TOETS klas 4 ISLAM

Wat betekent het woord "Islam" letterlijk?
A
God is groot
B
Overgave of onderwerping
C
Neerbuigen voor God
D
De heersende godsdienst
1 / 49
volgende
Slide 1: Quizvraag
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Wat betekent het woord "Islam" letterlijk?
A
God is groot
B
Overgave of onderwerping
C
Neerbuigen voor God
D
De heersende godsdienst

Slide 1 - Quizvraag

Een moslim onderwerpt zich aan de wil van God,
A
Omdat er maar één God is
B
Omdat God weet wat het beste is voor de mens
C
Omdat God almachtig is
D
Omdat God de schepper is van hemel en van aarde

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een minaret?
A
De karakteristieke koepelvormige dak van de moskee
B
Is de nis in de muur richting Mekka
C
Een gebedsruimte waar je kunt bidden
D
Toren vanwaar de oproep tot gebed is te horen.

Slide 3 - Quizvraag

Tijdens de ramadan mogen moslims.....eten
A
tussen zonsondergang en zonsopgang eten
B
tussen zonsopkomst en zonsondergang eten
C
alleen tijdens het weekend
D
alleen op vrijdag tijdens de bijeenkomst

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel dagen na de geboorte krijgt een islamitisch kind zijn naam
A
Direct na de geboorte
B
Op de 2e dag
C
Op de 7e dag
D
Op de 10e dag

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste chronologie van vroeger naar vandaag
A
Christendom, Islam, Jodendom
B
Islam, Christendom Jodendom
C
Jodendom, Christendom Islam
D
Jodendom, Christendom Islam

Slide 6 - Quizvraag

Alle moslims, waar zij ook wonen, voelen zich verbonden met de wereldwijde islamitische geloofsgemeenschap. Hoe noemen we dat?
A
Islam
B
Sjaria
C
Soenna
D
Oemma

Slide 7 - Quizvraag

De 2e zuil, de 'salaat'. Wat betekent het woord 'salaat' letterlijk in het arabisch?
A
Overgave
B
Bedevaart
C
Oproepen
D
Praten

Slide 8 - Quizvraag

Hoe wordt de bedevaart naar Mekka ook wel genoemd?
A
Sjahada
B
Zakaat
C
Saum
D
Hadj

Slide 9 - Quizvraag

Eerst was het geven van geld aan de armen vrijwillig. Leg uit waarom Mohammed er een verplichting van heeft gemaakt?
A
Omdat hij veel geld nodig had voor zijn heilige strijd tegen Mekka.
B
Hij was net een soort Robin Hood. 'Stelen" van de rijken en geven aan de armen.
C
Hij vond dat het geld eerlijk verdeeld moest worden onder de bevolking
D
Omdat hij veel geld nodig had voor het bouwen van ziekenhuizen om zo de mensen te helpen.

Slide 10 - Quizvraag

In de moskee bevindt zich een minbar. En minbar is
A
De gebedsnis
B
De wasruimte
C
De preekstoel
D
De minaret

Slide 11 - Quizvraag

Het woord “Koran” betekent letterlijk?
A
Arabisch heilig geschrift/boek
B
Door de engel Gabriel gegeven
C
Is een ander woord voor Bijbel.
D
Dat wat voorgelezen moet worden

Slide 12 - Quizvraag

Het offerfeest wordt ook wel het grote feest genoemd. Wat herdenken de moslims tijdens dit feest
A
Ze herdenken dat Abraham zich onderwierp aan God en zelfs bereid was zijn zoon te offeren
B
Dat Mohammed de woorden van God heeft ontvangen en om dat te vieren offeren ze een schaap.
C
De sterfdag van Mohammed en dat wordt gevierd net als die van Jezus die een offer bracht aan het kruis
D
Het offeren van dieren is 1 van de verplichtingen van de moslim en is het logisch dat daar een feest bij hoort.

Slide 13 - Quizvraag

Waarop had Mohammed in zijn toespraken vooral kritiek?
A
Op egoïsme van de rijke handelaren en het polytheïsme
B
Op het egoïsme van de rijke handelaren en het monotheïsme
C
Op het monotheïsme en de polygamie
D
Op de polygamie en het egoïsme van de rijke handelaren

Slide 14 - Quizvraag

De grote betekenis van de vrijdag voor Moslims is:
A
Dan is het bijna weekend
B
Het gemeenschappelijk gebed in de moskee
C
Het geven van aalmoezen aan de armen
D
Het besnijden van de jongens die in de afgelopen week zijn geboren

Slide 15 - Quizvraag

De Arabische cultuur hield zich in haar bloeitijd bezig met wetenschap. Welke bewering over deze periode is waar?
A
De Arabieren hebben veel nieuwe ontdekkingen gedaan op het gebied van de geneeskunde, wiskunde en filosofie
B
De Arabieren ontlenen al hun kennis aan de wetenschappelijke ontwikkeling in Europa
C
De Arabieren verzamelden veel kennis uit de door hen veroverde gebieden en werkten deze verder uit.
D
De Arabieren ontlenen al hun wetenschap aan die van de oude Grieken.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een soera?
A
Een uitspraak van Mohammed
B
Een verhaal over Mohammed
C
Een hoofdstuk uit de koran
D
Een vers uit de koran

Slide 17 - Quizvraag

Een dode mag niet gecremeerd worden omdat:
A
De dode met het gezicht naar Mekka moet worden begraven.
B
De koran alleen het begraven van een dode voorschrijft.
C
Een crematie nooit binnen vierentwintig uur mag.
D
Het lichaam intact moet blijven voor de dag van de opstanding.

