
verzorgingsgebied

Metropoolvorming
ruimtelijke ordening
sectoraal beleid
groeikern
VINEX-locaties

Slide 47 - Tekstslide