Les 1.5 Samenstellingen klas 1E Basis/kader/GL

1.5 Woorden
Vak: Nederlands 
Jaar: 1
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.5 Woorden
Vak: Nederlands 
Jaar: 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis 
Padlet ?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut van deze les 
In deze (herhalings)les leer je:
• ongeveer 25 nieuwe woorden;
• wat samenstellingen zijn.

Slide 3 - Tekstslide

"Grammatica leren helpt me beter schrijven en spreken, waardoor ik duidelijk en zelfverzekerd kan communiceren. 
Samenstellingen
Een samenstelling bestaat uit twee of meer aparte woorden. Voorbeeld:
sport + tas = sporttas
tafel + tennis + tafel = tafeltennistafel

Soms komen er letters bij of er gaan letters af. Voorbeeld:
kind + boek = kinderboek (erbij: -er)
stad + park = stadspark (erbij: -s)
tekenen + talent = tekentalent (eraf: -en)


Slide 4 - Tekstslide

 De tussen-s hoor je! De regel is: hoor je de tussen-s, dan schrijf je de tussen-s.

Als het woord (de samenstelling) niet uit te spreken is zonder het streepje, dan moet er een streepje worden toegevoegd.
Samenstellingen
De belangrijkste regel is:
Je schrijft -en- of -n- tussen de twee losse woorden als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met een meervoud op -en of -n. Voorbeelden:
boek + plank = boekenplank
fiets + drager = fietsendrager












Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen

Een samenstelling is een woord die uit twee losse woorden bestaat. Bijvoorbeeld het woord 'boekenplank' bestaat uit de woorden 'boek' en 'plank'.













Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
De belangrijkste uitzondering is:
Je schrijft niks tussen de twee losse woorden als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met een meervoud op een -s.

 Voorbeeld:
seconde + wijzer = secondewijzer
Asperge+spoep = aspergesoep 












Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
Andere uitzonderingen:
Je schrijft ook niks tussen de twee losse woorden als het eerste woord geen meervoud heeft, de enige in zijn soort is (bijvoorbeeld de zon), een bijvoeglijk naamwoord is of een werkwoord is. 

Voorbeelden:
tarwe + brood = tarwebrood (vb. roggebrood, rijstpap)
zon + scherm = zonnescherm (vb. maneschijn, koninginnedag)










Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenopdracht 
Maak oefenopdracht samenstellingen. 

Klaar? Oefen de woorden met de woordtrainer bij paragraaf  1.5

Klaar? Ga verder met de test jezelf van hoofdstuk 1.3, 1.5, 1.7 en 1.8. 

Klaar? Maak de oefentoets en stuur je percentage via teams naar docent.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz 
JOINMYQUIZ.COM

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies