In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5
2 kader/mavo
Oefentoets beweging
Slide 1 - Tekstslide
instructies
Rekenmachine en kladpapier zijn toegestaan.
Schrijf bij het rekenwerk altijd formules, berekeningen en antwoorden met eenheid op.
Beantwoord leg uit vragen altijd met een minimaal 1 complete zin.
Slide 2 - Tekstslide
De eenheden (afgekort) die horen bij de grootheid snelheid is:
A
m en s
B
v en s
C
m/s en km/h
D
m en h
Slide 3 - Quizvraag
Een stroboscopische foto maak je altijd....
A
tegen een lichte achtergrond.
B
tegen een donkere achtergrond.
C
zonder achtergrond.
D
tegen een gekleurde achtergrond.
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer bij een stroboscopische foto tussen 2 flitsen een tijd is van 0,05s. Hoeveel flitsen passen er dan in een opname die 0,25 seconden duurt? De eerste flits is bij 0 seconden.
A
4
B
5
C
6
D
dat kun je niet zeggen.
Slide 5 - Quizvraag
De afstand tussen 2 tennisballen is 20 cm. De stroboscooplamp flitst 50 keer per seconde. Bereken de snelheid van de bal.
Slide 6 - Open vraag
Marjolein rijdt met haar scooter met constante snelheid van 35 km/h. Ze heeft een reactietijd van 0,8 seconden. Lees de remweg af in de diagram.
Slide 7 - Open vraag
In de afbeelding zie je een stroboscopische foto van een tennisbal in beweging. Welk type beweging maakt de tennisbal?
A
Een eenparig versnelde beweging.
B
Een eenparige beweging.
C
Een eenparig vertraagde beweging.
D
Geen beweging.
Slide 8 - Quizvraag
Meneer Pouwel fiets naar school met een constante snelheid. Voor de deur remt hij af totdat hij stil staat. Welk snelheid-tijd diagram past het beste bij deze omschrijving.
A
Diagram A
B
Diagram B
C
Diagram C
D
Diagram D
Slide 9 - Quizvraag
Maaike traint voor een triatlon. Ze rent met een gemiddelde snelheid van 7,2 km/h. Bereken welke afstand zij heeft afgelegd in 4,5 minuut.
Slide 10 - Open vraag
Tijdens de marathon loopt Eva met een constante snelheid van 15km/h. Als Eva op 10km voor de finish is vliegt een vogel van Eva naar de finish met een constante snelheid van 30 km/h. De vogel draait bij de finish om en vliegt terug naar Eva en draait daar weer om. De vogel herhaalt dit tot Eva bij de finish is. Welke afstand in km heeft de vogel afgelegd.
A
0km
B
10km
C
20km
D
30km
Slide 11 - Quizvraag
Na de laatste les ga je op de fiets weer naar huis. Met een app meet je de afstand en de tijd van jouw fietstocht terug naar huis. In de tabel zie je de resultaten. Teken een s,t-diagram op papier en laat deze controleren.
Slide 12 - Open vraag
In het afstand-tijd diagram zie je de beweging van Morris op zijn motorfiets. Welke beweging heeft hij tussen t=30s en t=35s?