Thema 8: BS 5: Gedrag bij mensen

De wenkbrauwgroet...Deze begroeting komt bij alle culturen voor.
De wenkbrauwen worden kort opgetrokken, waarna meestal een glimlach volgt.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De wenkbrauwgroet...Deze begroeting komt bij alle culturen voor.
De wenkbrauwen worden kort opgetrokken, waarna meestal een glimlach volgt.

Slide 1 - Tekstslide

Is de wenkbrauw groet aangeboren of aangeleerd
A
aangeboren
B
aangeleerd
C
geen van beide

Slide 2 - Quizvraag

Voordat twee mensen vrijen, wisselen ze blikken en gebaren uit. Deze bevatten signalen voor een bepaald gedrag.

Met welk gedrag van dieren is deze blikken- en gebarentaal te vergelijken?
A
baltsgedrag
B
dreiggedrag
C
territorium gedrag
D
imponeer gedrag

Slide 3 - Quizvraag

Komt het gedrag overeen met het traditionele man-vrouwrolpatroon?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor handelingen?
A
Territorium
B
Communicatie
C
Signalen
D
Gedrag

Slide 5 - Quizvraag


1 Mensen kunnen, in tegenstelling tot dieren, gebruikmaken van werktuigen.

2 Mensen kunnen, in tegenstelling tot dieren, communiceren met elkaar via gesproken en geschreven taal.
Welke van deze beweringen is (zijn) juist?
A
alleen bewering 1
B
alleen bewering 2
C
beide bewering 1 en 2
D
geen van beide beweringen

Slide 6 - Quizvraag

Een rolpatroon is een voorbeeld van een gedragsketen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Een leerling zegt dat hij iets niet snapt
De leraar legt het uit.
(1 of meer antwoorden goed)
A
De leraar voldoet aan het rolpatroon
B
De leraar reageert op een inwendige prikkel
C
De leraar vertoont asociaal gedrag
D
De leraar reageert op een uitwendige impuls

Slide 8 - Quizvraag

1.Bij dieren wordt het gedrag sterker bepaald door leerprocessen dan bij mensen.

2.Mensen kunnen, in tegenstelling tot dieren, hun gedrag beoordelen aan de hand van normen en waarden.
Welke van deze beweringen is (zijn) juist?
A
alleen 1
B
alleen 2
C
1 en 2
D
geen

Slide 9 - Quizvraag

1. Normen zijn gedragsregels waarvan veel mensen vinden dat je eraan moet houden.

2. Waarden zijn uitgaanspunten die mensen gebruiken om hun leven in te richten

A
1 en 2 zijn waar
B
1 en 2 zijn niet waar
C
1 is waar 2 is niet waar
D
1 is niet waar 2 is waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een waarde?
A
Je steelt niet
B
Respectvol
C
Eerlijkheid
D
Vrijheid

Slide 11 - Quizvraag

Hier staan drie beweringen over normen en waarden.

Welke van deze beweringen is (zijn) juist?
A
dieren kennen ook normen en waarden
B
normen en waarden veranderen in de loop der tijd
C
een samenleving heeft geen normen en waarden nodig om goed te kunnen functioneren

Slide 12 - Quizvraag