Slide 18 - Quizvraag

Welke bewering bij een huwelijk bij moslims is niet juist?
A
Een islamitische man mag met een joodse vrouw trouwen
B
Een islamitische man mag met een christelijke vrouw trouwen
C
Een moslima mag met een islamitische man trouwen
D
Een moslima mag met een christelijke man trouwen

Slide 19 - Quizvraag

De voorganger van de moskee is
A
De imam
B
De kalief
C
De minbar
D
De mihrab

Slide 20 - Quizvraag

Welke uitspraak is niet waar?
A
De Hadj is de bedevaart naar Mekka
B
Door Zakat wordt de moslim 5 x per dag aan God herinnerd.
C
Islam betekent overgave
D
Door de Saum weet de Moslim zich verbonden met de armen van de wereld.

Slide 21 - Quizvraag

Welke stroming in de Islam is de grootste. Heeft de meeste volgers.
A
Soennieten
B
Sjieten
C
Alevieten
D
Salafisten

Slide 22 - Quizvraag

Welke bewering over de alevieten is juist?
A
Zij bezoeken elke vrijdag de moskee.
B
Zij laten zich leiden door de voorschriften uit de koran.
C
Zij vinden scholing van meisjes onbelangrijk.
D
Zij vinden tolerantie belangrijk.

Slide 23 - Quizvraag

Leg uit waarom de moslims de God van de christenen als polytheïsme ervaren?

Slide 24 - Open vraag

Hoe luidt de geloofsbelijdenis die bij de geboorte wordt uitgesproken.

Slide 25 - Open vraag

Tijden het jaarlijkse vasten zijn er groepen mensen vrijgesteld. Noem er drie.

Slide 26 - Open vraag

Op welke manier is de inhoud van de koran onderverdeeld?

Slide 27 - Open vraag

Noem een zuil uit de islam, waarvan een moslim in Nederland het moeilijk vindt zich er precies aan te houden en waarom is dit moeilijk?

Slide 28 - Open vraag

Er zijn 2 vormen van Jihad: Grote Jihad en kleine Jihad.

Wat is het verschil tussen deze 2 en geef een voorbeeld.

Slide 29 - Open vraag

In de koran komen 5 belangrijke thema’s voor, die vaak herhaald worden en ook kenmerkend zijn voor de islamitische geloofsbeleving. Noem er 3.

Slide 30 - Open vraag

Leg uit hoe het komt dat er soms problemen zijn tussen allochtonen en autochtone Nederlanders?

Slide 31 - Open vraag

Had de oprichter van de Islam mohammed kennis van het Jodendom en het Christendom? Leg uit.

Slide 32 - Open vraag

Noem 2 kenmerken die horen bij het gedachtegoed van de Alevieten?

Slide 33 - Open vraag

Het is de verplichting voor een moslim om 5 keer per dag te bidden op vaste tijdstippen. Daar moet je je altijd aan houden. Deze uitspraak is.....?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Een kind krijgt meteen na de geboorte 2 woorden te horen: Allahoe Akbar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

De geloofsgemeenschap of ook wel het huis van de islam, wordt oemma genoemd?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Jihad betekent letterlijk: "In naam van Allah mensen bekeren tot de Islam".
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

In Islamitische landen moet de begrafenis binnen 24 uur na overlijden plaatsvinden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

De Alevieten zijn een fundamentalistische stroming die alleen in Afghanistan voorkomt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Sjiieten vormen binnen de islam een minderheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quizvraag

De moskee is zowel plaats voor gebed als ontmoetingsplek voor moslims.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quizvraag

Koppel de naam van de zuil met de juiste afbeelding
Salaat
Saum
Zakaat
Hadj
Shahada

Slide 42 - Sleepvraag

Koppel het jaartal met de gebeurtenis.
570
595
610
622
630
632
Geboorte Mohammed in Mekka
Mohammed gaat werken bij Chadiedja
Mohammed ontmoet de engel Gabriel die hem vertelt over Allah.
Mohammed verhuisd naar Medina. Begin Islamitische jaartelling
Mohammed verovert Mekka
Mohammed sterft en wordt begraven in Medina

Slide 43 - Sleepvraag

Koppel de juiste begrippen aan de juiste betekenis
Het huis van de islam
Een verhaal waarin een straf uit de Koran wordt beschreven
Islamitische wetgeving
Geen discussie over regels
Traditie
Geestelijke strijd tegen fouten
Sjaria
Soenna
Oemma
Hadith
Grote jihad
Fundamentalisme

Slide 44 - Sleepvraag

Slide 45 - Tekstslide

Op plaats A hoort het woord... (Nederlandse schrijfwijze)

Slide 46 - Open vraag

Op plaats B hoort het woord

Slide 47 - Open vraag

Bij letter C hoort het woord (zonder e geschreven)....

Slide 48 - Open vraag

Bij D gaat het over de islamitische wetgeving. Deze heet (met een j en zonder h)....

Slide 49 - Open vraag