Do 22 april Vertelperspectief

Vertelperspectief
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vertelperspectief

Slide 1 - Tekstslide

Een verhaal kijk of lees je door de ogen van iemand

- ik vertelperspectief
- hij/zij vertelperspectief
- alwetende verteller

Slide 2 - Tekstslide

Vertelperspectief
Vertelperspectief
Het standpunt van waaruit een verhaal wordt verteld.

1. Ik-vertelperspectief
De gebeurtenissen worden verteld door een personage in de ik-vorm.

2. Hij/zij-vertelperspectief
De gebeurtenissen worden in de hij- of zij-vorm verteld.

Slide 3 - Tekstslide



Vertelinstanties
  1. Verteller = personage in ik-vorm --> ik-vertelperspectief
  2. Verteller = personage in hij/zij-vorm     --> hij-/zij- vertelperspectief
  3. Verteller = weet alles, geen personage  --> alwetend vertelperspectief
 Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Vertelperspectief


  • hij/zij-vertelperspectief
  • ik-vertelperspectief

Slide 5 - Tekstslide

Vertelperspectief

Slide 6 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met vertelperspectief?
A
hoeveel personages er in het verhaal zitten
B
de structuur van het verhaal
C
vanuit welk oogpunt het verhaal verteld wordt
D
wat de hoofdpersoon doet in het verhaal

Slide 7 - Quizvraag

Ik-vertelperspectief
Personaal vertelperspectief
Auctoriaal vertelperspectief
Hij ziet zijn vrienden lopen in de stad. 
Hij zou er morgen wel achterkomen dat je het leven niet kan plannen.
Wat een vervelend mannetje, denk ik terwijl ik zijn kop koffie inschenk. 

Slide 8 - Sleepvraag

Setting of ruimte bestaat uit:
Hoofdpersonen
Bijpersonen
Weer
Plek
Historische tijd
Schrijfstijl
Vertelde tijd
Vertelperspectief

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is géén kenmerk van een personaal vertelperspectief?
timer
0:10
A
Onbetrouwbaar
B
De lezer weet niet meer dan het personage
C
De verteller is neutraal
D
Kijkt van bovenaf

Slide 10 - Quizvraag

Huiswerk ma 26 april
Maken opdr. 3, 4 en 5

Blz, 213
Leren 213 Verhaalbegin en einde
Leren vertelperspectief


Slide 11 - Tekstslide