KIDSWEEK 42 / 43 : Boze klanten bij de zelfscan

KIDSWEEK 42 / 43 : Boze klanten bij de zelfscan (woordenschat)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

KIDSWEEK 42 / 43 : Boze klanten bij de zelfscan (woordenschat)

Slide 1 - Tekstslide

Wat doet een vakbond?
A
Vertegenwoordigt werknemersbelangen
B
Geeft juridische adviezen
C
Onderhandelt over arbeidsvoorwaarden
D
Regelt belastingaangiften

Slide 2 - Quizvraag

Waarom zijn vakbonden belangrijk?
A
Zorgen voor betere arbeidsomstandigheden
B
Organiseren sportevenementen
C
Bieden gratis reizen aan
D
Beschermen werknemersrechten

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor 'producten'?
A
Budget
B
Projecten
C
Voorwerpen
D
Artikelen

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent 'de volle laag krijgen'?
A
Heftige kritiek ontvangen
B
Een grote tegenslag ervaren
C
Iets heel positiefs meemaken
D
Een beloning krijgen

Slide 5 - Quizvraag

In welke situatie krijg je 'de volle laag'?
A
Tijdens een feest
B
Na een mislukte presentatie
C
Bij een fout op het werk
D
Bij een geslaagde examen

Slide 6 - Quizvraag

In welke situatie zie je 'boze blikken'?
A
Tijdens een feest met vrienden
B
Bij het uitwisselen van cadeaus
C
Tijdens een rustige wandeling
D
Bij een ruzie tussen vrienden

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin maakt geen juist gebruik van 'voortaan'?
A
Voortaan ben ik een beter persoon.
B
Voortaan zijn we altijd samen.
C
Voortaan ga ik pas slapen om 12 uur.
D
Voortaan moet je harder studeren.

Slide 8 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste zin. 
1. Hij deed het                     .
2. Na veel waarschuwingen deed hij het                     . 
3. Hij zal                    toch meer opletten. 
4. Jammer genoeg kreeg de man toch nog 
                        . 
de volle laag
voortaan
expres
alsnog

Slide 9 - Sleepvraag

Heb jij wel eens een 'klacht ingediend' ? Waarover ?

Slide 10 - Open vraag

Geef de tegenstelling van 'een klacht indienen'

Slide 11 - Open vraag

Welke term beschrijft 'stevig in je schoenen staan'?
A
Onzekerheid
B
Aarzeling
C
Zelfvertrouwen
D
Vastberadenheid

Slide 12 - Quizvraag

Beschrijf een situatie wanneer jij 'stevig in je schoenen staat'

Slide 13 - Open vraag

Wat is een reden voor steekproef?
A
Mensen controleren of ze alles gescand hebben
B
Mensen bang maken
C
Testen of de messen goed steken
D
Mensen boos maken

Slide 14 - Quizvraag

Op welke manier past de juf / meester wel eens een 'steekproef' toe ?

Slide 15 - Open vraag