Thema 8: BS 5: Gedrag bij mensen

Wat is een ander woord voor handelingen?
A
Territorium
B
Communicatie
C
Signalen
D
Gedrag
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat is een ander woord voor handelingen?
A
Territorium
B
Communicatie
C
Signalen
D
Gedrag

Slide 1 - Quizvraag

Gedrag mens - dier
Bij mensen speelt leren een grotere rol.
--> tijdens de opvoeding --> sociale ontwikkeling.
Gedrag bij mensen wordt beinvloed door normen en waarden.

Slide 2 - Tekstslide


1 Mensen kunnen, in tegenstelling tot dieren, gebruikmaken van werktuigen.
2 Mensen kunnen, in tegenstelling tot dieren, communiceren met elkaar via gesproken en geschreven taal.

Welke van deze beweringen is (zijn) juist?
A
alleen bewering 1
B
alleen bewering 2
C
beide bewering 1 en 2
D
geen van beide beweringen

Slide 3 - Quizvraag

1.Bij dieren wordt het gedrag sterker bepaald door leerprocessen dan bij mensen.

2.Mensen kunnen, in tegenstelling tot dieren, hun gedrag beoordelen aan de hand van normen en waarden.
Welke van deze beweringen is (zijn) juist?
A
alleen 1
B
alleen 2
C
1 en 2
D
geen

Slide 4 - Quizvraag

Voordat twee mensen vrijen, wisselen ze blikken en gebaren uit. Deze bevatten signalen voor een bepaald gedrag.

Met welk gedrag van dieren is deze blikken- en gebarentaal te vergelijken?
A
baltsgedrag
B
dreiggedrag
C
territorium gedrag
D
imponeer gedrag

Slide 5 - Quizvraag

Rolpatroon
=al het gedrag dat bij een bepaalde rol hoort.
Het gedrag wat mensen verwachten bij een rol.

Bijv. het traditionele man-vrouwrolpatroon. 

Slide 6 - Tekstslide

Komt het gedrag overeen met het traditionele man-vrouwrolpatroon?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Aangeboren gedrag
=gedrag dat door erfelijke factoren wordt bepaald.
zoals zuigreflex en veel gelaatsuitdrukkingen.

Slide 8 - Tekstslide

Cultuur
Elke cultuur zijn eigen taal --> dus aangeleerd.
Net als gebaren en omgangsvormen.
Normen= ongeschreven gedragsregels.
Waarden= uitgangspunten die mensen gebruiken bij het inrichten van hun leven. 

Slide 9 - Tekstslide

De wenkbrauwgroet...Deze begroeting komt bij alle culturen voor.
De wenkbrauwen worden kort opgetrokken, waarna meestal een glimlach volgt.

Slide 10 - Tekstslide

Is de wenkbrauw groet aangeboren of aangeleerd
A
aangeboren
B
aangeleerd
C
geen van beide

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een norm?
A
Opstaan voor een oudere in de bus
B
Je steelt niet
C
Respect
D
Als je teveel wisselgeld krijgt, zeg je dat eerlijk

Slide 12 - Quizvraag

Hier staan drie beweringen over normen en waarden.

Welke van deze beweringen is (zijn) juist?
A
dieren kennen ook normen en waarden
B
normen en waarden veranderen in de loop der tijd
C
een samenleving heeft geen normen en waarden nodig om goed te kunnen functioneren

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een waarde?
A
Je wacht met instappen, totdat iedereen is uitgestapt
B
Respectvol
C
Eerlijkheid
D
Vrijheid

Slide 14 - Quizvraag

Een gezin is op vakantie in een hotel. 's Morgens vroeg gaat de moeder met een stapel handdoeken naar het zwembad en legt op een aantal ligbedden een handdoek. Een uur later gaat het gezin naar het zwembad.

Met welk gedrag van dieren is dit 'handdoekengedrag' te vergelijken?
A
broedzorg
B
territorium gedrag
C
imponeer gedrag
D
dreiggedrag

Slide 15 - Quizvraag