Met de cijfers 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 kun je getallen maken.
Het getal 41 bestaat uit de cijfers 4 en 1.
Het getal 8 bestaat uit één cijfer: het cijfer 8.
Het getal 2305,67 bestaat uit zes cijfers. Elk cijfer heeft een waarde. De plaats van elk cijfer geeft de waarde aan.