Past simple

Past Simple


Aan het einde van de les kun je:
  • de Past Simple herkennen
  • de Past Simple gebruiken
  • de Past Simple toepassen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Past Simple


Aan het einde van de les kun je:
  • de Past Simple herkennen
  • de Past Simple gebruiken
  • de Past Simple toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over de Past Simple?
Ik weet alles al
Ik weet er een beetje van af
Het komt me wel bekend voor...
Ik weet hier nog niets over

Slide 2 - Poll

Past Simple
Gebruik je: als iets in het verleden is gebeurd en is afgelopen / als iets op een specifiek moment in het verleden was

Signaalwoorden:
vaak een duidelijke tijdsbepaling in het verleden
yesterday, ...ago, last ..., in ..., 

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple: regelmatig
I / you / he / she/ it / we / they
+
ww + ed
+
ww eindigend op -e + d

vb: 
I walked, he played, they used, we smiled

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple:

Wat geef je aan met de past simple?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.
D
Iets dat begon in het verleden en nu nog steeds bezig is.

Slide 5 - Quizvraag

Past Simple:

Wat is de regel van de Past Simple?
A
hele ww+ - ed of onregelmatige vorm (2e rijtje)
B
hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 6 - Quizvraag

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
She was living in the city.
B
She lived in the city.
C
She has lived in the city.
D
She has been living in the city.

Slide 7 - Quizvraag

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I have lived in Purmerend for 13 years.
B
I was living in Purmerend.
C
I lived in Purmerend in 2010
D
I am living in Purmerend.

Slide 8 - Quizvraag

Past Simple:
Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly

Slide 9 - Quizvraag

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I always walk to school.
B
I am reading a book now.
C
I organised a party past week.
D
Will you come to my party tomorrow?

Slide 10 - Quizvraag

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 11 - Quizvraag

PAST SIMPLE:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I was hearing my mother.
B
I have heard my mother.
C
I heard my mother.
D
I hear my mother.

Slide 12 - Quizvraag

We .... (listen) to your story yesterday.

Slide 13 - Open vraag

We .... (work) at the Jumbo in 2020.

Slide 14 - Open vraag

Onregelmatige WW

Slide 15 - Woordweb

I .... (feel) horrible last week.

Slide 16 - Open vraag

She .... (write) a book last year.

Slide 17 - Open vraag

... (he - eat) pizza every day last month?

Slide 18 - Open vraag

My sisters ... (to be) really annoying at a young age.

Slide 19 - Open vraag

Maak een positieve zin (ww + ed/ onregelmatig) waarin je de Past Simple gebruikt

Slide 20 - Open vraag

Maak een negatieve zin (did + not + ww) waarin je de Past Simple gebruikt

Slide 21 - Open vraag

Maak een vragende zin (did + ww) waarin je de Past Simple gebruikt

Slide 22 - Open vraag

Past Simple

Slide 23 - Woordweb

Voor mij is de Past Simple nu...
Helemaal duidelijk!
Nog niet helemaal duidelijk.
Helemaal niet duidelijk.

Slide 24 - Poll