Een samenstelling bestaat uit twee of meer aparte woorden. Voorbeeld:
sport + tas = sporttas
tafel + tennis + tafel = tafeltennistafel
Soms komen er letters bij of er gaan letters af. Voorbeeld:
kind + boek = kinderboek (erbij: -er)
stad + park = stadspark (erbij: -s)
tekenen + talent = tekentalent (eraf: -en)