Les 42.1 - Lenzenformule


§6.5 Rekenen aan lenzen
Lesplanning:
  1. Uitleg lenssterkte 
  2. Maken opgave 54, 65ab en 66abc
  3. Uitleg lenzenformule
  4. Maken opgave 58 t/m 66
De stof van vandaag moet je overmorgen in het PO toepassen.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les


§6.5 Rekenen aan lenzen
Lesplanning:
  1. Uitleg lenssterkte 
  2. Maken opgave 54, 65ab en 66abc
  3. Uitleg lenzenformule
  4. Maken opgave 58 t/m 66
De stof van vandaag moet je overmorgen in het PO toepassen.

Slide 1 - Tekstslide

Lenssterkte
  • Een kleine brandpuntsafstand is een sterke lens.
  • Een grote brandpuntafstand is een zwakke lens.

Slide 2 - Tekstslide

Lenssterkte

Slide 3 - Tekstslide

Hoe reken je met lenssterkte

  • Brandpuntsafstand altijd in meter !!!

  • S = +2 dpt, dan is f = 0,5 m  = 50 cm

  • Bolle lens: S is positief, holle lens S is negatief.
S(dpt)=f(m)1

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeldopgave

Een leesbril heeft een brandpuntsafstand van 33 cm. Bereken de lensterkte.

  • Gegeven:  f = 33 cm = 0,33 m. Want f moet altijd in meters!!
  • Gevraagd: S = ... dpt
  • Oplossing:
  • S = 1 / f      
  • S = 1 / 0,33 = 3,0 
  • Antwoord: S = + 3,0 dpt

Slide 5 - Tekstslide

De brandpuntsafstand van onze ooglens is 16 mm. Bereken de sterkte van onze lens.

Slide 6 - Open vraag

Opgave 61ab

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
In je schrift maken en nakijken
§6.5 opgave  54 en 65ab
timer
10:00
Klaar: ga verder met 58 t/m 66.

Slide 8 - Tekstslide

Lenzenformule
f = brandpuntsafstand 
v = voorwerpafstand
 b = beeldafstand 
f1=v1+b1

Slide 9 - Tekstslide

De lenzenformule omschrijven
f1=v1+b1
v1=f1b1
b1=f1v1

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 1
40 cm achter de lens wordt een scherp beeld geprojecteerd. Het voorwerp staat op 1,0 m voor de lens. Bereken de brandpuntsafstand van de lens. 

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 2
Stel we hebben een lens met een lenssterkte van 30 dpt. De voorwerpafstand is 8 cm. Hoe groot is de afstand waarop we het scherm moeten plaatsen zodat we een scherp beeld zien.

Slide 12 - Tekstslide

Een projectielens van de beamer heeft een brandpuntsafstand van 15,0 cm. De afstand tussen de lens en de muur is 4,35 m. Bereken de voorwerpsafstand.
f1=v1+b1
[?]1=[?]1+v1
v1=1514351
v =            cm 
15
4,35
435
15,5
6,43
0,155
0,643
+
-
:
x

Slide 13 - Sleepvraag

Een voorwerp staat 50 cm voor een lens met een sterkte van 2,4 dpt. Achter de lens ontstaat op een scherm een scherp beeld. Bereken op welke afstand (in meter) dit scherpe beeld ontstaat.

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag
In je schrift maken en nakijken
§6.5 opgave 58 t/m 65
Opgave 61, 65 en 66 heb je als het goed is al af.

Slide 15 - Tekstslide

Rangschikken
Ga op volgorde staan van grootste naar kleinste beeldafstand.

Slide 16 - Tekstslide

A. 


B.

C.


D.

E.


F. 
b1=f1v1
f=S1
f=31=0,33m
b1=0,33111=2
b=21=0,5m
b1=0,110,51=8
b=51=0,2m
b1=0,110,21=5
f=101=0,1m
b=81=0,125m
b1=0,25111=3
b=31=0,33m
f=51=0,2m
b1=0,210,251=1
b=11=1m
b1=0,110,251=6
b=61=0,167m
E-A-D-B-F-C

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video