Pincode, hoofdstuk 5: 3 kader "Is er werk voor jou?" Herhaling.
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Juist of onjuist?
Het nettoloon is hoger dan het brutoloon.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het nettoloon =...
A
brutoloon - loonbelasting
B
brutoloon - sociale premies
C
brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)
D
brutoloon + (loonbelasting - sociale premies)
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je brutoloon is €3.750,-. Hierop wordt €625,- aan loonbelasting en €150,- aan sociale premies ingehouden. Bereken het nettoloon.
Slide 4 - Open vraag
Brutoloon €3.650
Loonbelasting € 625
Sociale Premies €150 -
Nettoloon €2.875,-
Wat zijn arbeidsmotieven?
Slide 5 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid noemen we...
A
De arbeidsmarkt
B
De beroepsmarkt
C
De beroepsbevolking
D
De samenleving
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het aanbod van arbeid.
De vraag naar arbeid.
De werkgelegenheid.
De beroepsbevolking.
Slide 7 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
De beroepsbevolking in de gemeente Hoogeveen telt 43.000 mensen. De werkloosheid is 5.5%. Hoeveel inwoners zijn werkloos?
A
2390 inwoners
B
2365 inwoners
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer het werk wordt overgenomen door machines, dan ontstaat er...
A
Frictiewerkloosheid.
B
Structurele werkloosheid.
C
Conjuncturele werkloosheid.
D
Regionale werkloosheid.
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer er sprake is van een economische crisis, dan ontstaat er...
A
Frictiewerkloosheid.
B
Seizoenswerkloosheid.
C
Conjuncturele werkloosheid.
D
Structurele werkloosheid.
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In het weekend ga je, onbetaald, uithelpen in de kantine bij de voetbalclub. Dit noem je ook wel:
A
Zwart werk
B
Wit werk
C
Grijs werk
D
Gekkenwerk
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer mensen net van school komen of net ontslagen zijn, dan ontstaat er...
A
Structurele werkloosheid.
B
Frictiewerkloosheid.
C
Regionale werkloosheid.
D
Seizoenswerkloosheid.
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Primaire sector.
Tertiaire sector.
Secundaire sector.
Quartaire sector.
Slide 13 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Video
Deze slide heeft geen instructies
