Marketing N4 - Les 4 Marketingmix (Product en Prijs)

Rinske Hokwerda / Irene Oosterwijk
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Rinske Hokwerda / Irene Oosterwijk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg met een voorbeeld de volgende bewering uit:

‘Don’t sell features, sell benefits!’

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vis wordt geleverd op ijs in polystyreen dozen om ze tijdens het vervoer van en naar het magazijn en de vrachtwagen ook koel te houden.

Er is hier sprake van volgende verpakkingsfunctie:
A
Commerciële
B
Technische
C
Informatieve

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van brand extension
Brandstretching
(merkuitbreiding)

Slide 9 - Woordweb

Bijvoorbeeld: Campina, dat naast melk en yoghurt kaas is gaan verkopen onder het merk Campina BOER en LAND

Jack Daniels (whiskey) verkoopt ook chips en bbq sausen onder dezelfde naam
Wat is het verschil tussen brand extension en line extension?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling is juist?

1. Brand stretching en co-branding betekenen hetzelfde.
2. Door co-branding kan een nieuw merk ontstaan.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
C
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsverbanden tussen merken komen regelmatig voor.

Van welke samenwerkingsvorm is sprake als een producent vertelt welke onderdelen/componenten verwerkt zijn in zijn eindproduct?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie betalingsvoorwaarden hebben met het moment van betalen te maken
A
seizoenskorting, contant, op rekening
B
contant, op rekening, onder rembours
C
handelskorting, seizoenskorting, contant
D
jaarbetalingskorting, seizoenskorting, op rekening

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De volgende kortingen hebben allemaal een synoniem. Kies de juiste.
Handels- korting
Promotie- korting
Hoeveelheids- korting
Klantkorting
Rabat
Actie- korting
Kwantum- korting
Relatie- korting

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies