In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Perfectum in de Nederlandse Grammatica
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je de Perfectum in de Nederlandse grammatica herkennen en uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer de leerdoelen van de les.
Wat weet je al over de Perfectum in de Nederlandse grammatica?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de Perfectum?
De Perfectum is een vorm van de Nederlandse werkwoorden die wordt gebruikt om een actie in het verleden te beschrijven die is voltooid.
Slide 4 - Tekstslide
Definieer de Perfectum en geef voorbeelden.
Waarvoor wordt de Perfectum gebruikt?
A
Om een actie in het nu te beschrijven.
B
Om een actie in het verleden te beschrijven die is voltooid.
C
Om een toekomstige actie te beschrijven.
D
Om een onvoltooide actie te beschrijven.
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de Perfectum?
A
Een vorm van werkwoorden om een toekomstige actie te beschrijven.
B
Een vorm van werkwoorden om een onvoltooide actie te beschrijven.
C
Een vorm van werkwoorden om een actie in het heden te beschrijven.
D
Een vorm van werkwoorden om een voltooide actie in het verleden te beschrijven.
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe wordt de Perfectum gevormd?
De Perfectum wordt gevormd door het hulpwerkwoord 'hebben', 'zijn' of 'worden' en het voltooid deelwoord (participium) van het hoofdwerkwoord.
Slide 7 - Tekstslide
Beschrijf de stappen om de Perfectum te vormen en geef voorbeelden.
Wat is een voltooid deelwoord (participium)? 3 goede antwoorden!
A
Lezen
B
Gekocht
C
Gelezen
D
Geschreven
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het hulpwerkwoord dat gebruikt kan worden om de Perfectum te vormen? 3 goede antwoorden!
A
Worden
B
Doen
C
Hebben
D
Zijn
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Onregelmatige werkwoorden
Sommige werkwoorden hebben een onregelmatig voltooid deelwoord (participium) en volgen niet de standaard regels voor de Perfectum.
Slide 10 - Tekstslide
Geef voorbeelden van onregelmatige werkwoorden en hoe hun Perfectum wordt gevormd.
Oefenen met de Perfectum
Vul de juiste vorm van de Perfectum in: Ik _______ naar school ........(fietsen)
Slide 11 - Tekstslide
Laat de leerlingen oefenen met het vormen van de Perfectum.
Extra oefeningen
Werk in tweetallen. Schrijf drie zinnen met de Perfectum. Lees de zinnen voor aan de klas en laat de andere leerlingen raden welk werkwoord is gebruikt.
Slide 12 - Tekstslide
Geef de leerlingen de kans om extra te oefenen en hun begrip te testen door middel van een interactieve oefening.
Succescriteria
Je kunt de Perfectum in de Nederlandse grammatica herkennen en uitleggen.
Slide 13 - Tekstslide
Herhaal de leerdoelen en geef aan wat de leerlingen moeten weten om de les succesvol te voltooien.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.