H7 Leerdoel 5 HV1

Ik kan grafieken met elkaar vergelijken
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ik kan grafieken met elkaar vergelijken

Slide 1 - Tekstslide

Samenstelling van deze les
  • Uitleg leerdoel aan de hand van succescriteria
  • Voorkennis check
  • Slides met theorie, voorbeelden en filmpjes.
  • Aan de slag
  • Check
  • Afsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Ik kan grafieken met elkaar vergelijken
Succescriteria
Ik kan een grafiek tekenen bij een formule.
Ik weet wat lineaire grafieken en formules zijn. 
Ik weet wat het snijpunt is en wat dit punt betekent in een grafiek.
Ik kan twee grafieken in één assenstelsel tekenen met een juist gekozen stapgrootte op de as.
Ik kan controleren of het snijpunt klopt door de waarde in de formule in te vullen.



Slide 3 - Tekstslide


Voorkennis check
Teken de volgende formule in een assenstelsel: 
Aantal liter = 10 - tijd in seconden x 2

Slide 4 - Open vraag

Slides met theorie, voorbeelden en filmpjes.

Slide 5 - Tekstslide

Je hebt al geleerd ... 





.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 
Tess verkocht met oud en nieuw oliebollen voor 0,50 euro per stuk. Het bereiden van de oliebollen was natuurlijk niet gratis. De kosten voor de bereiding waren 0,25 cent per oliebol en 10 euro voor de boodschappen. Hoeveel oliebollen moet Tess verkopen zodat ze geen verlies heeft? 

Slide 6 - Tekstslide

Je hebt al geleerd ... 





.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 


.. hoe je een grafiek maakt bij een formule. 
Tess verkocht met oud en nieuw oliebollen voor 0,50 euro per stuk. Het bereiden van de oliebollen was natuurlijk niet gratis. De kosten voor de bereiding waren 0,25 cent per oliebol en 10 euro voor de boodschappen. Hoeveel oliebollen moet Tess verkopen zodat ze geen verlies heeft?

Opbrengst = aantal oliebollen x 0,50
Kosten = 10 + aantal oliebollen x 0,25




Slide 7 - Tekstslide

Je hebt al geleerd ... 





.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 


.. hoe je een grafiek maakt bij een formule. 
Tess verkocht met oud en nieuw oliebollen voor 0,50 euro per stuk. Het bereiden van de oliebollen was natuurlijk niet gratis. De kosten voor de bereiding waren 0,25 cent per oliebol en 10 euro voor de boodschappen. Hoeveel oliebollen moet Tess verkopen zodat ze geen verlies heeft?

Opbrengst = aantal oliebollen x 0,50
Kosten = 10 + aantal oliebollen x 0,25




Opbrengst in euro's 
Aantal verkochte oliebollen
Opbrengst in euro's 
Aantal verkochte oliebollen

Slide 8 - Tekstslide

Je hebt al geleerd ... 





.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 


.. hoe je een grafiek maakt bij een formule. 
Tess verkocht met oud en nieuw oliebollen voor 0,50 euro per stuk. Het bereiden van de oliebollen was natuurlijk niet gratis. De kosten voor de bereiding waren 0,25 cent per oliebol en 10 euro voor de boodschappen. Hoeveel oliebollen moet Tess verkopen zodat ze geen verlies heeft?

Opbrengst = aantal oliebollen x 0,50
Kosten = 10 + aantal oliebollen x 0,25




Opbrengst in euro's 
Aantal verkochte oliebollen
Opbrengst in euro's 
Aantal verkochte oliebollen
Als je de grafieken in één assenstelsel tekent kun je ze veel beter vergelijken.

Slide 9 - Tekstslide

Je hebt al geleerd ... 





.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 


.. hoe je een grafiek maakt bij een formule. 


Tess verkocht met oud en nieuw oliebollen voor 0,50 euro per stuk. Het bereiden van de oliebollen was natuurlijk niet gratis. De kosten voor de bereiding waren 0,25 cent per oliebol en 10 euro voor de boodschappen. Hoeveel oliebollen moet Tess verkopen zodat ze geen verlies heeft? 

Opbrengst = aantal oliebollen x 0,50
Kosten = 10 + aantal oliebollen x 0,25





Nu leer je ...


Hoe je twee formules vergelijkt door de bijbehorende grafieken in één assenstelsel te tekenen..

Slide 10 - Tekstslide

Je hebt al geleerd ... 





.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 


.. hoe je een grafiek maakt bij een formule. 


Tess verkocht met oud en nieuw oliebollen voor 0,50 euro per stuk. Het bereiden van de oliebollen was natuurlijk niet gratis. De kosten voor de bereiding waren 0,25 cent per oliebol en 10 euro voor de boodschappen. Hoeveel oliebollen moet Tess verkopen zodat ze geen verlies heeft? 

Opbrengst = aantal oliebollen x 0,50
Kosten = 10 + aantal oliebollen x 0,25





Opbrengst in euro's 
Aantal verkochte oliebollen
Nu leer je ...


Hoe je twee formules vergelijkt door de bijbehorende grafieken in één assenstelsel te tekenen..

Slide 11 - Tekstslide


Hoeveel oliebollen moet Tess verkopen om haar kosten terug te verdienen?
A
10
B
20
C
40
D
50

Slide 12 - Quizvraag


Als Tess 35 oliebollen verkoopt heeft zij: 
A
Geld over (winst)
B
Geld tekort (verlies)
C
Geen winst & geen verlies

Slide 13 - Quizvraag


Hoeveel geld houdt Tess over als zij 40 oliebollen verkoopt? 
Let goed op! 
A
0 euro
B
20 euro

Slide 14 - Quizvraag


Hoe heet het punt in een assenstelsel waarin twee grafieken elkaar snijden? 
Welke coördinaten heeft dit punt in de grafiek van Tess?

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen van opgaven 34 en 36 via de volgende slides.
Ondersteunend: O34, 34, 35, O36, 36
Doorlopend: 33, 34, 35, 36, 37
Uitdagend: 34, 36, 37, U7, U8

Slide 16 - Tekstslide


Maak opgave 34
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!
Ik kan twee grafieken in één assenstelsel tekenen met een juist gekozen stapgrootte op de as.

Slide 17 - Open vraag


Maak opgave 36
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!
Ik weet wat het snijpunt is en wat dit punt betekent in een grafiek.

Slide 18 - Open vraag


Leerdoel 5
Ik kan grafieken met elkaar vergelijken
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 19 - Quizvraag

Fijn dat je de hele les hebt doorlopen!

Check
Aantekeningen voor jezelf gemaakt bij dit leerdoel?
Alle opgaven nagekeken?
Alle slides doorgelopen en foto's ingeleverd? 

Succes met het volgende leerdoel.

Slide 20 - Tekstslide