4.4

4.4
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.4

Slide 1 - Tekstslide

Stelling 1: Een identificatiefiguur is een volwassen persoon die nagedaan en geïmiteerd wordt door een kind.
Stelling 2: Voor het leren schrijven is het kruisen van de middellijn belangrijk.
A
Stelling 1 en 2 zijn goed
B
Stelling 1 en 2 zijn fout
C
Stelling 1 is goed en stelling 2 is fout
D
Stelling 1 is fout en stelling 2 is goed

Slide 2 - Quizvraag

Het basisschoolkind maakt vooral een uitgebreide ontwikkeling door op het volgende ontwikkelingsgebied:
A
Expressieve ontwikkeling
B
Motorische ontwikkeling
C
Cognitieve ontwikkeling en taalontwikkeling
D
Seksuele ontwikkeling

Slide 3 - Quizvraag

Deze les
Deze les:
- Tekenontwikkeling van 0 – 12 jaar
- Onderbrengen tekeningen in juiste ontwikkelingfase
- Koppeling manier van tekenen aan ontwikkeling van het kind

Slide 4 - Tekstslide

Inhoud
Vorige keer
Ped. Werk 1 Thema 4.4
Tekenontwikkeling
Afronding

Slide 5 - Tekstslide

4.4 Tekenontwikkeling 
4.4.1 Krabbels 

  • Rond 2 jaar
  • Bewustwording van achterlaten spoor (spoorervaring).
  • Kind maakt beweging en laat per toeval een spoor achter.
  • Grote bewegingen vanuit de schouder en elleboog:
                eerst horizontaal, dan verticaal, daarna rond.
  • Geen herkenbare afbeeldingen, puur spel


Slide 6 - Tekstslide

4.4 Tekenontwikkeling 
4.4.3 Koppoter
  • 3-4 jaar 
  • Na derde jaar: de tekening achteraf benoemen
  • Cirkels worden benoemd als zonnen en gezichten.
  • Benen zijn de 'poten'/ strepen
  • Kind wil zijn omgeving vatten in de tekening 
  • Het tekent nu nog zonder vooropgezet plan.
  • Opdracht geven is zinloos.

Lijnen toevoegen aan een cirkel wordt koppoter.

Slide 7 - Tekstslide

4.4 Tekenontwikkeling 
4.4.4 Dwarrelen

  • Na het kunnen tekenen van koppoters
  • 5-jarige leeftijd
  • Geen gevoel voor verhoudingen
  • Kinderen tekenen waar ze willen
 

Slide 8 - Tekstslide

4.4 Tekenontwikkeling 
4.4.5 Sandwich

  • Sandwichfase (rond 6 jaar): alles vastzetten tussen hemel en aarde.
  • Het kind tekent vooral wat het weet, niet zozeer wat het ziet.
  • Kinderen kunnen gefrustreerd raken omdat ze de werkelijkheid niet kunnen tekenen. Ze raken tekenmoe (rond 10 jr).
  • Fijne motorische ontwikkeling (ooghandcoördinatie) blijft doorgaan.


Slide 9 - Tekstslide

4.4 Tekenontwikkeling 
4.4.6 Tekenmoe

  • Vanaf 8 jaar 
  • Weinig tijd meer om te tekenen
  • Tekening moet supergoed zijn! 
  • Vanaf 9 jaar goed diepte kunnen zien
  • Precies tekenen

Slide 10 - Tekstslide

4.4 Tekenontwikkeling 
4.4.7 Geometrische vormen

  • Rond 10 jaar 
  • Liniaal en passer gebruiken om zo precies mogelijk te tekenen
  • Kan streng zijn over eigen tekening 
  • In perspectief tekenen is leuk 

Slide 11 - Tekstslide

Vorige keer
Ontwikkeling basisschoolkind
Fasen
Ontwikkelingsgebieden

Slide 12 - Tekstslide

4.4 Tekenontwikkeling 
4.4.2 Cirkel
  • Rond drie jaar
  • Het tekenen van gesloten vormen (cirkel, rondje) valt samen met ik-besef.
  • Fase van peuterpuberteit (koppigheidsfase).
  • Figuren worden zichtbaar; motorische beheersing neemt toe.
  • Het kind tekent bewust (niet alleen meer spel).


Slide 13 - Tekstslide

3.3 Ontwikkeling basisschoolkind
3.3.2 Cognitieve ontwikkeling en taal
Een peuter denkt ………………………
Een kleuter denkt onlogisch (namelijk ………..........) 

Het jonge schoolkind denkt logisch, dit is de concreet-operationele fase (Piaget)
Waarden en normen uit omgeving.
Imitatie is een sterke vorm van leren.



Slide 14 - Tekstslide

3.3 Ontwikkeling basisschoolkind
3.3.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling

Kleuters spelen coöperatief.
De plek/rol in de groep wordt belangrijk
Oudere kind kent identificatiefiguren
Kinderen zijn leergierig en prestatiegericht. 

Slide 15 - Tekstslide

3.3 Ontwikkeling basisschoolkind
3.3.4 Seksuele ontwikkeling
De fallische fase gaat over in de latentiefase. Start rond 6e jaar. Verwerven van kennis staat centraal. 


Slide 16 - Tekstslide