Goede tijden, slechte tijden H1 paragraaf 3

Leerdoelen § 3: arbeidsmarkt
  1. Je kunt uitleggen hoe de begrippen beroepsbevolking en werkgelegenheid samenhangen met het aanbod op de arbeidsmarkt en het verband met werkloosheid aangeven en berekenen.
  2. Je kunt de vraag op de arbeidsmarkt beschrijven.
  3. Je kunt uitleggen wat werkloosheid is en oorzaken van ontstaan van werkloosheid benoemen.
  4. Je kunt verschillende arbeidsrelaties op de arbeidsmarkt benoemen en de voor- en nadelen ervan aangeven.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen § 3: arbeidsmarkt
  1. Je kunt uitleggen hoe de begrippen beroepsbevolking en werkgelegenheid samenhangen met het aanbod op de arbeidsmarkt en het verband met werkloosheid aangeven en berekenen.
  2. Je kunt de vraag op de arbeidsmarkt beschrijven.
  3. Je kunt uitleggen wat werkloosheid is en oorzaken van ontstaan van werkloosheid benoemen.
  4. Je kunt verschillende arbeidsrelaties op de arbeidsmarkt benoemen en de voor- en nadelen ervan aangeven.

Slide 1 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

1.3       Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van
arbeid. De prijs van arbeid is het loon.

Dit loon komt tot stand als gevolg van marktwerking.

Arbeidsmarkt: 
Het totaal van het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid.

Slide 2 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
Als je werkt of een baan zoekt, bied je arbeid aan.

Beroepsgeschikte bevolking: 
Alle mensen tussen 15 en 75 jaar die in staat zijn te werken.

Beroepsgeschikte bevolking

Slide 3 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
Als je werkt of een baan zoekt, bied je arbeid aan.

Beroepsgeschikte bevolking: 
Alle mensen tussen 15 en 75 jaar die in staat zijn te werken.

Beroepsgeschikte bevolking

Inactieven


  • Studenten
  • Vervroegd pensioen
  • Huisvrouw / -man
  • Ontmoedigd

Beroepsbevolking

Slide 4 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
Als je werkt of een baan zoekt, bied je arbeid aan.

Beroepsgeschikte bevolking: 
Alle mensen tussen 15 en 75 jaar die in staat zijn te werken.

Beroepsgeschikte bevolking

Inactieven


  • Studenten
  • Vervroegd pensioen
  • Huisvrouw / -man
  • Ontmoedigd

Beroepsbevolking

werkzaam

werkloos
Werkzame beroepsbevolking: 
Alle mensen tussen 15 en 75 jaar die betaald werk verrichten.

Werkloze beroepsbevolking: 
Alle mensen tussen 15 en 75 jaar die betaald werk zoeken.

Slide 5 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
Als je werkt of een baan zoekt, bied je arbeid aan.




= arbeidsaanbod
Beroepsgeschikte bevolking: 
Alle mensen tussen 15 en 75 jaar die in staat zijn te werken.

Beroepsgeschikte bevolking

Inactieven


  • Studenten
  • Vervroegd pensioen
  • Huisvrouw / -man
  • Ontmoedigd

Beroepsbevolking

werkzaam

werkloos
Werkzame beroepsbevolking: 
Alle mensen tussen 15 en 75 jaar die betaald werk verrichten.

Werkloze beroepsbevolking: 
Alle mensen tussen 15 en 75 jaar die betaald werk zoeken.

Slide 6 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
Het aanbod op de arbeidsmarkt verandert door:
  • Groeiende bevolking,
  • Vergrijzende bevolking,
  • Toename van het aantal vrouwen,
  • Immigratie en emigratie,
  • Arbeidsongeschiktheid van werkenden.

Slide 7 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
De vraag naar arbeid bestaat uit alle banen bij organisaties en
de overheid. Dit is de werkgelegenheid.




Werkgelegenheid: 
Het aantal arbeidsplaatsen dat beschikbaar is bij de overheid en bedrijven.

Slide 8 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
De vraag naar arbeid bestaat uit alle banen bij organisaties en
de overheid. Dit is de werkgelegenheid.




Werkgelegenheid: 
Het aantal arbeidsplaatsen dat beschikbaar is bij de overheid en bedrijven.

Arbeidsjaren:
Voltijdbanen op jaarbasis.


Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 34 en 35 op pagina 33.

Slide 10 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

1.3       Arbeidsmarkt
Er zijn verschillende oorzaken zijn waarom mensen
werkloos zijn. Daarom ook verschillende vormen
van werkloosheid:
  1. Conjuncturele werkloosheid
  2. Structurele werkloosheid
Structurele werkloosheid:
Onvoldoende arbeidsplaatsen omdat de werkgelegenheid niet meegroeit met de beroepsbevolking.

Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
Er zijn verschillende oorzaken zijn waarom mensen
werkloos zijn. Daarom ook verschillende vormen
van werkloosheid:
  1. Conjuncturele werkloosheid
  2. Structurele werkloosheid
  3. Kwalitatieve structurele werkloosheid
Structurele werkloosheid:
Onvoldoende arbeidsplaatsen omdat de werkgelegenheid verdwijnt of niet meegroeit met de beroepsbevolking.

Kwalitatieve structurele werkloosheid:
Werkloosheid omdat mensen onvoldoende/ verkeerde scholing hebben of te ver van de plaats van de gevraagde arbeid wonen.

Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
Er zijn verschillende oorzaken zijn waarom mensen
werkloos zijn. Daarom ook verschillende vormen
van werkloosheid:
  1. Conjuncturele werkloosheid
  2. Structurele werkloosheid
  3. Kwalitatieve structurele werkloosheid
  4. Frictiewerkloosheid
  5. Seizoenswerkloosheid

Frictiewerkloosheid:
Werkloosheid omdat het vaak een tijd duurt voordat een baan gevonden is, of omdat het tijd kosten om van baan naar baan te gaan.


Slide 13 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
Er zijn verschillende oorzaken zijn waarom mensen
werkloos zijn. Daarom ook verschillende vormen
van werkloosheid:
  1. Conjuncturele werkloosheid
  2. Structurele werkloosheid
  3. Kwalitatieve structurele werkloosheid
  4. Frictiewerkloosheid
  5. Seizoenswerkloosheid

Frictiewerkloosheid:
Werkloosheid omdat het vaak een tijd duurt voordat een baan gevonden is, of omdat het tijd kosten om van baan naar baan te gaan.


Seizoenswerkloosheid:
Werkloosheid doordat er in het ene seizoen meer werk is dan in het andere.



Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
Op de arbeidsmarkt kun je verschillende arbeidsrelaties 
onderscheiden. De belangrijkste zijn:
  1. Werknemers met een vaste baan
  2. Werknemers met een flexcontract
  3. Zelfstandigen zonder personeel (zzp) zzp'er

Flexcontract:
Arbeidscontract met flexibele voorwaarden.

zzp'er:
Zelfstandigen die geen personeel in dienst hebben en voor eigen risico en kosten arbeid aanbieden op de arbeidsmarkt.


Slide 15 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Arbeidsmarkt
De laatste jaren heeft er een sterke toename van het aantal flexcontracten en zzp'ers.

Voordeel voor bedrijven: kunnen met flexkrachten en zzp’ers  pieken en dalen in de bedrijfsdrukte makkelijk opvangen.

Nadeel voor flexkrachten en zzp’ers: kunnen bij werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid niet terug vallen op sociale verzekeringen.

Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 36 op pagina 35, 39 op pagina 36, 42 op pagina 38 en 45 op pagina 40.

Slide 17 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.