Boekopdracht klas 2 p1

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
literatuur lezen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
literatuur lezen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Boekopdracht periode 1
Uitleg + maken 

Slide 2 - Tekstslide

De appel valt niet ver van de boom.

Slide 3 - Open vraag

Een wolf in schaapskleren.
A
Iemand doet zich anders voor - negatief
B
Iemand met een teddyjas
C
Iemand is veel leuker dan hij lijkt
D
Iemand heeft een slechte familie maar is toch aardig.

Slide 4 - Quizvraag

Uitdrukkingen, spreekworden en gezegden
Spreekwoorden
- Een spreekwoord is een zin die een mededeling doet. In de tegenwoordige tijd. Een spreekwoord is nooit een vraag. Spreekwoorden zijn altijd zinnen met wijsheden of levenslessen erin.
Wie A zegt, moet ook B zeggen. 
Waar je aan begint, maak je af.

Slide 5 - Tekstslide

- Een gezegde bevat vaak geen wijsheid. In een gezegde staat ook geen werkwoord. Hierdoor is een gezegde geen zin, maar een zinsdeel. 
(Met hart en ziel)
- Uitdrukkingen lijken erg op gezegden, maar het verschil is dat in een uitdrukking wel een werkwoord voor kan komen. Hierdoor is een uitdrukking wel een hele zin.
(Met de noordezon vertrokken)
Figuurlijk taalgebruik. 

Slide 6 - Tekstslide

Ken jij uitdrukkingen of gezegdes?
Welke?

Slide 7 - Open vraag

Boekopdracht
- Zoek vijf bestaande uitdrukkingen/gezegden/spreekwoorden (mix) die passen bij jouw boek of een deel van jouw boek.
- Leg uit waarom je juist voor deze kiest. Geef een voorbeeld uit het boek.
- Bedenk zelf een spreekwoord aan de hand van je boek. Gebruik beeldende taal.
- Begrijpelijk! 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
De appel valt niet ver van de boom.
- De appel valt niet ver van de boom betekent dat kinderen op hun ouders lijken. Dit past bij het boek, omdat de hoofdpersoon precies hetzelfde pad bewandelt als zijn criminele vader. Ook Piet gaat inbreken bij huizen. En hij is ook niet aardig voor zijn klasgenoten, net zoals de vader niet aardig is voor mensen om hem heen. Gelukkig komt Piet later wel tot inkeer en breekt hij met zijn vader.
"Je bent precies je vader, weet je dat. Een huichelaar die er niks van bakt. Je vader zit al in de bajes, jij gaat hem zeker achterna als je zo doorgaat."

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
- Je werkt zelfstandig.
- Je hebt de tijd tot...
- Je mag zachtjes met je buurman overleggen. 
- Gebruik internet om uitdrukkingen op te zoeken. 
- Ik loop langs als er vragen zijn.
- Klaar? Laat het lezen door je buur. Lees verder in je leesboek. Ik kom langs om te kijken wat je hebt gedaan.
Aan het einde vd les af!

Slide 10 - Tekstslide

Welke uitdrukking vond je het beste bij je boek passen?

Slide 11 - Open vraag