4.3 Lezen vwo - deel 2

4.3 Lezen
Wat leer je in dit hoofdstuk?
1. studerend lezen toepassen
2. tekstdoelen herkennen: informeren en amuseren
3. een schematische samenvatting maken
4. het leespubliek vaststellen
5. uitleggend tekstverband herkennen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.3 Lezen
Wat leer je in dit hoofdstuk?
1. studerend lezen toepassen
2. tekstdoelen herkennen: informeren en amuseren
3. een schematische samenvatting maken
4. het leespubliek vaststellen
5. uitleggend tekstverband herkennen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
4.3 Lezen
  • Theorie: studerend lezen en tekstdoelen
  • Oefenen met een schematische samenvatting maken

Slide 2 - Tekstslide

Studeren lezen + Tekstdoelen
Talent, deel B, p.18-19: theorie en opdracht 2 en 3

Slide 3 - Tekstslide

Schematische samenvatting
Samenvatting in de vorm van een overzichtelijk schema,
zie p.22

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen met een schematische samenvatting
4.3 Lezen
  • maak opdracht 4 en 5
  • maak opdracht 6 met een woordenboek
(7 slaan we over)
Klaar? Vooruiteerken

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we verder doen?
4.3 Lezen
  • Leespubliek



Slide 6 - Tekstslide

Leespubliek
Klassikaal lezen: theorie p.25

Slide 7 - Tekstslide

Noem 2 bronnen met teksten die bedoeld zijn voor jongeren.

Slide 8 - Open vraag

Noem 2 bronnen met teksten die bedoeld zijn voor volwassen.

Slide 9 - Open vraag

Sommige teksten zijn bedoeld voor lezers met bepaalde interesses. Voor welk publiek is de samenvatting op p.20 bedoeld?

Slide 10 - Open vraag

Maak opdracht
opdracht 8

Slide 11 - Tekstslide

Herhalling: Tekstverbanden en signaalwoorden
1. Opsommend tekstverband
bijvoorbeeld    X en Y / Ook Jan
2. Tijdsvolgorde tekstverband (chronologisch verband)
bijvoorbeeld Eerst, daarna, vervolgens, tot slot
3. Tegenstellend tekstverband
We gaan niet woensdag, maar donderdag met vakantie

Slide 12 - Tekstslide

Nieuw: Tekstverbanden en signaalwoorden
1. Opsommend tekstverband
2. Tijdsvolgorde tekstverband (chronologisch verband)
3. Tegenstellend tekstverband
4. Uitleggend tekstverband
Uitleggen kan op verschillende manieren. Signaalwoorden zijn vaak: bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, zoals
(je komt met voorbeelden)

Slide 13 - Tekstslide

welke signaalwoorden horen bij uitleggende tekstverband
A
maar, toch
B
dan ook, dus
C
want, omdat
D
dat wil zeggen, zoals

Slide 14 - Quizvraag

'Met andere woorden' is een voorbeeld van een uitleggend tekstverband.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 15 - Quizvraag

Signaalwoord uitleggend tekstverband
A
ten eerste
B
ook
C
maar
D
bijvoorbeeld

Slide 16 - Quizvraag

Uitleggend tekstverband
A
zoals
B
samenvattend
C
met andere woorden
D
tenzij

Slide 17 - Quizvraag

Waar kom je in een alinea het uitleggend tekstverband tegen?
A
in de kernzin
B
in de toelichting op de kernzin

Slide 18 - Quizvraag

Maak opdracht
9-10-11-12-13 (14 niet!) 
15-16-17-18-19-20 (21-22 niet!) 
24
(bij vraag 20, moeilijke woordenwijzer, zit in boek A, de woordraadstrategieën) 

Slide 19 - Tekstslide

Herhalen lastige theorie

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 24 - Woordweb

Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 25 - Woordweb

instructie

Slide 26 - Tekstslide

Instructie

Slide 27 - Tekstslide

Schematische samenvatting

Slide 28 - Tekstslide

Schematische samenvatting
Een samenvatting in een overzichtelijk schema. 

Slide 29 - Tekstslide

Een schematische samenvatting
Schema

Slide 30 - Tekstslide

Schematische samenvatting
De schematische samenvatting:

- een handig hulpmiddel als je een tekst moet leren
- een manier om te controleren of je de tekst snapt

Slide 31 - Tekstslide