8.3 zuur en basen

Welke van de volgende stoffen kan men gebruiken om water aan te tonen?
A
blauw kopersulfaat
B
een gloeiende houtspaander
C
helder kalkwater
D
wit kopersulfaat
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welke van de volgende stoffen kan men gebruiken om water aan te tonen?
A
blauw kopersulfaat
B
een gloeiende houtspaander
C
helder kalkwater
D
wit kopersulfaat

Slide 1 - Quizvraag

Er bestaan speciale zooltjes om in schoenen te leggen. Deze zooltjes bevatten actieve
kool. De actieve kool bindt de stoffen die zweetgeur veroorzaken. Deze zooltjes worden
daarom ook wel ‘geurvreters’ genoemd.
De actieve kool voorkomt de zweetgeur door
A
adsorptie
B
condensatie.
C
extractie.
D
verdamping.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de lading van een magnesium-ion?
A
+
B
2+
C
-
D
2-

Slide 3 - Quizvraag

Planten hebben ‘stikstof’ nodig om te kunnen groeien. De stikstof moet worden
opgenomen in de vorm van opgeloste ionen. Wanneer in de grond onvoldoende
stikstofbevattende ionen aanwezig zijn, kan men een kunstmest toevoegen die NH4NO3
bevat.
Geef de naam van NH4NO3.

Slide 4 - Open vraag

Bereken het massapercentage stikstof in NH4NO3.

Slide 5 - Open vraag

8.3 Schoonmaken met zuren en basen

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Wat is pH?
  • En hoe kan ik deze meten? 
  •  Wat is een omslagtraject?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat denken jullie:
Is cola zuur of basisch?
Schat eens wat voor een pH cola heeft:

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Kalkaanslag

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een indicator?
A
Een indicatie (een gok)
B
Een meetinstrument
C
D
Een aantoonstof

Slide 13 - Quizvraag

Omslagtraject pH

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welke stof is een zuur?

A
azijn
B
soda
C
gootsteenontstopper
D
water

Slide 19 - Quizvraag

Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een zuur schoonmaakmiddel?
A
Groene zeep
B
Ammonia
C
Gootsteenontstopper
D
wc ontkalker

Slide 20 - Quizvraag

Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de zuurgraad (pH) van water
A
0
B
7
C
10
D
14

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

binas 36

Slide 24 - Tekstslide

Nina wil een kastje van haar moeder pimpen in haar lievelingskleur. Haar oom zegt dat ze voor het schilderen eerst het oppervlak goed moet schoonmaken. Hij raadt haar aan in de bouwmarkt het middel Sint Marc® te kopen.

Als je de witte korrels Sint Marc® oplost in water, krijg je een sterk basische oplossing. Wat is de pH van die oplossing?
A
De pH is groter dan 11
B
De pH is kleiner dan 7.
C
De pH is precies 7.
D
De pH ligt tussen 7 en 10.

Slide 25 - Quizvraag

Julia doet enkele druppels van een onbekende vloeistof op een rood lakmoespapiertje. De kleur van het lakmoes wordt blauw.
Wat is de juiste conclusie?

A
de vloeistof is basisch
B
de vloeistof is basisch of neutraal
C
de vloeistof is zuur
D
de vloeistof is zuur of neutraal

Slide 26 - Quizvraag

aan de slag met 8.3
ik vind het makkelijk  > opgave 4, 7, 11, 13, 14,, 20, 26, 27, 28
ik weet het niet > opgave 4, 7, 8, 9, 11, 13, 14, 17, 20, 22, 23, 27, 28
ik vind het moeilijk > opgave 4, 7, 8, 10, 11, 13, 14, 17, 18, 19, 25, 27, 28 

Slide 27 - Tekstslide