In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
krachten op de fiets deel 2
Benodigheden
- Boek, schrift, laptop
- Pen, potlood, geo
Tassen op de grond
Telefoons in de tas
Wat gaan we doen?
10 min bespreken opgave
10 min uitleg
10 min kahoot
10 min aan de slag
Jassen in je kluisje
Slide 1 - Tekstslide
14.3 AANDRIJVEN EN TEGENWERKEN
Slide 2 - Tekstslide
LEERDOEL
Je kunt aandrijfkrachten en tegenwerkende krachten op een bewegend voorwerp onderscheiden.
Slide 3 - Tekstslide
AANDRIJFKRACHTEN
Slide 4 - Tekstslide
TEGENWERKENDE KRACHTEN
Slide 5 - Tekstslide
Als je fietst heb je altijd tegenwerkende krachten, zoals de luchtwrijving en de rolwrijving.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 6 - Quizvraag
Als je fietst bij windstil weer heb je geen last van luchtwrijving.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 7 - Quizvraag
Als je meewind hebt en de wind jou net kan bijhouden, valt de luchtwrijving weg.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 8 - Quizvraag
Als je een fiets hebt met brede banden is de rolwrijving op alle soorten ondergrond gelijk.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 9 - Quizvraag
LEERDOEL
Je kunt de nettokracht samenstellen van krachten die langs een lijn werken.
Slide 10 - Tekstslide
NETTOKRACHT
Slide 11 - Tekstslide
LEERDOEL
Je kunt de soort beweging van een voorwerp beredeneren aan de hand van de nettokracht die op dat voorwerp werkt.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Voortstuwende kracht
Tegenwerkende kracht
Slide 14 - Tekstslide
Evenwicht (stilstand of even snel)
Slide 15 - Tekstslide
Versnellen
Slide 16 - Tekstslide
Vertragen
Slide 17 - Tekstslide
Een vliegtuig vliegt van New York naar Londen. Tijdens de aanloop voor het opstijgen op de startbaan is de nettokracht:
A
Naar voren gericht
B
Naar achteren gericht
C
0 Newton
Slide 18 - Quizvraag
Een vliegtuig vliegt van New York naar Londen. Tijdens het grootste deel van de vlucht (wanneer het vliegtuig met een constante snelheid vliegt) is de nettokracht
A
0 Newont
B
Naar voren gericht
C
Naar achteren gericht
Slide 19 - Quizvraag
Op de auto werken wrijvingskrachten Fw en een stuwkracht Fs. Fs = 600 N en Fw = 120 N
Slide 20 - Open vraag
Op de auto werken wrijvingskrachten Fw en een stuwkracht Fs.
Fs = 600 N en Fw = 120 N
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
Slide 21 - Quizvraag
https:
Slide 22 - Link
VERSNELLEN
Aandrijvende kracht is groter dan tegenwerkende kracht.
Het verschil tussen deze 2 krachten = resultante
Je snelheid wordt groter.
= versnelde beweging
Slide 23 - Tekstslide
EENPARIGE BEWEGING
Je rijdt aan dezelfde snelheid vooruit. Je gaat niet sneller en niet trager. De aandrijvende kracht = tegenwerkende kracht.
Resultante = 0 Newton
Slide 24 - Tekstslide
VERTRAGEN
Tegenwerkende kracht is groter dan de aandrijvende kracht.
Snelheid neemt af.
Slide 25 - Tekstslide
kahoot,
ga naar kahoot en vul de code in.
niet op je telefoon!
Slide 26 - Tekstslide
Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt.
Slide 27 - Open vraag
SAMENVATTING
AANDRIJFKRACHT: bijvoorbeeld spierkracht.
TEGENWERKENDE KRACHT: bijvoorbeeld luchtwrijving, rolwrijving en wrijvingskracht.
NETTO KRACHT: alle krachten bij elkaar optellen die op een voorwerp werken
Slide 28 - Tekstslide
SAMENVATTING
VERSNELD: de aandrijfkracht is groter dan tegenwerkende krachten.
EENPARIG: de aandrijfkracht is even groot als de tegenwerkende krachten.
VERTRAAGD: de aandrijfkracht is kleiner dan de tegenwerkende krachten.
TRAAGHEID: het verschijnsel dat een voorwerp zijn snelheid wil behouden.
Slide 29 - Tekstslide
AAN DE SLAG
WAT
Maak in It's Learning de opdrachten van paragraaf 14.3 zoals in de planner staan.