Steden - 2.2: De spreiding van wereldsteden

Je weet welke vier kenmerken een stad heeft. Je begrijpt het verschil tussen een megastad en een wereldstad. Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt van dat in een wereldstad.
Zie slide
Instructie middels LessonUp
Aardrijkskunde
Maken opdracht 1 t/m 7 (werkboek blz. 40-41)
Hoe ging het?
Wat heb je geleerd?
Was het moeilijk - makkelijk?
Indien nodig: afmaken van de opdrachten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je weet welke vier kenmerken een stad heeft. Je begrijpt het verschil tussen een megastad en een wereldstad. Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt van dat in een wereldstad.
Zie slide
Instructie middels LessonUp
Aardrijkskunde
Maken opdracht 1 t/m 7 (werkboek blz. 40-41)
Hoe ging het?
Wat heb je geleerd?
Was het moeilijk - makkelijk?
Indien nodig: afmaken van de opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Je weet welke vier kenmerken een stad heeft.

Je begrijpt het verschil tussen een megastad en een wereldstad.

Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt van dat in een wereldstad.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel van deze les
Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.

Je begrijpt het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen.

Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.

Slide 4 - Tekstslide

Ligging van steden

Slide 5 - Tekstslide

Ontwikkelde landen
vaak liggen de grotere steden meer verspreid en is er sprake van een stedelijk netwerk: 
veel steden zijn met elkaar verbonden, zoals de Randstad in Nederland

Slide 6 - Tekstslide

Ontwikkelingslanden
Vaak sprake van een primate city. Een stad minstens 2x zo groot en 2x zo belangrijk als de tweede grote stad.
voorbeeld Thailand:
inw. Bangkok: 8.000.000
inw. 2e stad: 500.000

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Redenen
1. Absolute ligging: vlak, vruchtbaar land
2. Relatieve ligging: dicht bij andere grote steden
3. Koloniale verleden (vooral bij ontwikkelingslanden). Steden liggen vooral langs de kust

Slide 9 - Tekstslide

Tunis: medina en ville nouvelle

Slide 10 - Tekstslide

Verschil verstedelijkingstempo tussen arme en rijke landen

Slide 11 - Tekstslide

Verschil arm/rijk
Ontwikkelde landen:
verstedelijkingsgraad: hoog
verstedelijkingstempo: laag

Ontwikkelingslanden:
verstedelijkingsgraad: laag
verstedelijkingstempo: hoog

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Conclusie
Hoe hoger de welvaart, hoe meer hoger de verstedelijkingsgraad en hoe lager het verstedelijkingstempo
dus: rijk land, grote steden, weinig groei en andersom

Slide 14 - Tekstslide

Vragen? :-)

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag:
LB blz 34-35
WB blz 40-41
Maak nu opdracht: 1 t/m 7


Klaar? overleg
Huiswerk: afmaken van de opdrachten

Slide 16 - Tekstslide

Lesafsluiting
Hoe ging het?

Wat heb je geleerd?

Was het moeilijk - makkelijk?

Is er huiswerk?

Slide 17 - Tekstslide