- Ik ben stil als er iemand anders aan het praten is in de klas.
- Ik volg de instructie op die de docent mij geeft.
-Ik steek mijn vinger op wanneer ik iets wil vragen en wacht tot de docent mij aan het woord laat.
- Ik blijf van andere af.
- ik let op mijn taalgebruik.
- Ik blijf rustig op mijn kruk zitten.
- Ik laat andere leerlingen in hun waarde.
-Ik ga respectvol om met mijn omgeving en de materialen.
- Aan het einde van de les ruim ik alles netjes op.